GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET JAAR 1920.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET JAAR 1920.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

„Er is geen kracht oui te l)aren." Daax'mede kon "— naai' ik in het eerste artikel schreef — het jaar 1920 m. i. het best worden gekarakteriseeixl. Ik wees daai'bij op den politieken, ceconomischen, religieusen en zedeiijken toestand over heel de wereld. Maar ik meen ook lichtpunten te zien.

„Er is geen kracht oui te l)aren." Daax'mede kon "- naai' ik in het eerste artikel schreef - het jaar 1920 m. i. het best worden gekarakteriseeixl. Ik wees daai'bij op den politieken, ceconomischen, religieusen en zedeiijken toestand over heel de wereld. Maar ik meen ook lichtpunten te zien.

Wel scjiittereai 'eï enkele .sterren, die' bewijzen, dat de wolken nieit overal er-en diciit over elkanider zijn heengesohoven.

En wij zijn damibkar, • niet het allermeest pna het weinigje licht, dat zij' op, deai donkeren wereldchac« werpen, maar om de hoop, welke zij doen herleven.

Daar is vooreerst het langzamerhand wijken' van de oorlogspsychose. De haat, welke de vroegere vij'aö'den ook na het sluiten van den vrede verhitte, is gedurende dit jaar aanmerkeilijfc bekoeld. Daartoe werkten voorzeker ook oeoonomische motieven mede. Winkels in Brussel en Antwei-pen, die voor enkele jaren de bevolking kond deden, dat daar nooit meer aan een Duitscher zou worden verkocht of ook Dui.tsche producten te koop gouden worden aangeboden, heriimeren er aan, dat e-lke menschelijke „eeuwigheid" niet zoo lang behoeft te duren als die van het „eeuwig", edict. Zoo diep gaat 'dé volkèrenJiaajt niet meer, dat men onder het neuriën, van z'n volkslied een inlaaidsch fabrikaat gaarne een paai* franken duurder betaalt. De landen beginnen te gevoelen, dat zij' elkander noodig hebben om jiit het oeconomisch moeras te klauteren. Toch werken hier ook' edeler factoren. Het gevoel van menschelijkheid spreekt weer. Vandaar, dat men in Engelaitid: zijn medelijden met de hongerende Oosteïirijksche kinderen ondubbelzinnig toonde. En Frankrijk moge nog h©t koppigst nam'okken, wat Amerika doet, wteegt daar tuim tegen op: het drijft jegens de middeürijken liefdadigheid op Amerikaansche schaal, het verzamelt dollars bij' miljoenen.

Voorts dient gelet op den drang tot .consolidatie (versteviging en btevestigiïig), welke zoo goed als overal aan den dag komt. Bij den aanvang van 1920 was hiet in Duitsohland een dansen op het slappe koord. Revolutionaire ontploffingen waren aan die oi^e van den dag. De Kappiade veroorzaakte kortsluiting. En aaïi het einde van dalzelfde jaar beleeft men er het wonderlijke schouwspel, dat hoewel de meerderhieidssocialisten in de minderheid zijin, éen hunner rijk'spresident bleef en mét de vroegere minderheid uit centrum, volkspartij' einz. de rijfezaken gaande houdt en het er betrekkelijk iTiBtig is. Andere landen hebben zich zoozeer van .dé revolutionaire avonturen afgekeerd, dat terugkeer tot den monarchalen regeering'svorm daar een kwestie van tijd moet geacht. Reeds bereidde Griekenland zijtn ouden koning een blijde inkomste.

Vervolgens heeft men het recht zich af Ie vragen of ook op sociaal gebied niet de eerste schaduwen van bezinning worden vooruitgeworpen. Er zijn teeken-en, die er op duiden, dat m^en het niet koopen van Jiet publiek ondanks de prij'sdaling gaat wijten niet aan onwil, maar aan onmacht, aan uitputting van koopkracht. Anderzijds is men van de statingssport — want daarvan was in de eerste maanden van het voorbijgegane jaar deze „uiter­ ste reniteidie" ontaard — spoediger beu geworden dan van de danswoede, stellig onder den indruk' van de dreigende werkeloosheid. Bij vele so_Gialisten schijnt — vooral zoo him confraters wethouderszetels of andere hooge stoelen békleeden — 'de verstandskies door te breken. Zij' hebben zich tenminste hier en in het builenland al tot die hoogte opge^verkt, dat zij' zich er weleens rekenschap van geven, hoe de twee einden van het financieele koord aan elkander te knoopen zijn.

