Overlevering en kritiek - pagina 43
Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit
...OVERLEVERING EN KRITIEK.
•
, , ...
, ;• 3 9
door op zulke gronden een geschrift voor onecht te willen verklaren, vermindert men wel eenigszins de verklaring der tegenstrijdigheden in moeilijkheid, maar eigenlijk verlegt men ze slechts, door eenen vervalscher aan te nemen, die wel geslepen en slim een ander nabootst, maar toch dom genoeg is om de tegenstrijdigheden, die hij zegt, niet op te merken. En toch wordt dit genre van kritiek tegenwoordig veel toegepast. Men heeft zich allerlei twijfelingen in het hoofd gehaald en vormt zich dan, uit pure zucht naar realiteit en waarheid, zoo men meent, maar inderdaad uit gebrek aan historischen zin, denkbeeldige wezens van de onmogelijkste soort om eene aannemelijke hypothese te vinden voor de verklaring van allerlei verschijnselen, die in den regel op onvoldoende waarneming berusten of zeer natuurlijk verklaard kunnen worden. En spreekt het geweten dan, dat men zoo toch geene waarheid gevonden heeft, welnu men tooit dan zijne vonden, met den naam van waarschijnlijkheden, ofschoon ze zelfs ongeloofelijk ;ijn i). Vooral de hypothese van verschillende redactoren, die na ilkander een geschrift hebben samengelijmd uit verschillende brokjtukken en 't geheel dan min of meer hebben overgewerkt, wordt :egen\voordig aangegrepen om vermeende of werkelijke tegenstrijdigledcn of verschillen te verklaren, ''t Schijnt soms wel of we nog in len tijd der mythenvorming verkeeren; althans het proces is juist hetzelfde, dat dikwijls ter verklaring van het onstaan van mythen wordt aangenomen. Aan verschillende verschijnselen, werkelijk waargenomen of ook onder de werking der [phantasic uit onbepaalde, en nevelachtige voorstellingen gevormd, legt men gefingeerde personen als bewerkers en dragers ten grondslag en fantaseert dan met de .zoo verkregen resultaten verder, tot men inderdaad de fan-, tasie voor werkelijkheid gaat houden. Een merkwaardig voorbeeld dezer mythenvorming door de philo-
l) Boeckh Encyclop. der phil. Wissensch. pag. 175 : „Wir nonnen wahrscheinlich dasjenige, was sich der vollen Wahrheit nahert, ohne jedoch hinlanglich bewiesen zu sein ; — glaublich dasjenige, was mit unsein Vorstellungen übereinstimmt, ohne das ein objectiver Beweis vorliegt." Duidelijker iSlass. in o. 1. p. 265 : „Wahrscheinlieh, wo uns vorkommt, dass der Beweis noch nicht ganz zulange, nicht weil etwas dagegen sprSche, sondern weil daneben für anderes Raiun bleibt."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1886
Rectorale redes | 68 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 20 oktober 1886
Rectorale redes | 68 Pagina's