Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 22
Rede ter gelegenheid van de 56e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit
i8
z.g. „Erlebnis"-paedagogiek, of van wat zich als zoodanig aandient. Anderzijds dient hier te worden gewezen op een typische poging om de theorie van de „Erlebnis"-paedagogiek te stellen in dienst van andere politieke principia. Wanneer Kawerau spreekt over het "Erlebnis"-principe bij het geschiedenisonderwijs, ^^^) dan zegt hij, dat het „Erlebnis" hier in dienst staat van het nabeleven van de continuiteit in de ideaalstellingen bij het menschelijk geslacht. De grondslag voor het geschiedenis-onderwijs is dan het zich één voelen van het kind met al het menschelijk streven. Het kind dringt uit zijn eigen beleven in het verleden in, en zoekt met dat verleden een weg naar de toekomst, om voor de gemeenschap de idealen tot uitdrukking te brengen, die het menschelijk geslacht op duizenderlei wijze heeft gemanifesteerd en die nu ook hij in de sociale gemeenschap wil uitleven. •^^^) Zoo komt men los van de kunstmatige benaderingswijze der dingen der oude school en voedt men levende kinderen op, zoo zegt Kawerau. Dit zijn hier dan socialistische kinderen. Dat ook positief-christelijke kringen door de methodiek van de „Erlebnis"-paedagogiek werden bekoord, bewijst o.a. het optreden van Herwagen. ^^^) Niet alleen bij de geschiedenis, ook bij andere z.g. „opname-vakken" vond het „Erlebnis"-principe toepassing. Wij denken hierbij speciaal aan het taalonderwijs. Scherp werd hier het ideaal geformuleerd door E. Linde •'^^) als hij betoogde, dat het ideaal bij het taalonderwijs is: den geest en de ziel, die de spraak hebben geschapen, daaruit weer te ontwikkelen op zulk een wijze, dat zij één worden met de ziel en den geest van de kinderen. En wat het onderwijs in den stijl betreft, moet het doel van het leeren zijn: het kind zóó vrij te maken van alle banden, die hem vreemd zijn, dat hij den eigen inhoud van zijn ziel kan openbaren en dat in den taalforw tot uitdrukking brengen. Het stijl-onderricht moet opgebouwd zijn op het levende taalgevoel van het kind. ^^'^) De „Erlebnis"-wereld van het kind moet een vormgevende kracht zijn ook voor den stijl dien het kind schrijft. K, Linke ^^^) heeft zelfs in een grammatica in 1921 dit beginsel consequent toegepast. Van groote beteekenis was de „Erlebnis"-gedachte uit den aard der zaak ook voor het godsdienstonderwijs. In zooverre is hier de toestand eenigszins anders dan bij de andere vakken, dat rondom de methodische vraagstellingen zich allerlei discussies ontwikkelen over den aard van de religie en over de beteekenis van de religieuze phaenomenen. ^^^) Het meest consequent wordt de „Erlebnis"-gedachte wel uitgewerkt voor de catechetiek door Kabisch ^^^) en zijn school. Weliswaar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936
Rectorale redes | 64 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936
Rectorale redes | 64 Pagina's