GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 22

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 22

Rede bij de overdracht van het rectoraat aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

18 gemeene, het ideëele uit, dat waargenomen wordt in het bijzondere, bij wijze van intuïtie; de klank van het woord beantwoordt aan eene zekere emotie. Op welke wijze dat geschiedt? Wie zal het ons zeggen! Wie de taal tot in hare wortelen tracht na te speuren, komt voor het mysterie der ziel zelf te staan. Uit de voor ons niet te peilen diepte van haar wezen komt de taal op. Daarom ziet zij, zooals BILDERDIJK zegt: »alles beeld en spiegling en verband; in 't leefloos stof den indruk van het leven". 25) Als logos is de taal het afschijnsel van de ziel zelf. Daarom heeft de poëzie haar eigen taal: de ziel van den dichter, wanneer het enthusiasme haar aangegrepen heeft, staat hoog boven het peil van het dagelijksche leven; ze vertoont den naglans van de schoonheid, die de ziel des menschen tooide, toen ze in ongebroken gemeenschap met haren Schepper in den hof van Eden de reine schoonheid der eerste schepping, de weelde van f- het Paradijs genoot. In alle schoonheid is rhythmus en harmonie. Is het dan een wonder, of is het niet veeleer eene scheppingswet, dat de taal der poëzie, als uitdrukking der schoone ziel in haar aangedaanzijn door de schoonheid, in welk deel ook van Gods schepping, rhythmisch is en harmonisch? Door welke middelen dit geschiedt, door parallelisme; alliteratie, maat, rijm, strophen of op welke andere wijze, is eene vraag van feitelijken aard; welke feiten zeker met het beginsel samenhangen, doch niet onmiddellijk, maar door den aard van het volk, van zijne taal en zijne geschiedenis. Andere eigenschappen der dichterlijke taal, als hare aanschouwelijkheid, hare plasticiteit, haar streven om aan de woorden hunne volle kracht en werking te geven, waardoor zij de vulgaire en versletene als ontmunt geld ter zijde legt, oude en ongewone, wanneer zij het verdienen, weder opneemt en nieuwe vormt, kortom alles wat tot de kunst der taal behoort, hangt zóó nauw en zóó duidelijk met het beginsel der poëzie samen, dat ik thans daarop niet nader behoef in te gaan, wat mij trouwens de tijd zou verbieden. De dichter heeft meer dan iemand anders, meer ook dan de redenaar de gave des woords: hij alleen geeft zich zelf, geheel zijne ziel in het lied, dat hij zingt, bij hem zijn in het woord

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's

Beginsel en norm in de literatuur - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van maandag 28 oktober 1901

Rectorale redes | 46 Pagina's