Problemen van wereldhandel - pagina 14
Rede ter gelegenheid van de 83e herdenking van de stichting der Vrije Universiteit
handel in het algemeen zijn evenwel niet bijzonder gunstig. Integendeel, sinds het begin van de jaren vijftig is wel de waarde van de uitvoer der ontwikkelingslanden toegenomen maar hun aandeel in de wereldhandel is gedaald. Tussen 1950 en 1962 nam het aandeel van de ontwikkeHngslanden in de totale wereldhandel af van 31 % tot 23 % ^^), het aandeel van hun exporten nam nog iets sterker af, omdat hun importen ten dele met internationale kapitaalhulp werden betaald. Voor deze gang van zaken zijn verschillende redenen aan te voeren. f"' Zoals bekend betreffen de exporten der ontwikkelingslanden voori namehjk voedingsmiddelen en agrarische grondstoffen; de uitvoer van j ertsen en aardohe maakt ongeveer ^ van him exportwaarde uit. Nu hebben de producten van agrarische oorsprong niet alleen een ongunstige prijsontwikkeling ondergaan, maar ook andere factoren spelen hier een rol. De productiestijging in de geïndustrialiseerde landen, die als zodanig vraagvermeerderend werkt voor de exportproducten der ontwikkelingslanden, heeft met name dit beeld te zien gegeven, dat de bedrijfstakken, die relatief weinig wereldgrondstoffen gebruiken, zoals de machine-industrie, de electro-technische industrie en de vervaardiging van vervoermateriaal, de sterkste productietoeneming hebben vertoond. Bovendien hebben de synthetische grondstoffen ten dele de plaats van de agrarische producten ingenomen. Tenslotte hebben de beschermende maatiegelen, die de Westerse landen over het algemeen ten behoeve van hun eigen landbouwproducten hebben getroffen, de exporten van deze goederen van de ontwildcelingslanden nadeHg beïnvloed.^^). Er is geen reden om te verwachten, dat de factoren, die structureel de exporten der ontwikkelingslanden nadelig hebben beïnvloed, in de nabije toekomst niet meer werkzaam zullen zijn. Dit alles betekent, dat de ontwikkelingslanden naar het zich thans laat aanzien, hun invoerbehoeften, willen zij hun ontwikkelingsplannen kunnen uitvoeren, in zeer onvoldoende mate met hun exportopbrengsten zullen kunnen dekken. Hiervoor zou immers nodig zijn, dat de exportopbrengsten in sterkere mate toenemen dan de wereldhandel in haar geheel tot nu toe is 21) Berekend op grond van gegevens uit de jaarverslagen van de Bank voor Internationale Betalingen. 22) E. Devons: „Understanding International Trade", Eoonomica 1961, blz. 351—359 acht het ook mogelijk, dat de ontwikkelingslanden het aanbod relatief hebben beperkt vanwege hun industrialisatie-pogingen. De prijsbeweging geeft echter m.i. aan deze gedachte weinig grond.
12
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1963
Rectorale redes | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 21 oktober 1963
Rectorale redes | 24 Pagina's