Dan — en dit is misschien nog het meest moedgevende — koffl'sn leidende maimen in alle landen onverholen voor hun pessimisme uit. In vorige jaren, waien er ook wel, die de toekomst donker inzagen. Maar slechts een hoogst enkele dorst dit ziehzelf en anderen bekennen, 't Was' alsof men op een uitkomst hoopte, die dezer dagen d'Annunzi'ó te beurt viel. Toen "de ellende van Fiume op 't hoogst was geklommen, steeg deze dictator in een vliegmachine op, vloog 'door azuren luchten en to: en hij ergens neder streek lag de uitnbodjging voor hem Jilaar om zijn intrek te nemen in een der prachtigste villa's in de heerlijke Riviera. Maar zulke Zondagskinderen vindt men er niet één op de duizend. Dat is men zich gaandeweg toch bewust geworden. En wat een der voornaamste staatslieden der wereld nLsprak: „bet is thans misdadig optimistisch t© zijn", of wat een opzer groote liberale bladen in zijii oudejaarsavond-overzicht schreef: „Het is niet mogelijk' pp het oogenbljk blijmoedig te zijn" Ijegint hoe langer hoe meer publieke opinie te 'worden. Daartoe moet het ook komen, zal er ooit van herstel weer sprake zijn. Dat pessimisme geeft op-zichzelf weer reden — miits men niet te haastig er inee ; zij — tot optimisme.

Eindelijk deed de wetenschap — men vreeze niet, dat. ik hierover te breed zal uitwijden, ik wensch in deze rubriek althans door allen gelezen en begiepen te worden — nieuwe stappen in de richting naar de bescheidenheid. Had men vroeger dikwijls slechts e'en paar slecht geconstatee'rd© feiten noodig om er een wereldomvattende theorie op te bomven, dit jaar levei'de nieuwe bewijzen, dat men eerlijker tegenover de feiten wil staan en liever bij de feiten wil blijven btaan, dan een voorbarige verklaring opdringen. Begon Kuyper zijn machtige oratie over „De Evolutie" aldus: „Onze eeuw sterft weg onder de hypnose van het evolutiedogma", deze hypnose schijnt thans zoo langzamerhand te zijn uitgewerkt. Het evolutionismé heeft denkelijk zijn tijd gefead. Wat daarvoor in de plaats treden zal, laat zich' nog niet gissen. De ernstige geleerde van de overzijde doet op 'toogenblik weinig anders dan feitenmateriaal verzamelen. Het christendom' doe slechts te ktaehtiger zijn antwoord hooren op veel wat voor het tijd'skind nog een vraag is. „Wijl weten". Het erkénne dé veelheid van problemen. Maar het belijde tevens de vastheid zijher begiaiselen.

Wij zouden nog meer lichtende verschijnselen kunnen noemen. "Maar dan zouden wij' de grenzen, door ons getrokken, ovexschWjden.

Het hier genoemde ligt alles op het teriein der „gemeene gratie". Dat het terrein der particuliere genade in het vervlogen jaar over het wereldrond aanmerkelijk verbi^eed is, kunnen wij, ondanks veler dwep^en met algemeen religieuse opwakin^n, niet toestemmen. Zeker, ook dit jaar zijh er toegedaan, zoovelen als er araail .Go'ïs voornemen geroepen zijh. Maar d'aartegenoiver staat een .doorwerking van den afval, die ; ons voor een hang raadsel stelt.

Maar toch, dat de Heere Zijh aJgemeene genadey welke Hij' gedui'ende 'de oorlogsjaren scheen in te krimpen, weeii uitbreidt, stemt tot iiïnigen dank.

Het zou zondig zijh den rijkdom' Zijner verdraagzaamheid niet pp te merken.

