GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 27

Rede uitgesproken ter gelegenheid van den Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ondergaan, in geboren worden en sterven, gebeurtenissen, die afgemeten worden naar tijdsruimten, die als de lettergrepen en de woorden van den gang dezer wereld zijn. Evenals ons gesproken woord daarheen gaat door elkaar opvolgende en dan weer verdwijnende woorden en passend en aangenaam wordt onderbroken door afgemeten pauzen, zoo gaan ook de tijdelijke dingen daarheen en worden onderbroken door den dood van hetgeen geboren is en aan dit rhythme ontleent deze gang van zaken zijn schoonheid " ) . Deze zelfde numerositas nu beheerscht ook de rhetorisch gebouwde perioden, die hun schoonheid ontleenen aan de gelijkheid der deelen '*). Want wanneer in een periode telkens twee cola paarsgewijs met elkaar correspondeeren, of een enkel colon tusschen twee andere instaat, zoodat het tot die beide in gelijke zinsrhythmische verhouding staat, dan berust een dergelijke gelijkheid, naar Augustinus' redeneering '^), op het getal, en door de werking van dat getal is voor ons besef de periode schoon. Maar bovendien zijn het de leden van den volzin, die hem in deelen scheiden en door gemarkeerde pauzen aangename en noodige onderbrekingen bewerkstelligen. Beide nu, numerositas en cola-indeeling doen Augustinus denken aan het rhythme van opgaan en ondergaan en aan de indeeling der tijdelijke dingen en hun onderbreking door den dood. Terwijl Augustinus van het muzikale rhythme uitdrukkelijk zegt, dat het ons vermaant te letten op de numerositas van het wereldbestel ™), doet hij hetzelfde niet van den rhythmischen isocolischen zinsbouw, maar reeds de vergelijking van voortgang en pauseering met het leven en sterven der tijdelijke dingen en het feit, dat hij in dit alles dezelfde schoonheid ziet, doen ons, naar ik meen, in de sfeer van zijn gedachtenwereld, terecht aannemen, dat hij ook den rhetorischen zinsbouw ziet als uitdruksel van den rhythmischen, door God geleiden gang der gansche wereld. Augustinus heeft zich, in overeenstemming met zijn eigen opvatting, niet afgetobd met de vraag of hij rhetorisch schrijven mocht. Waar de stof, die hij te behandelen had, het naar zijn oordeel eischte, deed hij het, omdat hij geloofde er de waarheid mee te dienen. Want hij was ervan overtuigd, dat de waarheid schoon is en dus, zal ze in signa harer waardig wor25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1939

Rectorale redes | 34 Pagina's

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1939

Rectorale redes | 34 Pagina's