GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Economie naar christelijke belijdenis.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Economie naar christelijke belijdenis.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

De aarde is des Heeren.

Er is geen autonomie economie.

„Als Go'd de Schepp'er is, als alles van, Hem is, alsN stof en kracht zoo zijn als Hij' ze gewild heeft en de mensch met zijn geest afschaduwing van Hem is, dan ligt het voor de ha~nd, dat de meriscih gelijk in alle andere opzichten, zoo ook op het stuk der ecloinomie niet anders kan zijn dan Gods rentmeester, en zich dus Ier zake van het economisch leven te houden heeft aan de bevelen Gods."

Met dezie stelling van Dr Wedeirbragt zal ieder, die vo'or zijn levens-e'n wereldbeschouwing Gods Wo'Ord als fundament aanvaardt, het van harlie eeüs zijn. Oofc op het terrein der economie kunnen wij de autoinomie, hoe vroom die ook verdedigd worde, niet aanvaarden, maar hebben wij' ons te buigen voor Hem, Die 'krachtens Zijn sohepp'ing, , aller dingen Souverein is, en het zeggenschap Ihieeft oiok over de veriiouding, waarin de mensch. Zijn rentmeester, staat tegenover het stoffelij'k goed.

De aarde is des Heeren.

Gever die aarde heeft Hij' te beschikken. • Ein, Hij 'geefi: den regel aan, waarnaar wij' oip jieizQ. Bjarde en met de aardsche 'dingen moete'n ; ? |^i|^^: ; 'een christfflijike economiiip beeft, al zal .'zé''hie^S' de Bociale ethie'k raken, óp te spors'n, welke die regelen Go'ds zijn!

Hoe ikennen wij' dien - wil des. Heeren ?

Dr Nederbragt wijst vier wegen aan, waarin die wil Gods is te onderkennen, en wel ten eerste in de wet der tien geboden, en in de duidelijke klare uitspraken der Heilige Schrift. In de tweede' plaats noemt hij de beginselen, die in 'Gods Woord verscholen liggen, en 'cr door onderzoek en studie uit moeten worden opgediept. Ten derde moet gerekend wo'rden miet de leiding Gods ïn de historie, e'U eindelijk openbaart zich de wil des Heeren in de natuur der dingen, - die soms duidelijk waarneembaar, soms .ook meeir verboiigen is. Nu zal ik op al deze vier punten niet in den breede ingaan, maar wil ik een - enkel woiord wijden aan den tweeden weg, dien Dr N. aanwijst, n.l. den weg der beginselen, die in Gods Woord verscholen liggen.

Daarbij maakt hij een m.i. juiste O'uderscheiding.

Hij 'iioemt die E'eginselen immers afzonderlijk, naast en vo-lgende op de absolute geboden, waa.rmee de Heilige Schrift tot ons komt, en het verheugt me, dat hij dit verschil acoenltueert. Zo'O licht toch worden die beiide verward. Velen vermengen altoos weer de klaje, duidelij'ke uitspraken yan het Woord Gods, die aan 'geen twijfel o-nderhevig zijn, en geen tegenspraak toelaten, met de afgeleide en. secundaire principes, die opgedolven en aan het licht moeten gebracht worden, maar waarover verschil van inzicht niet uitgesloten is. En die vermienging kan verkeerde gevolgen hebben. Hieruit kan voortvloeien, dat dege'ne, die op de Söhriftgegevens een anderen kijk heeft, verketterd en als onbelijnd wordt veroordeeld, 'en... dat men tot een absoluut beginsel verheft, wat slechts op .een tweede of derde plaats recht heeft.

Daarom 'ondersciheidt Dr N. zeet juist.

Eerst krijgen we den duidelijk-uitigesproken wil G ods.

- Daarvoor bukt elk, die dien God als ajn God erkent.

Maar dan vo'lgen de mieer afgeleide beginselen, en „deze zij'h het, die redelijker wijis lot veel verschil „van meening aanleiding kunnen geven, als inen „er. de. practische toepassing - van zoeken~ wil met „betrekking tolt verschillende systemen. Deze' ook „zijn het, die aanleiding hebben gegeven toil de „juiste uitspraak, dat Gods V\k)ord geen economisch „handljO'ek is. Na, ast"de duidelijke en onveranderlijke „wet, die de .fundamienten'der samenleving bé-, , heerscht, geeft Gp'ds .Woord geen voorschriften, „die het leven in '^^tj^iirslijf wringen, maar laat „het allerhande systemen toe, mits maar recht en , , gerechtigheid geischiede. Denk maar weer aan-pri-, , vaat-5f^3|ig|miöenschappelijk bezit; .beide zijn iioe-, , laatbaar, inaar, wat de his'lO'riie brenge of de „samenleving kieze: „gij zult niet stelen". Denk „ook aan het individueele loon en geizinsloon; beide „alweer zijn toelaatbaar, m'aai' wie het loon van den „arbeider • verkort staat.schuldig. Zou ni'ein hierbij „ook niet mogen d'ès^|^piS; gedwongeE^)|t^ijen , , arbeid'? Beide zij.n'm.i. töièlaatbaar, mits het'heer-„schen eener-en het dienen anderzijds •beheerscht „woTdS^i|; ^ rechtvaardigheid en pücihtsbetrachting. , , Ten aanzletf-van deze en zoovele andere quaesties , , vindt men in Gods Woord geen beslissende uit-, , sprai^gg^^? S!^i: e^^^|^e(»j||ijE^0t stelsel betreft, .tïïaaigïl^^ïiÉKft^mÖKèiiiklieid open ora naar , , gelaiii^^föJjBpis€ieiti andere omstandigheden het „eene'i^ll^; andere stelsel.j||^'^Èp. - passen."

-Men höude mij dit lange* 'citaat 'ben goede.'

Ik schreef deze - Tegels af, O'mdat ik me met deze opvatting van Dr N. omitrent het Schriftgezag in sociale vragen van harte kan vereenigen, en gaarne zijn waarschuwing wil ö'nderstreepen om niet Ie veel uit den TSijbel af te leiden. We moeten, bij het kiezen van 'cen bepaald stelsel, miet een beroep op de Heilige Sc'hrift zeer voorzicMig zij'U, en ik ben blij, dat een man als Dr N., die tO'ch niet van onbelijnd radicalisme kan beschuldigd worden, de heiligheid der Schrift ö'p zulk een duidelijke wij'ze verdedigt. M'Ct name vestig ik de aandacht op hetgeen 'hij zegt over privaat en communaal bezit. Het een kan. tegenover het ander nimmer met welken tekst ook uitgespeeld worden, en de Sohrift doet geen uitspraak, want beide, èn 'het private èn het communale zijn tot het beeld Go'ds te herleiden, en in een onzondijge maatsohap'pij kan er van disharmonie en •.conflicteri tussohen .deze, , (twee geen sprake 2'ijn.

De Schrift is dus'geen eoO'no!riiisc'h'''Kan: dböek.

Zij' biedt geen economische-systemen.

Maar daarom verlDaast het mij, dat Dr 'N. die op de eene bladzijde zulke juiste dingen zegt, vier b'ladzijden vroeger zielf zich, , aan het euvel scihuldig maakt, waartegen hij in zijn om'schrij'ving van de secundaire b'e-gins'elen waarschuwt, Diaai' toch heeft hij het over de waarde, en .betoo'gt, dat, , de on-„Juiste theorie^ volgens^wrtel|^g|li^]3i|èQ|^^^ard „is als de mensch het W'eet 'te geh'ruikeir; - -en „dus niets meer waard is als de mensch 'het wei-„gert te.gebruiken —, hec'ft-geleid'lot rampzalige „geldtheorieën, die culmineeren in een-beweerde „Enlthronung des Goldes". Dieze O'nLtroning van „het goud is een ontkenning van de objecitieve „waarde van het gO'ud, 'sen loochening van Gods „scheppingsdaad. Praktisch wreekt zij zich^steeds, „maar ook zui.ver prinoipiëél kan de 'Christen haar „niet , aanvaarden."

Later-, werkt Dr N. deze'-gedaicihte nader uit. Wanneer hij in het derde deel het Verkeer bespreekt, wijdt hij ook een hoofdstuk "aan het verkeershulpmiddel geld, en betoogt ook daar, dat de qualiteiten van het goud en zilver, waardoor deze metalen als verkeershulpmiddel kunnen dienen, niet berusten op leenigerleifictie vanden mensch, ' maar op een scheppingsdaad Gods. „Het „wil mij vüorkomeny zegt D; r N., „dat dezie wereld „door God geschapen is teleologisch, en dat God „het goud en zilver v-ooribiesscihikt hëef-t om: den „mensch te dienen als wat hij nu geld noemt." En verder: „de ecionomÜsöhegoederen, waarop het geld-„wezen vooral steunen mo-et, zijn de edele metalen, „miet name zilver 'on gO'üd, waarvan het laatste „nog meer den voorrang heieft boven het eerabe. „De beteekenis van het edel meitaal als grondslag „van het geldwiözien schuilt niet alleen in de aoüe „der mensohen, maar allereerst, prindp'iëel, in de „scheppingsdaad Go'ds, die, ook ten opzichte van „het edel metaal, tele.oilogiscih van aaïd 5, s, en eerst „in de tweede plaats in de aatie des mensclien, die, „wellicht zonder Gods schep'pingsdaad te erkennen, „het resultaat van die daad ziet^en exploiteert. „Entlhronung des Goldes" is in verband daarmede „in het wezen der zaak in economisc'hen zin fevo-„lutionair: eeanomi, sch, althans met betrekking tot „het 'geldwezen, moet het edel meitaal ten troon „zitten. Dit is niet in strij'd met de christelijke „levensbeschouwing, aangezien de Christus Kich „nimmer tegen het geld als zoodaJiig verzet heeft, „maar het geld ook zelf heeft gebruikt, en het „geheel in ovéir'èehstem-inihg mét'de tófiristelijke leer „is, dat hetgeen men doet goed en doeltreffend „moet doen" (Wz. 247—"SSS).

Dr N. zo'gt hier krasse dingen. Zijn betoog kó-mt toch hier , op' neer, dat uit de scheppingsdaad G_gds, en dus uit hteitgeen de Schrift o-ns omtrent die sohepping leert, noodzakelijkerwijs voortvlO'eit, dat, in betrekking tot het geldwezen, het edel'metaal en met name het goud Op den troon zit, en dat ieder, die aan deze koninklijke heerschappij' ee-n einde wil maken, revolutionair tegen Gods scheppingsdaad, en dus tegen de ordinantiën van de Heiligia Schrift ingaat.

Nu zal ilc^ over de geldtheorleë'n niet spreken. Men verwachte van ntij: niet, dat ik, naar aanleiding, van Dl' N.'s beweringen, mij' aan een beschonwing waag .over de verho'uding van geld en munt, of .met hem van gedachten wissel over mono-metallisme .of bimetalKs'me. .Over deze zuiver-economische quaesties van den enkelen of dubbelen geldstandaard zw.ijg ik lievc'r, . doch wel wil ik iets zeggen over de kraSse verdediging van hef goud als standaardmetaal op grond van de op'eribaring Gods.

Dat gaat mij wel wat al te ver.

Het is Ijestvmiogelijk, dat ui; t p'raciLische oC t'echnisch-economische 'Of algemeen-sociale overwegingen de onttroning van het goud mioet tegengegaan worden, doch dat ook hierm de Sohrift ons den weg zO'U wijiz'O'n, en we in deze quaestie jnet een scheppingsordinantie Gods te do'cn ; 20uden hebben, lijkt mij' O'p „princip.ienmacherei", die een niet te onder'schatten gevaarlijken kant heeft. Ik ontken allerminst, dat de qualiüeiten, welke het gO'ud en zilver geschikt maken om als verÉeershTiJpniiddel te diene'U, van God zijn, en Ik stem gaaïne toe, dat die hoedanigheid, welke het goud tot standaardmetaal verheven heeft, door den Schepper in dit schepsel gelegd is, maar 'ik ontken, dait hieruit principieel voortvlo'eit, dat God wil, dat om die qualiteiten alleen : he|t, .; , giO: Ud.„at^^: gi§J: ; , d, jgp den troon zitr.

Ligt in dit vregiment de hoofdbesteraming van het goud?

HeeftNfiod in'et 'het goud nog niet een ander doel'?

Zou, wanneer het goud als geld ontitroond werd, daarmee aan de waardij van het goud zijn te kort gedaan, en kan die waarde niet buiten dit terrein in nog rijker schoonheid aan' h^et licht treden'? Ik vraag slechts, en ho'Op' een vo'lgend maal nader uitee.n te ze'tten, waarom Dr N. op' dit punt in zijn principieel betoog de grenzen overschrijdt. Daarbij zal ik tevens gelegenheid hebben een en ander op' te inerken over hetgeen de "bewerker van deze econoimische pro> eve zegt over het waardebegrip, waarbij toeer dan-^^m-Eantteekening is te maken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1921

De Reformatie | 8 Pagina's

Economie naar christelijke belijdenis.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1921

De Reformatie | 8 Pagina's