GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

OVER HET BEROUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OVER HET BEROUW.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„In de werking van het geweten, in zijn waarscihuwingen, raadgevingen en oordeelen heeft het geestesO'Og van h©t geloof ten allen tijde de oöilijndng vaneien.0nziJGhtb'arien oneindigien Rechter waargenotoen. Deze. werkingen doen zich voor als eene natuurlijke taal zonder woorden, die God met de ziel spreekt en welker aanwijzingen het heil van deze-individueele ziel en van de wereld beoogen."

„.... Kan men de eigenaardige eenheid en beteekenis van die zoogienaamde „gewetens"aandoeningen van deze vei^klaring als ©en geheime , , stem'' em teeldgntaal Gods zóó losmaken, dat de e e n-heid van datgene, wat wij geweten noiemen, nog kan voortbestaan ? Ik betwijfel dit en geloof, dat zonder de medewerking van een heilig Rechter de werkingen zelf in een veelvoirmigheid van verschijnselen (gevoelens, voorstellingen, ; , oordeelen) uiteenvallen."

Wanneer men nu inderdaad''«séh-""dérg'ëii|k feit helder toelicht, krijgen de gewetensproeesscn, die toch ook bij den ongeloovige (en vaak niet minder intensief) ziöh afspelen, voor dezien een aïider beeld. Hij zon aan de hand van deze zielkundige analyse 'kunnen zien, dat inderdaad Gods (Sleest in onze harten kan Werken.

In het geweten is het berouw dat element, dat op bet verleden van ons leven betrekking heeft. Wat is dit berouw? Er "zijn vele theorieën, die het trachten ite verklaren. De moderne wijsbegeeite. ziet vaak in het berouw 'een slechts negatieve, hoogst on-economische, zelfs onnoodige werkzaamheid, een ziele-disharmonie, die men tot dwalingen van allerhanden aairdy tot gedachteloosheid of tolt ziekte iterugvoert.

Ik: zal de weerlegging van deze onjuiste verklaringen van het berouw hier niet verder Aveergeven. Met groote klaarheid spoort Max Scheler de verscihillende onjuiste verklaringen van het berouw op, die waarlijk niet alleen bij' wijsgieeren of psychologen worden gevonden, maar integen-' deel overal onder de menschen krachtig voortleven.

Van niet geringe beteefcenis voor een beter inzicht in den samenhang der verschijnselen, welke bij den modernen mensch vo.orkcimen en. het wezen van het berouw, vormen, is de romantische verwerking van deze proicessen, zooials nlenig kunstenaar in de binnen-en buitemlandsche letterkunde heeft tot stand gebracht.

Zoo heeft bijv. Dostojewski in zijin meesterwerlten (Schuld en Boete b.v.) het berouw in zijn geweldige werking getoond. Maar ook dit blijkt niet voldoende te zijn om de intelleotueele bezwaren tegen de 'ware „theorie over het berouw" te weerleggen. Er zijn nu eenmaal veel menschen, 'die zich niet langs dezen weg van meevoelen en meeleven overtuigen laten.

Bovendien voelt mien tegen den roman vaak het biezwaar, dat Merescihk'owsky oppert in zijn vergelijüdng van de methoden van Dostojewsky met die der natuurkunde. 'Vloeibaxe lucht-— door hoogen druk en sterke aflüoeling uit de luaht te bereiden — biestaat in de natuur'omi ons heen niet. Die vloeibare lucht doet Kich aam' ons v; oor als een wonder, maar is toch een neëele wetenschappelijke werkelijkheid. Zij „bestaat niet" en itoch is. zij. er. Zoo worden in den roman (vain Dostoj'ew^ski) de oinziohtbare zijden en ktachten, die in de diepte der mienschelijke ziel verbolgen zijn, geopenbaard door een zoo hoogen druk' van den 'zedelijk'en dampkring, als onder de voorwaarden, vajn het „weitelijbe" leven van dez^n tijd noioit, of bijina nooit vooir^komt. Daarbij' ontstaan toestanden in de nienscfaielijke ziiel, die even nieuw zijn, even onmogelijk, onnatuurlijk en bovennatuurlijk schijnen als de vloeibare lucht.

Daarentegen heeft de wetenschapfpelijke psycholoog een. geheel ander doel en een geheel andere m'ethode. Juist datgen© wait gewoon, alledaagsch, overal en telkens, weei' vooi"komiend is, is het o'bject van zijn studie. En in dit gewone in te dringen, het mysterie van de wording van de aigemeenst-mienschelijke zielsversehij'nselen te doorgronden, is het doel. En ook daarbij openbaart zich een „vanwaar" en een „hoe"-, die ons ook wijst oip een „w-aarheen" 'en „waarvoor", op afgronden en lichtende. hoogten, die wij niet in het gewone alledaagscfae, ' verborgen wisten.

Hoe vaak hoort men onder de menscihea zeggen: „Door berouw wordt niefs beter; gedane zaken nemen geen keer; niet berouwen, maar beter doen." Het berouw zou een soort angst zijn, ©en soont mioreele „kater", eien zielsziekte, die in wezen O'vereenkomt met ziekelijke zelfbesohuldiging, zelfverminking, met een. wellustig wroeten in eigen zonden.

Hoe noodzakelijk is heif'-üin deze beschouwingen te kennen in hun oorsprong en uitwerking, motiveering en vierbreiding. Het is geen gemaliskeliike taajc' deze meeningen te weerleggen, want het is duidelijk, dat vele verklaringen van het beroiixw heïusten op een bepaalde theorie omtrent het Ziieleleven in het .algemeen, op, bepaalde menschelijké wienschen en waardeieringen en gevoelens en levenshouding.

Er moiet dus geëischt Avorden een degelijke analyse van wat in het berouw weAielijfc aanwezig is. Al is voor heit volgen van een dergelijke analyse en synthetische verwerking der gevonden elementen een diepgaande vrotensahappelijike vorming noodig idn is zSj voor popula.risa, tie ongeschikt, ik ben toeh overtuigd, dat m'et namje onzie theologen, na bestudeering van Scheler's geschrift, de woorden zullen weten te vinden om in een bepaald geval aan een bepaalden piersoon het „werkelijke" van zijln gewetensaandoeningen iön..bérauwgevoelens evident te maken.

Mij dunkt, dit moet niet worden onderschat. Niet alleen voor evangeliseerenden arbeid, maar ook voor ons z'elf, voor de eenvoudigste geloovigen onder ons. Hoe velen worden, en hoe vaak, benauwd door die angstige Vraag: „Geloof ik' wel weriielijk? " „Spteek ik niet alleen ma, ac bepaalde woorden na, beaam ik niet alleen bepaalde formules, is er werkelijke bekeering, werkelijk berouw, wleiAelijke giemieenscihap' met Christus bij' inij'? "

Velen zullen imlet mi| weten, dait juist deze'vraag als ©en schaduw op* vele ernstige, eerlijke Christenen rust en ik ben overtuigd, ' dat m'ede door middel van ernstige diepfce-psyctologasche studie althans ©enige verlichting aan hen kan worden geschonken.

Mj dunkt, ook in de prediking zou nu e a dan een voordeel door een 'dergelijke studie kunnen ontstaan. Immers, Gods Woord wijist telkens naar de diepere verschijnselen in de menschelijké ziel. En de sobere taal der Schrift wordt vaak niet in zijn reëel karakter verstaan. Het staat niet als „nu en hier" werkelijk en levend voor ons. Juist de 'verbijzondering van leen algemeene waarheid kan m'en concreet voor zich zien. In deze kan men van de methoden van het natuurwetenschappelijk, onderwijs 'misschien wel iets loeren. Een algemeene natuurwet wordt het best geleerd door ©en bepaalde demlonstratie, door een cionerete toepassing in al zijn deelen te zien en in zijn verloop tel volgen-en zijn wording te dooi^gronden. Is dit ook niet vaak in het geestelijke het geval? Juist de 'kennis van het berouw, zöo innig, verbonden rn'et bekeeringj geeft ©en blik op; God-drieeenig en op ons zelf, die ons geloofsleven stellig versterken kan.

„Zieïi wij", zegt Scheler, „op het opvatten van een goed voornemen, op de verandering in gezindheid, op het „nieuw© 'hart": Zoo is dit alles niet een van het berouw los te maken en slechts in den tijd hierna komend proces, dat ook het berouw als overtollig kon voorbijgaan. Dit alles vloeit uit het berouw als van zielf voönt. Hoe minder het „goede voornemen" reeds in het berouwen Zielf gewild is, des te kractitiger zal het ten sloite, eigenmachtig en bijna z'onder verdere hulp van den bewusten wil, uit het berouw als van zelf zich verheffen. En hoe minder de berouwvolle geestelijk in z'ijn berouw op het goedzijn van het thans berouwende ik ziet — en daarmede ook het berouw tot een nieuwe reden van ijdelheid elrl geheimen roem voor zicli zelf of zelfs voor God maaikt —; hoe smartelijker hij' als verloren is in de diepte van zijn schuld: op des te koninklijker wijze strekt zich, ongieizien door hem zelf, zijn door God gescihapen ziel naar omhoog uit het aardsche stof, di© haar tot nu doordrongen en den vrijen adem' ontnomen had"

„Waint er is geen berouw, dat niet het bouwplan van een „nieuw hart" reeds van den beginne af in zich droeg. Berouw^doodt slechts' om opnieuw te scbeppe'n. Het vernietigt slechts om' op te bouwte'n. Ja, het bouwt reeds daar in stilte op, waar het nog te vernielen schijnt. Zoo is het berouw een geweldige kracht in dat wonderbaarlijk proces, die het Evangelie „wedergeboorte" van een nieuwen mensch uit den „ouden Adam", het ontvangen van een „nieuw hart" noemt."

Het is een zeer oppiervlakkige voorstelling, dat het b'erouw zich slechts op heel bijzondere klaa.rblijkelijke misdaden dient te richten, die dan evenals de daarop' betrekking hebbende gevoelens van berouw een eenvoudige som zo-uden, zijn, zoodat de misdrijven door een som van daden van berouw opgeheven zouden W'orden. De donkere bodemvan de zonde, waarvan wiji spreken, heeft zulke daden slechts tot zijn zidhitbaarste boomtoppen. De zonde zelf voitat het verborgen k'rachtreservoir in de ziel, waaruit die ©nfldele misdaden gevoed Avorden. In dit onderaardscihe rijk der ziel, .in di.t verborgen ïijk van haar schuld moet zich het berouw nederlaten, zielfs neerzinkend het bewustziijn van haar donker en verborgen bestaan allereerst wekken. Wie dan ook spreken z'ou: „Ik bten ipiij van geen schuld bewust, dus ik heb ook niets te berouwen" — die is óf ©en Godèf een dief. Is de sptrekönde' echter een mensch, dan weet bij • vain '-het wezten der schuld nog niefs."

Het is een groot© aanwinst vo-or onzie beoordeeling van wijsgeerige systemen, ''dat men meer en m'eer leert inzien, dat deze niet zijn bedacht, maan gekozen op grond van een bep'aalde levenshouding tegenover God, de menschen, de natuur, aichzlelf. Zoo gaf in ons land Dr Grünbaum in „Onze Eeuw" een mieesterlijke psychologische analyse van het materialisme len zöo heeft ook' Max Scheler aangetoond, dat de 'modern© m'ensch zich vrij heeft •willen 'miaken van het Wezten van het Christendom. „Hij liet de schuld van , , alle tij'den zoo lang gio-eien, tot hij haat niet meer verzoenen, zelfs voelen en delnken durfde en tot hem', juist hierdoor de door hemizelf zondig weggedoezelde schuld als eenvoudige! buiten hem staande macht .van „omstandigheden" (economische bijv.) tegemoet trad. De leigen niet bierouw'de zonde of die van zijn vaderen treedt-den modernen mensch als een spool\^ tegemöiet, waarin hij zijn eigen ziel niet meer herkent. Als ieits nieuws, als een uitwendige macht, als e0n „noodlot" van buit en..af, plaatst zich de schuld voor 'zijln verdoold verstand. Geheel© gecorapliciéerde weten.£chapïp©lijke theoriën eischt dit spooksel voor zijn „verklaring".

Die diepere bezinning van de verschijnselen, die zich in dei stilte van het mtenschelijk ziel eleven

afspelen, moge eceter niet als een belangrijke geestelijlke strooming^ ook van groote waard© voor ons. worden igeiioemd zonder met ee'nige woorden op hare gevaren te wijiien.

Zelfs een der be'kwaamste vertegenwoordigers, de hierboven genoemde Scheler is aan het _grootste gevaar dezer' ^veteaschap niet altijd ontsnaipt. Het is n.l. dat hij meent ('ter goeder Irouw) in de ziel verschijnselen te vinden, die onmaddellijfc de een of andei'e specifiek Hoomsch Katholieke dogmatiscihe voorstelling bevejstigen.

De lezer voelt ftohter. daar, direct een verandering in mtethoide, en waar de goede methode eigenlijk bestond in een binnenvoeren in een nieuwe wereld, waar m'en zielf ten „zien en hoioren", daar vangt Scheler nu en dan den lezer in een fijn gesponnen net van logische bespiegelingen. Pas op, luidt dan de boodschap!. De sohijnbaar onfeilbarie logica is gevaarlijk. Zoo zeker zij' ook in de wiskunde moge werken in een wereld van waarden, wordt niet door het „simpele verstand" alleen geoordeeld. Eieu tweede gevaar bestaat in een belacihelijtfce oiverschatting der diepte-psychologie. , Ook deze wietenschap is niet de sleutel tot, .alle .geheimen van hemel en aarde.

Niet alles wat in een ziel zich heeft^af'gêspeeld, is voor analyse vatbaar en met name moge dit gelden voor hen, 'die ook de diepere zielsweAingen van de menschen der Schrift of der historie trachten te doiorgronden, vergetende dal hier bijna overal voldoende gegevens ontbreken en een oo'rdeelen door gelijksoortigheid op zijln z'achtst gesp'roken twijfelachtig tnioet worden genoemd. Maar bovenal, waar wij in de Schrift of in ons hart in oontaot komen met het Heilige z'elf, daar houdt elke ontleding op, daar is geen begrip en geen gevoel, die het kan onrvatten.

In de derde plaats dreigt het gevaar bij. de diepte-psyehotogjie, meer nog dan bij qp.vcsg^kunde en theologie, van dilettanüsmie.

Niet alleen dat het resultaat dan - waardeloos wordt, maar de bezigheid zelf is niet in geringe mate gevaarlijk; immers in plaats van ernstige wetenschappelijbe studie staat dan een ongezond ©n onrustig wroeten in het , , eigen hart" (of in dat van anderen), met soms, ziekeliifee.'myatiek en erger als gevolg.

Er. zijn nog wel meer bezAvaren én 'gevaren, maar laat ieder die zelf vinden en overwinnen. Laten wij niet altijd beginnen inel al hel nieuwe leven door het oppieren van bezwaren en het zien van gevaren te verstikken. Laten we liever bij het licht van Gods Woord onderzoeken hoe het eigenlijk komt dat niet ons volk, maar. juisl vele onizlelr z.g. leidslieden zoo bezwaren-en gevarenjagers zijn geworden. Want dit is toch zeker: tot de „klassieke" levenshoiuding van onze , , vaderen" behoorde dit niet.

Maar laat ik niet afdwalen. Een vraag stellen, is ook vaak haar reeds half beantwoorden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

OVER HET BEROUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1921

De Reformatie | 8 Pagina's