De invloed van het christendom op het Romeinsche recht - pagina 38
Rede ter gelegenheid van de 60e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit
2S) Steinwenter, Eine kirchliche Quelle des nachklassischen Zivilprozesses, in Acta II, p . 123 vg. 28) Beck, Römisches Recht bei Tertullian und Cyprian, 1930, passim; Christentum und nachklassische Rechtsentwicklung, in Atti, II, p . 9. 2T) Pag. 113 vgg.; de in noot 91 bedoelde plaats is Calvini opera, 24, 689. 28) I. I, 8, 2. 29) Zie b.v. Lauterpacht, Private Law sources and analogies of international law, 1927, p . 178. 3") Impronte di diritto roraano nel carteggio di S. Paolo e nella volgata del nuovo testamento, in Acta, II, p . 91 vgg.. 31) Seuffert, Das Recht im neuen Testament, 1899, p . 18. 32) P. 15. 3*) A.W.; p. 90 en passim. Evenzoo Balan, Leges Justiniani de haereticis, in Acta II, p. 483 vgg.. 34) Erman, Z. 59, p. 690^ Vgl. Alivisatos, Les rapports de la legislation ecclésiastique de Justinien avec les canons de l'Eglise, in Atti, II, p. 84; Biondi, Religione e diritto canonico nella legislazione di Giustiniano, in Acta I, p . 101 vgg.; en daarover Scherillo in Studia et documenta historiae et iuris. III, 1937, p. 198. 3") Vgl. Alivisatos, t.a.p. 36) Zie bijv. Jonkers, De l'influence du Christianisme sur la legislation relative k l'esclavage dans l'antiquité, in Mnemosyne, 1934, p . 260. 3'^) Jonkers, Invloed van het christendom op de Romeinsche wetgeving betreffende het concubinaat en de echtscheiding 1938, p. 95, 104. 38) Q^ 5_ 27 c. 5. 3») CÓd. Theód.'rV, 6, 1 Commentarius. *") Nov. 38, praef. 1. Vgl. Jonkers, a.w.; p, 90 vg. '"•) Leifer, Christentum und römisches Recht seit Constantin, in Z. 1938, p . 185. Vgl. Riccobono, L'influsso del Cristianesimo sul diritto romano, in Acta II, p. 77 vg.; Beck, Christentum und nachklassische Rechtsentwicklung, in Acta II, p , 92 vgg.; Roberti in Cristianesimo e diritto romano, p . 39 vgg.. *2) Zie bijv. Bruck, Die Gesinnung des Schenkers bei Johannes Chrysostomus in MNHMOSÏNA HAnnorAIA 1934; en dezelfde, Kirchlichsoziales Erbrecht in Byzanz; Johannes Chrysostomus und die mazedonischen Kaiser, in Studi in onore di Salvatore Riccobono, Vol. III, 1933; Beek, Römisches Recht bei Tertullian und Cyprian, 1930; Roberti, „Nasciturus pro iam nato habetur", nella fonti cristiane primitive, in Cristianesimo e diritto romano, 1935. 43) T.a,p. p. 73 v.g.g.. 44) De Frascesci, L'azione degli elementi stranieri sullo sviluppo e sulla crise del diritto romano, in Archivio Giuridico XCIII p-177 vgg.. 45) Leifer, Christentum und römisches Recht seit Constantin, Z. 1938, p . 192. 46) Vgl. March!, Dell'sinfluenza del christianesimo sulla condificazione Giustinianea, in Studi Senesi, Vol. XXXVIII (1924), p. 74; Bruns—Lenel, Geschichte und Quellen des römischen Rechts, in Holtzendorff, EnzyklopSdie der Rechtswissenschaft, Band I, 1915, p . 375; Albertario, Introduzione storica allo studio del diritto romano Giustinianeo, 1935, p. 88. *T) Nov. 14, c. 1. 48) Geist des römischen Rechts, II*, p . 142 vg.. 49) Van der Heyden, Natuurlijke normen in het positieve recht, 1933. Daartegenover Hedemann, Die Flucht in die Generalklauseln, 1933.
36
«
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1940
Rectorale redes | 40 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1940
Rectorale redes | 40 Pagina's