GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het calvinisme en de kunst - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het calvinisme en de kunst - pagina 32

Rede bij de overdracht van het rectoraat der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

30

diepte van het nationaal en persoonlijk besef. Hier moest dus wat den Calvinist bewoog wel naar buiten dringen. • En dat te meer in ons land, waar de internationale markt, die voor alle overige kunstenaars openstond, voor den Dichter geheel was afgesloten. Onze muzikale scheppingen hebben in de zestiende eeuw het verwende oor van den Venetiaan gestreeld en de gewelven der Sixtijnsche kapel betooverd; onze etsen betaalt Albion en Amerika nóg met goud; en naar de juweelen onzer schilderkunst dingt heel Europa; maar van Vondel weten ze niet^ die Neerlands taal niet machtig zijn, en Bilderdijks naam zelfs staat in de kunstgeschiedenis onzer eeuw niet vermeld. Dit sloot Neerlands dichters vanzelf binnen den nationalen kring op, en zoo kon het niet anders, of ook de tegenstellingen, die in den boezem dier natie worstelden, moesten in de Poëzie aan het woord komen. Hier gaat dus de eenheid teloor, en splitst zich de ééne stroom der Poëzie in veelheid van takken. Rustig, als met zilveren tint, kabbelden haar wateren langs het Muiderslot, en in gouden glans doopte de Prins der dichteren haar witgekuifde golven aan Amstel's boorden. Anders zong de leeuwerik zijn morgenlied in Hofwycks lommer, en anders weer floot de goudvink in Sorgvliets dreven. Brederoo was Revius niet.. Feith en Kinker zijn heel andere naturen. Nu nog, wie heeft ooit van Da Costa geverg ^om met de Genestet, van Beets om met Schaepman in koor te zingen? En al is voor Bilderdijk geen evenknie, noch voor hem, noch na hem, te noemen, toch overklonk ook zijn priesterlijk lied den koorknapenzang zijner dagen met nog iets anders dan met de kracht van zijn dichterlijk genie, ook zijn kracht school in een eigen dichterlijke inspiratie. Bilderdijk, het is zoo, was, als Calvinist, Milton niet 5*^). Zelfs verlokte de razernij van een Robespierre hem soms tot onvrijzinnige gedachten ; maar wie naast het P a r a d i s e lost Bilderdijks onafgewerkt Epos legt, tast en grijpt toch in die verwante en elkaar aanvullende stof bij Milton en bij Bilderdijk beide, de eenheid van de Calvinistische gedachte. Niet immers in een anders leiden van de vruchttak, maar uit de eenheid van den wortel spreekt het soort '"'). En vergis ik mij dan als ik in Revius zoo goed als in Huyghens ^^), uit Bilderdijk's Epos niet minder dan uit Miltons stouten zang, mij nog altoos dienzelfden donder van Gods vrijmachtige Souvereiniteit in de ziel voel dreunen, dien het Geuzenlied in zijn „Sidon quaetenverwoet, en heeft noyt Christenbloet, ghelyk ghi doet ghedroncken," over „Antwerpen ryck, de Keyzerlycke stede/'' deed losbarsten? ^^)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's

Het calvinisme en de kunst - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1888

Rectorale redes | 92 Pagina's