GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 41

Rede ter gelegenheid van de 56e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

37 dikwijls meer vrucht van een op wijsgeerigen grond gekoesterden wensch dan van gedegen onderzoek naar de werkelijkheid. Want ten opzichte van de innerlijke beleving van het kind staan een tweetal feiten vast. Ten eerste dit: het kind pleegt zich zijn eigen beleving niet opzettelijk bewust te maken. En de beleving, die het bewust of onbewust heeft, ervaart het niet als subjectieve grootheid, maar als hem toekomende uit het object. Het kind beleeft het niet zoo: „ik ervaar schoonheid „aan" dat object", maar „dat object is schoon". Doch tot een soort zelfanalyse komt het kind beneden den twaalfjarigen leeftijd eigenlijk nimmer. Kinderpsychologisch is dit ook wel te begrijpen. Immers beneden dien leeftijd heeft het kind nog niet het vermogen, zichzelf als een soort mikrokosmos te zien; het weet nog niet, dat het zelf heel eigen, van alle andere ervaringen onderscheiden „Erlebnisse" heeft. ^^^) De zelfbeschouwing van het kind, voor zoover die beschouwing aanwezig is, richt zich als regel alleen op corporeele hoedanigheden. En wanneer in de praepuberteit de neiging tot nadere beschouwing komt, richt zich die eerder op de uitdrukking dan op de beleving. Het kind begint b.v. met een poging een woordzin te beschouwen, of den zin van een bepaald gebaar te overwegen. Eerst omstreeks het dertiende jaar komt de geschiktheid, ook eigen ervaringen en belevingen aan een nadere analyse te onderwerpen. ^^^) Dat dit zoo is, hangt weer samen met het feit, dat het kind vóór dien tijd nog niet het vermogen heeft om uit eenheidsstructuren bepaalde deelen te isoleeren. En deze isoleering van het enkele „Erlebnis" uit de „Erlebnis"-keten is toch noodig, zal het kind in staat zijn eigen innerlijke beleving bewust als bron of middel der kennis te hebben. Natuurlijk beteekent dit niet, dat het kind geen bepaalde innerlijke belevingen heeft. Maar toch moeten wij aan deze innerlijke belevingen van het kind niet te veel gewicht hechten. Het is waar, dat het kind bij zijn waarnemen en leeren kennen schier steeds emoties heeft. Deze emoties worden door het kind gebonden, zooals gezegd werd, aan het object zelf. Zij hebben ook groote beteekenis in zooverre, dat door deze emoties in het kenleven van het kind bepaalde accenten worden gelegd, zóó, dat het geaccentueerde door het kind gemakkelijker in het geheugen wordt bewaard. Door het emotioneele karakter van deze innerlijke belevingen verkrijgt dus voornamelijk het onderwijs een hulpmiddel om het kind meer blijvende indrukken te geven. ^^^) En als zoodanig zijn deze innerlijke belevingen van het kind van groote waarde. De paedagoog, die er geen rekening mee houdt, verstaat zijn werk niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936

Rectorale redes | 64 Pagina's

Innerlijk beleven en kennen in de structuur der opvoeding - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 20 oktober 1936

Rectorale redes | 64 Pagina's