Wat boven van és internationale omstandigheden werd gezegd, geldf ook voor pns land. Nam Neiderland in de oorlogsjaren veelszins een uitzon­ deringspositie in, thans worden we het aan alles gewaar, dat we ook een deel der gewone wereld] zijn. Noch door stakingen — men raakte den tel er bij kwijt, alleen de onverantwoordelijke poststaking bleef het bitterst in het geheugen — noch door prij'sdaling werden we vergeten. Zelfs in onze spoorwegmisère konden we het niet tot „eenig"heid brengen, hoewel het mysterieus karakter van die misère hier misschien wel het grootst is. Ieder meent wel 'de oorzaak te kennen. Doch dat komt hierop neer, dat niemand ze kent. Maar in elk geval is het zoover gekomen, dat, gelijk iemand zich uitdrukte', men tegenwoordig verstandiger doet op een almanak 'dan op een spoorboekje te reizen. Ook kriselde het bij-; ons in het parlement, gelukkig zonder vèrstre-kkende gevolgen.

Om nu echter op kerkelijk gebied over te gaan. De maimen en zeker niet mind'er de •vrouwen van de algemeen-religiense groepen genoten van 'dé persoonlijbheidsaanraking met Tag ore. Naar men wil werd Mj nergens met meer eerbied bejegend' dan ten onzent. Ofschoon ook opvoedkundigen aJs Kerschensteiner en Maria Montessori, die ons land met een bezoek vereerden, over gebrek aan sympathie niet hadden te klagen, verdichtte om' Tagore de sympathie zich tot vereering. En Tagore is... ©en heiiden. Dat meiischen van christelijken 'oorsprong een bedevaart doen naar het heidendom', legt dit er geen droef getuigenis van af, dat er ook op dit gebied geen kracht is om te baren?

Voor de meeste kerkelijke groepen verliep 1920 in alle kalmte. De Protestantenbond vierde zijn gouden jubileum zonder veel geestdrift. Alleen in de Nederlandsche Hei-vormde ICjerk en in de Gerefoi-meerde kerken gebéurden belangrijke dingien.

De eei-ste verloor talentvolle mannen als de professoren Chantepie de la Saussaye en Daub'anton door den dood. Wa-tj' echter nog 'meer de aandacht trok was de verbetering der prédikantstracfementen en vooral de wijze, waarolp' die tot stand' kwam. De stoot 'daartoe ging uit van een Vereeniging Vcfn Predikanten.

In het eerst wilde het hoogere Bestuur op' den voorslag, van de-ze zijde gedaan, hiet ingaan. Maar de predikaaiten hielden, aan. De Synode haalde bakzeil. Deze eerste, proeve van vakbeweging slaagde schittei'end. Hoewel we vooropstellen, 'dat 'deze methode o-p kerkelijk erf p.i. niet mag toegepast en beneden de waardigheid van het predika'mbt ligt, willen wij er billijkhJeddBhalve aan toevoegen, dat het op de vergaderingen rustig toeging en niet met machtsmiddelen als staking werd gedreigd. Toch is men daarmee een gevaairlijkén kant opgegaan. De macht der kerkvoogdijen is geknot — wat niet te betreuren valt — maar dé dominocratie heeft daardoor eai nieuwen vorni gekregen, dié weleens zeer nadéelige gevolgen kan hebben. Ook heeft de Ned. Herv. Kierfc in de inning ^er kerkelijke inlfomöten voor dé traktementen den wieg van .centralisatie ingeslagen, een weg, die onze Gereformeerde broeders in die kerk verder van het doel voert, Idan zij' totnogtoe waren. De kans om' door reorganisatie de zelfstandigheid der plaatselijke kerken te herstellen , is daardoor, jammer genoeg, geringer gewplTd'en.

We wülen nog afzonderlijk eenige aandacht wijden aan ónze Gereformeerde 'Klerken.

1920 zal in veler heugenis blijven als het sterfjaar van Dr. K'uyper. Ofschoon Kuyper nationale beteekenis had, zoo lag de zenuv/ zijhjer kracht toch in zijh kerkelijken arbeid. Hij', die zich na zijh be-kéering de vrijmakihg der alonde Gereformeerde Kerken tot een voornaam levensdoel had gesteH, zag dit doel betrekkelijk' spéedig verwerkelijkt. In den weg; |ier doleantie'had hijl het zelf niet gezocht. Maar van synodale zijde drong men hem di, en weg op-. En hiji hoeft het nog m-et eigen pog mogen aanschouwen, hoe die kerken tot heerlijke-n opb'loei kWamen en .er van haar een gez, egeridid stuwkracht uitging. Hijl liet ons ha het voorbeeld

van 'den Reformator, die èn door zijn ümversitelit èn idoor zijta. scliaar van discipelen èn door zijn talrijk© geschriften tol ons spreekt, naidat hij g'o-_ storven is.

Onder Ide andferen, die ons ontvielen, dienen in het bijzonder verniield Sikkel en Klaarhamer. Beider invloedssfeer strekte zich veel wijdör uit Han de plaatselijke kerken, waaraan zij verbonden waren. Beiden boeiden door hun geloofsbezieling, die hun cngemeeaie zeggingskracht schonk. In het middelpunt van beider arbeid stooid: het Woord. Stond in Sikkel voor u de schriftgeleerde, in het koninkrijk der hemelen onderwezen, Ivlaarhamer openbaarde zich vooral als de man van levenservaring en levenspraktijk. We hebben niet veel van zulke mannen te missen.

Een andere slag, die nu en dan dreigde, werd Gode zij dank, alsnog afgiewend. Omtrent prof. Bavinck vernamen we nu en dan verontrustendei berichten. Maar hij werd ons nog gelaten. Mocht het den Allerhoogste behagen hem hersteld aan zijn arbeid aan , onze kerken terug te geven.

Nog een tweetal andere begaafde dienaren verloren wij, niet door deii dood, maar om hun afwijkende gevoelens. De Synode van Leeuwarden moest, niettegenstaalnde de kerkrechterlijke fouten, welke er begaan waren, het besluit der particuliere Synode van Zeeland, waarbij Ds. Netelenbos uit zijn ambt werd ontzet, tot haar droefheid goedkeuren. Ds. Wisse verliet ons eigener beweging. Zij'n heengaan is missichien wel een „fortuintje" voor onzie Christelijke Giereformeerde broeders. Naar oppervlakkig, menschelijk oordeel althans. Dodi af gedacht hiervan, treedt de Christelijke Gereformeerde Kerk mogelijk een ander stadium in. Bestonden er totnogtoe geen principieele belijdenjsversohillen tusschen ons en haar, het is niet onmogelijk, dat zij door Ds. Wisse aan zulk een principieel onderscheid wordt geholpen. Waarin dat precies zal 3> estaan, moet echter de toekomst leeren.

Toch geven deze jammere gebeurtenissen aan 1920 voor ons het stempel niet. Dit jaar bracht de roeping tot voortgaande reformatie onzer kerken tot nieuwe bewustwording. En dan denken we daarbij in de eerste plaats volatrekL niet aan ~de oprichting van ons blad, maar aan de Leeuwarder Synode. Zij weerspiegelde zoo ten volle den geest in onze kerken. De drangj is ontwaakt om èn in onze belijdenis èn in onze kerkinrichting rekening te houden met de noodeai onzer tijden en uit te bouwen in den Gereformeerd-historischen stijl. De Synode zette stekjes uit, in €le hoop, Üat God den wasdom niet zal inhouden. Zij' verrichtte fundamenteelen arbeid. In dat op'zicht werd 1920 voor onze kerken een historisch Jaar.

Hoewel er geen bond of vereeniging achter zat, krijgt men den indruk, dat de predikantstraktementen in onze kerken schier algemeen, zijki verhoogd. De kerk van „klein"-Amsterdam voerde het traktement tot een hoogte op, welke men voor vijf jaren onbereikbaar zou hebben geacht en toch deed ze dit niet om aan de spits te staan, maar omdait zij van de dringende noodzalcelijldheid was overtuigd. Ook v/ordt allerwege aan zwakkere kerken hulp verleend, .opdat ook haar dienaren van de grootste zorgen worden ontslagen.

Werd er veel gedaan om den nood der predikanten te lenigen, de nood aan predikanten bleef dezelfde. Wel valt te voorzien, dat de komende jaren eenige verbetering zullen aanbrengen, maaaafdoende is die niet. Hier doet zich een vraagstuk' aan ons op, dat ons meer en meer moet bezig houden.

Moesten we den algeaneenen toestand overziende getuigen: er is geen kracht om te baren, op onze kerken zoudetn we dat niet durven toepassen.

De roem is niet te stout: „Het geklan nings is bij haar".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

HET JAAR 1920.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 januari 1921

De Reformatie | 8 Pagina's