GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zonde en recht - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zonde en recht - pagina 32

Rede, gehouden bij het overdragen van het rectoraat der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

26 kennis van alle rechtsverhouding, zooals die van stonde aan was of in verband met de zonde uitkwam, — maar is toch door Gods gemeene genade niet alle mogelijkheid benomen, daarvan weder een meer of min getrouw beeld te ontwerpen, terwijl Hij nog daarenboven door de Heilige Schrift met rijke barmhartigheid licht ontstak in het duister, dat den mensch door de zonde omringt. Teedere ontferming Gods. De mensch ontzonk wel aan zijnen Schepper, maar kon daarmee toch diens recht over het werk zijner handen niet te niet doen. In den beginne schiep God den hemel en de aarde. Dat is niet bloot geschiedverhaal. Daarin ligt ook dat Gods macht en Gods wil duurzaam over het aardrijk gelden, gelijk in de profetieën van Jesaja daarop telkens wordt teruggekomen. Nog valt geen muschje ter aarde zonder zijnen wil; en zijn de hairen van ons hoofd alle geteld. Nog is er niets, dat van den Heere niet bestemming en ordinantie kreeg. De plicht der gehoorzaamheid is niet door 's menschen ongehoorzaamheid opgeheven. Slechts wierp hij zich in dien ellendigen staat, dat hij Gods wil in alles moet volbrengen, en toch dien wil, zelfs bij genade, maar ten deele verstaat. En evenwel geen onrecht, ook buiten de verzoening. Moedwillig heeft de mensch zich van het licht beroofd, dat hem voor dwalen hoedde. Reeds straft men den scholier, die uit achteloosheid zijn rekenboek verloor, en nu zijn werk niet kon maken. En zult gij dan, o, mensch! die hier het recht gevoelt, . God van onrecht betichten, omdat Hij van u eischt, waartoe gij in staat zoudt wezen, had niet het snoode opstaan tegen zijne Majesteit uwen blik omfloersd en uwe kracht gebroken ? Gods recht houdt stand, dat in zijne schepping alles leeft en zich beweegt naar het bevel zijns willens. Vandaar dat ook na den val alle recht in den meest volstrekten zin blijft uitgaan van God almachtig en drieëenig. „Es leuchtet hier von vornherein ein," zegt Harms, „dass auch das Recht seinen Grund haben muss in Gott, da schliessUch die Erkenntniss aller Dinge in der Erkenntnisz Gottes begründet ist." S3) Maar ook is noodig, dus merkt hij verder op, na te gaan in welken zin het recht in God zijnen grond heeft 54).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's

Zonde en recht - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1895

Rectorale redes | 100 Pagina's