GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE BAVINCK-„GEEST".

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BAVINCK-„GEEST".

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Hoiewel de vermogens der ziel on-weegbare dingen zijn en het gevaarlijk schijnt de maohtsverhoiiding dier vermogens te willeri bepalen^ miag men toch zeggen, dat in de persoonlijkheid', en dus ook in het leven, van prolessoi Bavinclc het g « V oi e 1 een meer dan gewone rol gespeeld heeft. Bavinek was een uitermate gevo^elig mianscfa, misschien mag .ik zeggen een gevoielsmengolh-, ' — oïidanks aijn glorieuse, de gewichtigste jen verwikkeldste problemen böheersöhendei denkkracht, ^ Qindanks 'zijin geweldig cerebraal vermogen.

Men merkte in heel zijm optreden de trilling van de fijne, straikgespannen, zenuwsnaren, — vóór alle dingen hoorde m'en z'e in de onvergelijktelijke, ziel': 'erGverende, stem, die' op ziohzelv© niet uitmumtte door edelen toon of bijzondere Idankmodalatie (gelijk bij professor Biesterveld), maar die zóó doorademd was van de meest zuivere, echt menschelijke, gevoelsaandoening, dat ze geen enkelen hoorder „koud" liet, en ook bij hem ds verrukkelijkste affecten des gevoiels in beweging bracht.

Bavinek was één van de toover-sprekers, van wie men geniet, ook' al zou men het niet met hen ééns zijn, omdat de taal bij hen is een goddelijkmenschelijke uitstorting van het warme, innerlijke, leven.

Een Utréchtsdh hoogleeraar, het tegendeel van een geestverwant van Prof. Bavinek, gaf den indruk, dien een preek van Bavinek op hem gemaakt had, weer in 'deze weinige, echte, woorden van vervoering: het is miföiek, het is muziek!

Deze gevoelige, bij iederen hoorder gemaMcelijk resoneerende, grondtoon van Bavincik's persooulijkheidsleven was niet een zwalk-passieve sentimentaliteit, had nog minder iets gemeen met een zekere poes-lief-doienierigheid of weeïge geaffekteerdheid, waarmlee somimige gevoelsmenscjhen hun omgeving onveilig maileen, — .eer kan men het tegiendeel zeggen: Bavinek was niet „lief" in den zin, dien men in gezelschapjes aan dit woioxd hecht, — hij deed althans niet „lief", — had er niet het charisma voor, was er ook niet oppervlakkig en aanstellerig genoeg, voor, — dé machtig en gestadig impulseerende liefde-emotie (want gevoel in zijn echttieid .is eigenlijk liefde) keerde zich bij' dezen man naar een ander ohject dan tot den toevallig in „conversatie" hem naderenden doorsnee-mensch, — zij strélcte zich aüereerst en allermeest uit tot 'de eeuwige, onzienlijke en ideeele goederen. Hij had lief met de ver-borgen intensiteit van zijn heilig, gepassioneerde ziel, wat de psalm noemit: „het allerhoogst en eeuwig goed". Zijn Platonisch contemplatieve ziel weidde in een andere dan de banale alledagsch-wereld „met «en verwonderend oog", en daardoor maakte hij op den buitenstaander dikwijls den indruk van abstractie, die bij anderen soms de vrucht van zelfzuchtigheid, — van verstrooidheid, die bij professoren dikw'ijls het begeleidvetsclhiijnsel van geleerdheid is.

Het sterk ontwikkeld gevoelsleven is een gevaarlijk ding. Keert het zich naar de „wereld", * dan wordt het een slavig-ketenende hartstocht. Zet het zich vast binnenin, dan vergroeit het tot. hysterische eerzudht en eigenUefde. •

Heerlijk ontplooit zich het karakter, wanneer de gevoelige ziel zich hecht aan wat ten slotte het meest de liefde van het goddelijk' menschcreataur waardig is. . Dan wordt het leven een sidderend, maar glansrijk, .nastreven van Hem, die zeide: „Wist gij niet, dat ik moest zijn in de dingen mijns Vaders? " Men mag dus veilig, en zonder overdrijving, den geest van Bavinek typeeren als een „eeuwigheidsgeest".

Deze gevoelsdenker ging, als slechts zéér enkelen, op den hóógen weg. Uit zijn .concentrische' liefde tóit God vloeide voort een, zijn heele leven doofstuwende, liefde tot de waarheid en den vrede. Zijn werk was studie, onderzoek van de waarheid, en voorzöover hij haar gevonden had: aanprij: zing. en propaganda van de waarheid. Het eerste was zéker d^è'arbeid, die het nauwst paste bij zijn geest.

