De Begenadigde.

Men kan niet beweren dat wij Gereformeerden veel over Maria, de moeder des Heeren spreken, noch dat onze belangstelling zioh bijzonder richt op deze Begenadigde onder de vrouwen.

Dat wekt vooral verbazing in onzen tijd, waarin ook de christenvrouw zich haar bijzondere roeping al meer bewust gaat worden. En nu zou men verwachten, dat haar blik zich vooral zou richten op Maria, als een sch, oon voorbeeld van ©en echt geioovige vrouw, die verwaardigd werd tot de hoogste taak, waartoe God de menschheid bestemd haid, om, naar het vleesch, den Middelaar voort te brengen; en tegelijk tot hel hoogste offer, dienstmaagd des Heeren te zijn in heilige overgave van zichzelf.

In haar Lofzang had Maria voorspeld: „Van nu aan zullen rhij; zalig spreken al de geslachten" — beweer ik , te veel als ik zeg dat ons geslacht aan dat zaligprijzen niet luid-op mee doet? Ge gevoelt: daar moeten redenen voor zijn.

Ik noem er twee.

Ten eerste: Menschen kunnen ons niet zalig maken: ook Maria niet. Maria is er om Jezus. Wie Maria zoekt, de echte, die vindt Jezus. In Nazareth is het niet, maar in Bethlehem. Zoozeer is zij dienstmaagd des Heeren, dat , zij alle aandacht saamspant op haar Jezus, en voor Hem slechts plaats vraagt. Ja, zij heeft haar Zoon loeren verlieZien om haar Zaligmaker te vinden. Hij moet wassen, zij minder worden.

Ten tweede: Wij zijn altijd bevreesd in den bedwelmenden' rook der Roomsche Mariavereering terecht te komen. Deze is niel anders dan afgoderij. De ootmoedige maagd van Nazareth wordt Koningin des hemels gemaakt; de moeder van Jezus, de moeder Gods; de zondares wordt een heilige; de docht e r der genade wordt moeder der genade; de verloste, voorspreekster' in den hemel. De H. Schrift laat slechts even één lichtstraal van genade vallen op Maria, de Roomsche Kerk omhult haar hoofd met een stralenkrans van heiligheid. De religie wordt daar meer en meer Mariadienst. Moeten wij nu over Maria zwijgen, uit vrees dat zij de glorie van haar Zoon verdonkere ?

Of zouden we daardoor niet te kort doen aam de eer van Go'd, die haar door engelenmond liet prediken: Gij hebt genade bij Goid gevonden?

Wie Maria dan ook als „begenadigde" leert zien, enkel maat als „begenadigde", die zal mot haar den Heere als Zaligmaker roemden.

Blijft het niet een ondoorgrondelijk mysterie waarom God juist deze eenvoudige timmermansbruid verkoos, opdat haar moederschap den raad der verlossing zou dienen?

Bij de aankondiging der geboorte van Johannes den Dooper beweegt alles zich nog in de öfticiëele religieuse sfeer: in' 'Jerusalem, op Si on, in den tempel, in het heilige, bij het allaar, bij het offer; en de' hoofdpersoon is een priester in den dienst van zijn ambt.

Als nu zóó reeds de aankondiging van den Voorlooper geschiedde, in welken kring z: Ou dan wel die van den Koning plaats vinden? Zoudt ge niet verwacht hebben: rechtstreeks aan den Hoogepriester eai in het heilige der heiligen?

En zia nu. De sterke Held Gabriel gaat naar een dal, van de beschaafde wereld vrijwel afgesloten; naar een stadje, dat nergens in hel Oude Testament voorkomt; naar een landelijk huisje dal zich in niets van de. andere onderscheidde, maar dat stellig héél sober ingericht was, in deze'n uilhoek van het land; naar een maagd, van wie fle menschen buiten Nazareth nooit gehoord hebben. De eenvoudige handwerkman Jozef is blij dat zij zijn vrouw wil worden, .maar verder dan .het dal en het bescheiden brood strekken zichi hun beider wenschen niet uit.

Daar waren wel andere meisjes in het H. Land, in ons oog veel beter geschikt'voor deze grootsche roeping, jonge dochters van hoogen rang en stand, ' van fijne beschaving, van rijke begaafdheid, van spranlcelende genialiteit misschien. Maar neen.... deze zou het zijn, de onbekende, nochtans de Gezegende onder de vrouwen. Waarom? Omdat de Heere ook bij het inbrengen van den Christus in de wereld wilde toonen dat het alles genade; was, loutere genade. In de keuze van Maria ziet ge de absolute souvereiniteil van onzen God uitblinken, de vrije gunst die eeuwig Hem bewoog.

Het hooge en groote ging de Heere voorhjj.

Rijken heeft Hij in hun waan ledig weggezonden.

Maar dei nederheid Zijner dienstmaagd zag .Hij aan, opdat geen vleesch zoude roemen voor Hem. Maria was pn bleef enkel maar „Begenadigde". En de eenige reden dien de hemel haar openbaart, waarom de keuze op haar viel, is: zij heeft g e-nade bij God gevonden.

Alles genade, onverdiende zaligheid. De onmacht van het genereerend en barend menschengeslacht was eeuw aan eeuw gebleken, want niet één reine was er uit onrainen geboren, niet één Verlosser uit zondaren.

Alleen vrije genade Gods zou redding brengen in den Christus. En deze zou in alles geschenk van Gods genade zijn. Genade bij God gevonden — dat is het wonder geheim van de Moeder des Heeren in haar dienstmaagdsgèstalte.

Genade bij God gevonden, daarin alleen ligt nog de grond der hope voor allen die dezen Jezus met waar geloof aannemen en in Hem alles hebben wat tolt hunne zaligheid van noode is. Daarvan roemde de Begenadigde in haar lofzang: Zijne barmhartigheid isi van geslacht tot geslacht over degenen die Hem vreezen.

Genade alleen verlost.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen