GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

18 minuten leestijd Arcering uitzetten

De droogte.

Elke pers-schoiuw dateert zichzelf. De onderwerpen wijzen uit, jn welken tijd men schrijft. Soms kan iets in den tijd tusschen schrijven en verschijnen van het blad zijn actualiteit al hebben verloren. In het onderhavige geval ware het te hopen. Nu ik 'hier in een stil Veluwsdh dorpje aan de samenstelling van deze persrevue bezig ben, ziet de hemel weer strak blauw. Alle gewolkte van gisteren is weggevaagd. Tot schrik vooral van de buitenmenschien. Wij hebben hier dan ook te doen imet een plaag, die zich over een groot deel van de wereld" uitbreidt en daarom verdient het volgende artikel van de „Amsterdamsche Kerkbode" overweging.

Eene bezoeking des H; eeren mag wel heeten de langdurige droogte, met welke aoo goed als geheel Europa wordt beaocht.

Van dag tot dag straalt de zon, vaak uit eenen geheel wolkenlooaen hemel op het aardrijk neder.

Alle sappen worden aan den bodem onttrokken , en met name die vrachten, welke geen diepte van aarde hebben, komen aan voeding tekort.

Dat i's meer, dat is iets anders dait een natuurverschijnsel.

Wij .zijn nog wijs genoeg, door genade, om daarin de hand des Heeren te aien, gelijk onze Heidelbergsche Catechismus ons daarin voorgaat bij de be-: spreking van de Voorzienigheid Gods.

Dat is niet slechts Oostersche beeldspraak; maar •, die Oostersche taal schildert ons de realiteit van , de regeering aller dingen door Hem, die in den , beginne schiep den hemel en de aarde.

Het is een nieuw geluid, dat 'izich aansluit bij de vele, die wij in den jongsten tijd vernamen, waarin de Heere Zijnen schepselen leert, dat ^ij menschen , zijn.

Niet in den oppervlaklrigen ain van zoovele waanwijzen, die het verklaren alsof dit woord bedoelde ons onze voortreffelijkheid te doen verstaan; maar in den waren zin, dat wij van kleinheid zidlen ' worden overtuigd.

De Heere doet wat Hem behaagt, .zonder daarover ons oordeel te vragen; en waiar de dw, a, ze mensch i meent het buiten Hem te kunnen stellen, leert Hij hun, dat het wel anders is.

Dat heeft Hij ons doen ervaren in den oorlog, ; waarvan de menschen dachten, dat die onmogelijk was geworden.

Dat d.oiet Hij ervaren in wat na den oorlog , in den aoogenaamden vredestijd is geschied.

V Dat e'al Hij ook laten zien in de toekomst, __waar de menschen meenen dat ontwapening mogelijk gal . zijn geworden.

Dat is telkens weer opnieuw de dwaasheid des . menschen, dat hij meent aan de oiordèelon Gods , te kunnen ontkomen izonder bekeering en zonder verootmoediging.

Helaas worden de menschen, die dat meenen niet alleen onder de heidenen' gevonden, maar ook onder hen die leven bij het licht van het "Woord van God, die .zeggen in dat Woord 'het licht te erken-I nen. op htm pad.

Och, 'dat hunne O'Ogen geopend werden om te izien en hunne harten geneigd om te erkennen, , boezeer zij dwalen!

Gereformeerd of Reformatorisch

Ziet men buiten eiken molrgen naar den hemel met het dilennna in |het Jrart: regen otf droogte, we behoeven gelukkig niet het dilemlma te sdheppen: Gerefonimieerd of Reformatorisch. In dat opzicht kan ik het toet (Ds) T. F(erwerda) in ibet „NooTd-Hollandsch Kerkblad" niet eens zijn. He» laas! Want ik ben biet zioo. graag met hem eens. Ziehier dan zijn bezwaar.

De oude Romeinen plachten te zeggen, dat woorden hun beteekenis krijgen door het gebruik en inderdaad schuilt er in deze verstandig^e opmerkinig veel waiars.

Daar hebt gje, om een voorbeeld te noemen, een woord als „Gerefoirmeörd" of „Heifvormd". Daaruit spreekt een stemming van rust. Als verleden deelwoord duidt het aa.n een ha, nidelLnig die is afgeloopeii, een voldongen feit, kortom iets dat werd bereikt. Daarentegen trilt er in het tegenwoordig, deelwoord „Protestant" iets van activiteit die in vollen gang is, gelijk ook in Remonstrant. Hier niet de plaoide kalmte van het algfedane, maar de beweging van een actie die voortduurt.

Toch izou, wie hier louter op den klank van deze woorden alging, zich deerlijk kunnen vergissen.

De vraag, welke richting meerder geestelijke kracht heeft geoefend in ons vaderland: het ietwat rumoerige Protestantisme (hier nu genomen als veriZiamelnaiam van al wat anti-Roomsoh is) of de 'i Gereformeerde gezindheid, kan door de aB, nh'angers van deze laatste met een gerust hart ter beslissinig aan een onbevooroordeeld his'toriekenner , W'Orden voorgelegd. Trouwens, het is bekend genoeg, ho.e oiLze igeestelijke vo'orouders den naam wajamiee de kerken, voortgekomen uit de meer Calvinistisch getinte Reformaf.e, worden aangeduid, niet verstaan hebben alao.f nu alles voor goed in orde was. „Reformatia quia semper reformianda, " was hun devies, wat izeggen wil dat de kerk gereformeerd is om voortdurend meer gereformeerd te , worden. Met Paulus ro.emden , zij niet in het aireede gegrepene, maar verstonden zij de roeping er naar te jagen of ^ij het grijpen mochten.

Evenwel blijkt in den laatsten tijd de gangbareterm onder ons sommigen niét meer te voldoen. Er is althans een nieuw woord dat hier en daar in oazo kerkelijke pers opduikt, , het woord: „re-

formatorisch". In izoover dit-woord bij degenen die hel, gebpuikenj dienen moet, om te laten gevoelen, dat de Grereformeerde waarheid en levenspractijk niet mag: venzianden in zekere qiiietistische voldaanheid met wat het verleden ons bracht, maar dat beide als een bruisende stroom aich ook leven-, wekkend door het heden hebben baan te breken, is er wel iets. in dat aantrekt.

Maar er is toch ook een ietwiat bedenkelijke klank in. Het woord mist namelijk een duidelijken, stelligen inhoiud. En zulke min of meer vage termen kunnen gevaarlijk worden. 'Misverstanden in het leven roiepen. Verwarring stichten. Verwijdering veroojjzaken. Ja, hoe goed ze oorspronkelijk bedoeld mogen aijn, kunnen ze op een dwaalspoor brengen.

Wij hebben ter aanduidiii, g van het streven om de doorwerking onzer beginselen naar de behoelH; en van het heden te bevorderen, dien naam „refor-' maborisch" niet noodig„ want dat streven vindt . ge uiteraard bij eiken G-ereformeerde die zijn tijd ^ verstaat. "Doch — wie maakt uit, waarin deze • doiorwerking moet bestaan?

In hoeverre is Uitbreiding van onzen miniatnur-• . gezangenbundel een reformatorische eisch? Is het . aandringen op breeder liturgische diensten een ge-I izond reformatorisch verschijnsel? Is de daad van de jeugdige kerk van Zandvoort (o, dat „jeugdige" als aanduiding' van een sinds kort ontkomen kerk! een hoffelijkheid wellicht tegenover de aUsters? ) •, een reformatorische daad?

Ziehier voor de hand weg gegrepen enkele kwesties die, men denke er overigens over .zooals men , wil, in elk geval nog onder ons in geding izijn. ; En juist met het oog op e'ulke 'kwesties kan , : . 't woord „reformatorisch" kwaad doen. Het kan er maar al te licht toe leiden dat een denkbeeld van A of een inval van B izich onder dit weidsche , stempel aandient, voordat nog is uitgemaakt of er sprake is van een normiale ontwikkeling van het 'in de belijdenis gegevene, dan wel van een insluipsel 'uit misschien niet al te zuivere bron.

En daarom — verwijt mij iemland dat ik niet Gereformeerd ben, dan weet ik zoo ten naasten bij heel duidelijk wat dat beteekent en dan .ga • ik mijzelf ernstig; onderzoeken, want goed Gereformeerd te zijn, ook in actieven zin, lijkt mij een , , zeer aanlokkelijk iets. Doch werpt mij iemand voor de voeten, dat ik niet „reformaitorisch" denk of doe, dat laat" miji voorshands .... Siberisch. Liever dan onder het oordeel van dezen of genen door te gaan, laat ik niij keuren door de belijdenis onzer kerken.

En dan, eerlijk gpaegd, is er hij hetgeen ons als „reformatorisch" wordt aangiekondigd, niet veel dat in het licht van het miachtige levenswerk der groote Reformatoren, ietwat petieterig aandoet?

Onze geacihte oonfraber, die anders • zoo glunder de wereld iniÖjkt, iheeft nu zijn oog m!et een bril bedekt em dan nog ; wel m, 'eit een zswarten. Het woiord „refomiatorlsclh", dat in onzen tijd en met name in ons blad nog al eens gebruiM • wordt, wordt door .he'm, ' in. miscrediet giebrac'ht. Is dit wel billijlk. Natuurlijk kan dia naaöi, ' worden misbruikt. Maar welk© naam loo'pt die kans niet? Wanneer vele lijdelijke richtingen zioh, .als de Gerefoataeerdön bij uitstek! aandienen, vergrijpen ze ziöh dan ook niet , aan den naajm „Gereformeerd". Mag dat er ons toe doen besluiten het woord „Gereforlmeerd" pmjs te geven. Niemand zal dat beweren. Maar dan beboeven we ook van den terra „reformatorisöb" geen afstand te' doen. Om' oins voor taalvemitning te vrijwiaïen, zluUen wg' wel doen, dien geheel voor ons op te eischen.

Iets anders zou het zijn, indien Gereformeerd en Reformatorisch algemeen werden gebruikt als elkander uitsluitende tegenstellingen. Dan ztouden we mlaeten kiezien of deelen. En wij zouden dan zeer beslist het „Gerefortüeerd" willen "behouden. Nu verhoiudt 'het zidh echter zóó niet. „Refoinajatorisch" dient oöi bet .actieve in het „Gereformeerde" toit uitdrukking te brengen: de plicht tot voortgaande reformjatie. Dat zit op zichzelf in het woord „Gerefortóeerd" ook al in. Ds F. merkt dat terecht op. Maar Wat er im zit miag er ook weleens ofpzettelijk uitgehaald worden. Het woord „reformatorisch" leent CT zich uitnemend toe. Het is als een waarsahuwing voor ons Gerefortnieerde volle: denkt erom, gij' hebt voort te varen.

Trouwens, Ds F. dacht er voor enkele jaren ook 'nog niet zoo solnber over als nu.-Toen jemand naar aanleiding van de 'zaak Netelenbos sdbreef: „dat is een reforlnatorisohe daad!" sloot hij (hij' was toen nog Kroniekschrijver in „Gereformeerd Theol. Tijdschrift") 'mlet jmstemining zioh hierbij aan. Natuurlijk dient gewaakt, dat het refor'miatorische niet in het „petieterige" (gelijk' Ds F. het noerat) opgaat.

Daarop wees ook ik reeds in mijn artikelenreeks „Reformatorische Wenschen", wiaarjia ik onderscheid m'aakte tusschen' centrum-en omtrekwenschen.

Onze „Reforöiatie" in Amerika.

Ons blad vindt ooi? ! , in 'A'mierika groote belangstelling.

Dat blijkt niet alleen uit het getal abonné's, dat wij. daar hebben, maar ook uit de brieven, die ik vandaar ontvang en niet m^inder uil een artikel iover ons blad in „De Wachter".

Het dient ons aldus aan:

„De Reformatie" is de naam van een nog nieuw blad in Nederland. Het blad heeft nu ruim een half jaar bestaan. En schier stormenderhand heeft het zich een voorname plaats veroverd op het terrein der Christelijke pers in Nederland. De uitgave van dit blad is door velen met groot gejuich begroet.'

Aangaande ons streven zegt het:

En dan er was een tijd dat men neigde • op izijn lauweren te giaian rusten. Dat men zich vadsig en behagelijk giiijg uitstrekken op het bed der zelf-, voldaianheid. Dat men schier scheen te meenen dat door 'Kuyper het laatste woord gesproken was. Koud formalisme dreigde de zielen te slaan in haar boeien. Maar ook hiertegen kwam verzet. Het . besef ontwaakte, dat men zelfs bij een Kuyper niet kan blijven staan. Dat er behoefte is aan altijd voortgaanda Reformatie, en aan dooifgaande levensvernieuwing. En nu is het uit de^se gesteldheid . der geesten dat gebioren werd het blad genaiamd „De Reformatie". Zoo verklaart het zich gereedelijk, • dat dit nieuwe blad direct aoo^ insloeg.

Hoofdredacteur is de predikant. Dr Hepp, ook onder ons wel bekend door wjn boek over den Anti-Christ. Mede zitten in de redactie Dr Buytendijk, professor in de medische faculteit der Vrije Universiteit; Dr K. Dijk; predikant in Den Haiag: , en Dr. B. Wielenga, predikant te Amsterdam. En voorts is er een 'breede staf van medewerkei's, waaronder ook onder ons bekende miannen aooals Pjjof. Bavinck, Prof. Grosheide, Prof. Hoekstra, Dr Gr. Keizer, neef van onze twee Keizers; Ds Meyster, Dr Die Moor, Prof. Ridderbos, Ds Rullmann, Ds Schilder, Dr H. A. van Andel, Dr Harrenstein, onze eigen Dr Beets, en nog vele anderen.

Het blad bevat vele verschillende rubrieken, en zoo wordt er gjezorgd voor rijke verscheidenheid. In „Persischoiuw" en „B'uitenlan'dBche Kerken" wordt nu en dan notitie genomen ook van ons kerkelijk leven.

Men verandere „hoofdredaoteu, r" in „eindredacteur".

En dan voeg© men er duidelijKheidshalve aan toe, dat wijl wensohen voort te arbeiden in de lijn van Kuyper.

En oöi' nu ooik nog het slot van dit sympathieke artikel , af te drukken:

Wie onder ons belanjg stelt in den jongsten gang der ontmkkeling van het Gereformeerde leven in Nederland — en wie OQzer doet dat niet? — raden we sterk aan zich op „De Reformiatie" te ahonneeren. Men kan dat doen bij A. van Hamersveld, 127 Wall street, Kalamlazioo, Mich. De prijs voor , Amerika is 3.

Gezette lezing van dit blad kon ook het Gere-, formeerde leven onder Ons in Amerika zeer ten nutte komen.

Reorganisatie.

In Hervormde kringen in ons land is men •'vol niet van-Refotrlm'atie, ^niaar van Reorganisatie.

Men ziet ten laatste iets kbimen.

Men krijgt een groote Synode".

Daarover beslisten onlangS-de classicale vergaderingen.

De „Waarheidsvriend" iahe^' wiel wat schuchter in het verzekeren, mlaar sterk in het vragen.

Deze 45 Classes zullen dus straks, als de Groote Synode komt, de 45 leden dier Synode hebben • te benoemen en af te vaardig'en.

Gelderland zal dus door 6 leden, Ziuid-Holland , door 6, Noord-Holland door 5, Zeeland door 4, Utrecht door 3, Friesland door 5, Overijsel door 3, Groningen door 4, Noioid-Brabant door 4, Limburg ; door 1, Drenthe door 3 en de WaaJsche Kerken door 1 ajgeviaardigde(n) worden vertegenwoordigd.

Hoe de partijverhoudingjen zullen zijn, valt natuurlijk niet met zekerheid te zeggen. 'Vooral in deze i dagen van veel vacatures kan in bepaalde Classes de verhouding niet precies berekend worden. Derde maar aan de Classis Groningen, waar 5 orthodoxen •en 5 vrijzinnigen in het Classioaal Bestuur zitten, terwijl Uit de Classis Heerenveen bericht werd, dat op de laatste Classicale Vergadering telkens op 'de candidaten van rechts en links een gelijk aantal stemmen werd uitgebracht — n.l. 45 — • iz'oodat ten slotte het lot moest beslissen, waarbij' in 5 van de 6 vacaturen de vrijzinnigen de gelukkigen waren! Zóó gespannen zijn daar de verhoudingen, dat, wanneer een predilcant of öuder-, ling van rechts vertrekken wilde, er een predikant van links meeging en ook omgekeerd.

Precies valt het dus niet te ze'ggen ho'e de keuze vaii de 45 Syniodeleden in de 45 Classes .zal uitvallen. Maar O'ngeveer kunnen we toch den uitslag, wat rechts en links betreft, wel bepalen

Achter Alkmaar, Hoorn, Leeuwarden, Deventer, WinschO'ten, Winsum, 's Hertogenbosch, Eindhoven, Maastricht, Assen, Emmen en de Waalsche Kerken kunnen we wel zetten: mo'dem. Dat is dus 12.

Achter Heerenveen en Groningen zetten we een vraagteeken: mo'dem óf orthodO'X. O'ok Edam is niet zoo vast. En dus kan het wel worden 13 of 14 — misschien 15 modernen; hoewel dat laatste niet waarschijnlijk is.

Nemen we 15 modernen dan blijven er 30 orthodoxe Synodeleden over; en. wel vO'O'r: Arnhem, Nijmegen, Zutphen, Tiel, Biommel, Harderwijk, 's-Gravenhage, Ro'tterdam, Leiden, Dordrecht, Gouda, Brielle, Amsterdam, Haarlem, Middelburg', Zierikzee, - Goes, IJzendijke, Utrecht, Amers'foort, Wijk, Sneek, Ftaneker, Dokkum, Zwolle, Kampen, Appingedam, Breda, - Heusden en Meppel.

Van deize 30 orthodoxe classes z'ollen er wel niet veel zijn, die een man van den Geref. Bond zullen afvaardigen; 't zou Harderwijk m'oeten zijn; misschien dat lOok.Wijk het wel eens in overweging , kan nemen; maar veel verder z, ullen we wel niet 'komen.

De - Confessioneelen verkeeren wat dat betreft 335 in gunstiger conditie. Den Haag, Rotterdam, Leiden, Dordrecht, Amsterdam, om niet meer te noemen, kunnen wel eens besluiten een confessioneel man af te vaardigen, terwijl ook Friesland en Brabant nog wat doen kunnen als .ze willen.

Verder aijn de Ethischen aan 't woord.

Voor de Evangelischen zal waiarschijnlijk wel geen plaatsje zijn.

Een bo'ute rij van HoogEerwaarde mannen zal 't dus zijn. Een staalkaart van de partijverhoudingen in de kerk.

Gelukkig dat vo'oral in de laatste jaren een ernstig streven is openbaar geworden, om saam in den 'ordelijken en wettigen weg zooveel, als mogelijk is, te dioen, om het kerkelijk leven te versterken en het belijdend karakter der kerk te bevestigen.

Als men daar elkander uu maar vinden mag.

Opdat men elkander leert zioeken O'm saam op te bouwen, opdat we vooruit kunnen.

Het is nu het oogenblik, dat de positie van onze Herv. Kerk in het midden van het volksleven sterker moet worden gemaakt. Tegenover Ro'me is 'dat no'odig. Niet minder tegenover ^aUerlei geesten die door ruwe ontkenningen ons protes.tantschchristelijk geloof afbreken en ondergraven.

Daarteigenover mioet positie worden ingenomen, door allen die den Christus Gods belijden en verkondigen, als den Zialigmiaker van zondaren, in den zin van onze belijdenis.

Zouden we voor onze Herv. Kerk een nieuwe , periode tegemoet gaan? Zou zij weer waardig haar plaats kunnen 'gaan innemen in het 'midden van het V'O'lksleven ? Zal z.ij werkelijk weer wat gaan beteekenen tegenover de wereld, tegenover Rome, tegenover de gescheidene kerken, tegenover allerlei secten en kerkjes?

Dat de „gescheiden" 3p©rken 'Op één lijn worden gesteld toiiet de weireld, Romie en allerlei secten en kerkjes, hadden we van „De Waafheidsvriend" niet verwacht, evenmin Jhaar 'wensch, dat de Herv. Kerij in haar nieuwe periode tegenover ons wat imio'et beteekfenen.

Ik dacht, dat 'de reorganisatie ten doel had naast 'ons te gaan. staan en als zie in Gereformeerden zin verliep, naar vereeniging te ao'éken.

Ook de hoofdredaciteur van „Oude Paden", Ds Knap is mlet de Groote Synode ingenomlen.

Onze lazers weten, dat wij lO'Uze bezwaren hebben tegen de huidige Syno'dale organisatie, die naar onze meeniag in strijd is met de beginselen-welke Go'ds Woord aangeeft voor de regeering der kerk. Zij bestaat lanjger dan een eeuw. Velen dachten dan ook, dat zij nooit meer gewijzigd zou worden. Maar • nu zijn de Classicale veiigaderin'gen geroepen ge-, weest om h'un advies te geven over het plan om een Groote Synoide te scheppen en daarmede een eigenlijk vertegenwoordigend lichaam aan de kerk terug te geven. Wat wij O'p het oogenblik hebben , is meer een Bestuur dan een representatie der kerk. Gaat bet plan der Groote Synode do'or, dan • bomt er vO'or in de plaats een veijgadering van 45 leden, missdbien samengesteld uit 30 predi-. kanten en 15 ouderlingen, misschien ook in eenigszins andere verhoudingen. Zujk een breede ver-[ gadering is uiteraard een veel zuiverder weerspiegeling van de kerk zelve.

De adviezen der Classicale Vergaderingen zijn '. over 't algemeen gunstig geweest. Er bestaat ge-, - gronde hoop, dat de zaak in orde fco'mt. Wel is het mogelijk, dat de definitieve regeling rekening met siommige amendementen zal houden. üVIiaar het is met dit al niet onwaarschijnlijk, dat wij straks in zuiverder banen komen. Natuurlijk is alles niet met de Groote Synode in orde. 't Is niet meer dan een eerste bescheiden schrede O'p den weg eener al'gemeene reorganisatie in Schriftuurlijken zin. Doch • ook hier hangt zooveel van 't begin af. Straks kunnen de stekken verder Uitgezet worden. De kerkelijke organisatie moet langzaam vergroeien, zij is : niet met een enkelen forschen ruk te verscheuren. Er is wijsheid noodig om haar in dit vergroeiïngsproces te helpen en te leiden. Wijsheid en geduld. Geduld en geloof. Eén ding schijnt ons zeker: wij komen het Schriftuurlijke ideaal lanigzamerhiand ieta nader. Niet alleen wat de oiigianisatie betreft. Maar . ook wat .aangiaat het belijdend karakter der kerk. 't Is toch bekend, dat vele vrijzinni'gen zich van . de kerk losmaken, nu zij door de nieuwe tractementsregeling verplicht W'0.rden izwaarder offers te brengen. Verheffend is het wel niet, dat izij de kerk om materiëele beweegj'edenen verlaten. En voor de orthodo'xie is er iets pijnlijks en bescham-ends in, dat de z.uiv6ring der kerk O'p dit punt door den hefboo'm van het geld en niet dO'Or de 'kracht van haar beginsel gescMedt. Maar de kerkelijke toestand wordt er niettemin in geestelijk opzicht beter door, indien de vrijzinnige uittocht, die in Amsterdam en Utrecht inzette, o.ver de geheele linie door m'ocht gaan.'Of dit gebeui-en zal, weten wij niet. Het O'fticieele vrijz-innige Orgaan Verzet er zich krachtig tegen. Maar o-nze landaard is nu eenmaal zóó, dat velen voor offers terugdein-.z, en, .... men ko'U het onlangs no'g in de bladen lezen, hoe vele leden van den Haagschen Protestanten b'O'ud hun eigen vrijzinnigen kring den scheidsbrief gaven, omdat de contributie een weinig verho'Og'd werd!

Zeer juist raierkt Ds Knap oip', dat ttiiet de Groote Synode de zaak nog niet in orde is en dat hierm'ee slechts een eerste besclieiden stap is gezet op den weg eener algemeene reorganisatie in schriftuurlijken zin.

Maar waimeer denkt mien aan het eind te zijn.

Ds K. miaant tot geduld.

DoiCih , als dat geduld eens eeuwen lang mjoet worden geoefend?

En daar ziet heit toch naar uit.

Als de stappen niet gtooter en vlugger worden, dam blijft heel die neorganisatie een illusie. Al zoiu toen er in slagen binnen afzienbaren tijd de tóodemen er uit te werken, dan zat men nog toet de ethiscthien.

Daaxbij kioiüt: als modernen en onversoliilligen in grooten getale de feerk verlaten, gaan de voorstanders van de volkskerk-idee weer op hun achterste beenen staan.

„De Bazuin" bevat tenminste het volgende stükske:

Ds A. V'oorboeve, pred. der Ned. Herv. Gemeente te Amsterdani, schrijft in het Amst. „Predikbettrtenblad" naar aanleiding van het feit, dat 1745 personen, samen aangeslagen in de kerkelijke belasting voor de som van f46.500 en dus tot de meergegoeden behoorend, den band met de kerk hebben verbroken en meer dan 17000 personen niets van izich hebben laten hooren, dat wil ze^ggen ongeveer ; 50 percent der in de belastinig aarugeskgenen^ dat de Ned. Herv. Kerk te Amsterdam.' zal oiphoüden Volkskerk te zijn, zooals dit van de Hervoitming I af is igerweest. Tegenover de door velen gestelde vraag: „Wat beeft de Gemeente aan hen? " moet eene andere worden gesteld: „Wat deed de Gemeente voor die 'aigedwaaJden en afdwalenden ? " Bij de 2926 reclames 'in zake den hoofdelijken omslag, die de commis.sie van beroep had te behandelen, was de meest voorkomende klacht, dat dl© Gemeenteleden niet opgezocht werden en men • ben wel bon vinden, als bet op betalen aankwam. „Tegenover de winst van f 127.000 'uit den hoofd, omslag, over 1920 ingekomen, staat een veel grooter verlies", eindigt Ds Voorhoeve zijn artikel.

Met hoeveel belangstelling wij' deze verschijnselen gadeslaan, zijn onzie Grerefotna'eerde broeders er 'nog niet en zullen ze er langs dezen weg naar onze overtuiging nooit komen ook.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1921

De Reformatie | 4 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 juli 1921

De Reformatie | 4 Pagina's