Bavinek was, krachtens-zijn zielsconslitulie, niet het meest profeet of koning, maar priester. Hij had de wetenschap, de waarheid, de schoonheid, lief om Ihaar zelve. Zij waren hem niet in de voornaamste pilaats voorwerp van propaganda en machts uiting, — profetisch optreden deed hij eigenlijk alleen, oïiidat „de nood" 'hem opgelegd was, — maar van de bewondering en vreugde, die met iedere waarachtige kennis gepaard gaat. Ba.vinck was er niet .in de eerste plaats op' aangelegd om te heerschen, maar om te; knieten. Zijn plaats was niet in het paleis, maar is.^den.tempel.

Om deze oiorzaak werd heel het levea, het optreden, van professor Bavinek gekemnerkt door iets voornaams en verhevens (de N. R. Courant vatte zeer juist, in haar gedachteniswoord, het oordeel saam in deze woorden: Een voorname figuur is van' ons 'heengegaan), — men kreeg in zijne tjegienwoiOirdigheid den indru'k van iemand, die staat boven de lagere instincten en onzuivere passies, die, helaas ook in onzen kring, - den oeoonomischen levensstrijd en vooral de politieke actie, ontsieren. M^en werd in zijne verschijning getroffen door de gaafheid en harmonie van geesteseigenschappen, men moest in hem bewonderen de trouw aan eigen vermogens, die karakter heet. Hij was een levende illustratie van het loflied op den „rechtvaardige":

„Maar zijn lust is in des' Heeren wet, en hij overdenkt zijne wet dag en nacht. Want 'hiji z'al zijn als een boom, geplant aan waterbeken, die zijne vrucht geeft .op zijnen tijd, en. welks blad niet afvalt; en al wat hij doet z'al wiel gelukken."

Uit deze aangeboren en oersterke liefde tot het ideëele, speciaal tot de waarheid en den vrede, zijn ten deele oioik te verklaren de reeds door ons genoemde negatieve eigenschappen, die wel de zi.g. zwakke zijde, van zijn leven vormden, maar die door den niet-kenner, die den psyclhologisohen blik miste lóip Bavincfc's innerlijke persoonlijkheid, hem als karakterfoiuten zijn aangerekend.

Het opzien van Bavinök tegen zijn levenstaak, tegen het leven-zélf soms, had iets Ijevreemdends. Het scheen. onverklaarbaar, hoe een mian, die als geen ander meester was van het, woord, wanneer het eenigszins kon, vooral in de laatste jaren, den kajnsel eer meed dan zocht. Velen beschouwden het als een gebrek aan moied, wanneer hij soms in kritieke oogenblikken zich achter de vaten verbergde, in plaats van met het uitgetrokken zwaard aan de spits van zijn wachtende volgelingen te treden. En lOip wetenschappelijk gebied hoorde men Hagen over een zekere onbeslistheid, waardoor 'Bavinclk den luisteraar met het geformuleerde probleem liet , staan, . zonder aan het, einde-.de; .iheroïeke oplossing te geven.

Het zou, vooral nu wij schrijven over een ni'sin, die doior hartstocht voor de waarheid als verteerd werd, misplaatst zijn, wanneer wij weigerden in Bavinck's persoonlijkheid en weA eenige fout te erkennen, of ook ons beijverden om erkende fouten te vergoelijken. Er was in het karakter van dezien priester der wetenschap inderdaad soms iets weifelends, — er, zijn in^zlijiirleven monienten geweest. dat zijn aangeboren schuchierheid verliep invieeze, zoodat hij; de groote - kans (en dus ook den plicht) voorbij liet gaan, om de leidteugels ts .grijpen, die op zijn meesterhand wachtten. En het valt evenmin te ontkennen, dat Bavinök op wetenschappelijk gebied soms het pro en. contra, zóó evenwichtig naast elkander s'telde, > ij: |^^p.^4|èi& rling met de keuze verlegen zat.

Maar men zij in zijn .oordeel rechtvaardig teeder.

Vco wat was professor Bavinek, in tegenstelling riiet vele eerzoekers, die met hun onuooziel brokje kennis en sectmdaire gaven pralen, juist in zijn-bescheidenheid en eenvoud schóón! Welk een veroordeelend voorbeeld gaf hij, in dezb aarzeling en bedeesdheid, aan de snorkende mindere gioden! Hoe he'érlijk werd zijn massale kracht daardoor tot liefelijkheid getemperd! Hoe j-oerend was het dezen reus-in-het-kun.nsn te zieir soms als een vreezend kmit.

M.en spreekt bij^ een groot sian'weleens-van , , la faute de ses qu-aïités" (de fout van zijn deugden), — bij Bavinclk zou men geneigd zijn te spreken van „la qualité de ses fautes". In zijn tekortkomingen was Mji be-minnelijk. De man, die, inwendig bevend, misschien met tegenzin, de fc'anseltrap beklom, was niet minder te-eerbiedigen, dan de redenaar, die óp den Ifeansel door zijn machtwoord zegepraalde.

Onderz'oekt m'èn, '"voigën's "den plicht der eerlijkheid, wat hij' Bavinek de diepe emotioneele oorzaak van Z'ijn z.g. aarzeling in moeilijke momenten zijns levens was, dan stuit men niet op onwil of traagheid, nog minder op liefdeloosheid ten opzichte van zijn taaik en zijn God (wie heeft met tneei toewijding en gewetenspreciesheid zijn kracht en tijd, ook m'enigüiaal zijn. vacantietijd, geofferd in dienst van zijn groioten Werkgever!), maar dan vindt men daar de Jeremia's-bescheidenheid, hel Moizes-gevoel van O'nbekwaainheid, dat als wacht op de correctie van den Heiligen Geest, en een. •sGiort „ledig" is, waarop de invloeiïng, volgt der genade, die toit geloofsmoed inspireert. Bavinek beleefde het woord: „Mijne kraciit wordt in zwakheid volbrach, t".

In afhankelijke inwac[hting en afsmeeking; van die 'kracht heeft deze sympathieke, navoilgensvva-ardige, „z^vakke", wanneer hij m'oest, wanneer hij wist, dat hef moest, — gielijk Calvijn, die eerst teruigdeinsde voor ziijn taak in Geneve, .— „zijn geboeiden geest" tot een gewillig off^-gegeven, — en zoo. ? ; Sj'n er ook vele perioden in Bavinck's leven aan te wijzen, dat hij' stond en streed als een held, wiens moed juist schittert in de oiverwinni'ng der vreeze.

Wij' vdj'zen alleen als voiorbeeld op de heroïeke wijze, waarop Bavinek, in Kampen nog Jioogileeraar zijnde, tegen den geest en de opvatting van een groot deel der hem vereerende oud-afgescheidenen in (wier aa, nvoerder toen professor Lindeboom' was) het soiuvereine recht der theologische 'tveterischap ten - opzichte van de kerk heeft verdedigd (zie-de brochure „Opleiding en Theologie", 1896), — en voorts is daar de hog kort geleden verschenen brochure over partij en partijleiding, om te bewijzen, dat Bavinek den degen durfde te kruisen met één, die sterker was dan hij'.

Maar nog toeer dan uit een aangeboren bedeesdheid en bescheidenheid is het, in tegenstelling van de p'Oneerende geniali'eit van Dir Kuyp'er, soms 'Opvallend gemis aan poisitieve uitspraak in de wetenschappelijke en aclujöele problemen, te verklaren uit zijn eerbiedige liefde en oonscientieuse oprechtheid ten opKichte van de waarheid.

Bavinek durfde niet, wilde niet, besUssen voor anderen, waar hij! niet beslist was voor .zlicihzelven. Door zijn geweldige, alle-stof-opzamelende, studie van het historisch verledene, was in hem ontwaakt het bewustzijn van de relativiteit van onze kennis tegenover zoovele problemen, waarmee de menschheid eeuwen lang btóef worstelen.

Waar hiji de doo'r 'h; 6r: g%-l.oo f gegrepen© •-waar-' feieid met önbewiOgen zekerheid dorst te belijden, toit in zijn doodsnaclit toe, daar weigerde hij op het terrein der verstandelijke wetens(Sh, ap, in prcfossoirale majesteit af profetische intuïtie, uitspraak' te do6n ter wille van het „volk", dat onwete^idheid als zwa!kheid bescihoiuwt.

Met andere woorden, Bavinck was te geleerd, te wetenschappelijK, te consciëntieus, te waaïheddslievend, om' - fe zeggen: Zóó is het, — b.v. hel; infralapsarism© is de waarheid, en het supralapsarismie is d e dwaling, — als hijzelf de volkomen klai-e zekerheid miste.'

En dit missen van zekerheid was bij' dezien wijze gevolg daarvan, dat hij dieper dan anderen in den peillOiO'zen afgrond der wereldraadselen had geschomwcl.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

DE BAVINCK-„GEEST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 september 1921

De Reformatie | 8 Pagina's