GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Hongarije.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hongarije.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zou het niet „van het goede te veel kunnen wo-'den" zoo heb ik mij zelf meer dan eenmaal afgevraagd, als ik op aandrang van velen mij voornam iets over wat ik in Hongarije waarnam en meende op te merken te «.^hrijven. Ik wil niet vergeten, dat men in eenmaal zooveel honig kan gebruiken, dat later zelfs de geur van de honigraat al hinderlijk is. In de laatste weken toch wordt in onze onderscheiden bladen en periodieken zooveel over Hongarije en Hongaarsche toestanden, vooral op kerkelijk gebied, geschreven, dat men welhaast met eenige nieuwsgierigheid naar vermeende redenen gaat gissen waarom deze of gene Kerkbode, of ook een ander kerkelijk blad of wekelijks verschijnende geïllustreerde periodiek, een uitzondering maakt op den algemeenen regel. Vooral nadat eene officieel afgevaardigde commissie vanwege onze kerken onmiddellijk na Paschen de Hongaarsch-Nederlandsche conferentie heeft bijgew^oond verschenen er artikelen en vervolgartikelen in den christelijken „Amsterdammer", den „kleinen" , .Rotterdammer", „Standaard", „Bazuin", „Spiegel" en misschien zijn mij nog andere bladen ontgaan, waarin den lezers eveneens het een en ander omtrent Hongaarsche aangelegenheden werd medegedeeld Dit verschijnsel heeft al lang ook diegenen getroffen, die ons niet erg welgezind blijken te zijn. Is dat niet van het goede te veel? Wie zal dat uitmaken? Is dat uit te maken? Heel gemakkelijk! Zoolang moeder merkt, dat de huisgenooten aan tafel nog honig gebruiken kan zij die gerust steeds weer opzetten. En dit nu is mij gebleken uit de, hei'haalde vragen om iets mede te deelen van mijne ervaringen, dat de lezers nog steeds met graagte van dat ons zoo nabijgekomen volk en land lezen,

Toch bleef ik eénige weken aarzelen alvorens ik mij zette tot de mededeeling van bet een en ander rakende het kerkelijk leven, immers in deze rubriek zal ik mij daartoe hoofdzakelijk beperken. De lezer' vergete niet, dat de afgevaardigde broeders na een reis van twee nachten en éénen dag des Woensdags 's morgens om 7 uur te Budapest aankwamen en deze stad verlieten om over Poszony en Praag weer naar huis te vertrekken des Maandags over een week 's morgens 7 uur. Zij vertoefden dus in Hongarije 10 dagen en waren al dien tijd meer dan bezet. Elk hunner heeft bij de tien malen gesproken, gepreekt of een referaat gehouden, voeg daarbij nog eenige verre reizen door Hongarije naar een paar Hoogescholen, enkele officiëele bezoeken door hen afgelegd en wat nog meer behoort tot het werk van een dergelijke Deputatie, en men zal verstaan, dat niemand met eenig recht kan verlangen, dat op vragen als: hoe staat het nu met het kerkelijk leven, met h'et godsdienstig leven, met het schoolwezen enz. enz. een „opinion nette" dat wil zeggen een wel gegronde en goed afgeronde meening kan worden gegeven. De indrukken zijn zoovele en van zoozeer verschillend karakter en zoo schielijk op elkander gevolgd, dat zij in onze ziel op elkander, over elkander, door elkander, naast elkander liggen als in chaotische wanorde. En zoo staat het ook met wat werd opgeteekend. Ik geloof niet, dat de scherpzinnigste opmerker, noch hij, die heel spoedig klaar is m.et zijn oordeel, verstandig zou doen met al te vlug zijn meening weer te geven met betrekking tot de vele vragen, die ongeveer aldus luiden: en wat zegt u nu, wat dunkt u nu van dit en van dat? Is het zoo gelijk ik las van dien en zooals Ik hoorde van genen?

Indrukken hebben wij ontvangen, zeer vele en zeer rijke; vele indrukken schijnen mij' onvergetelijk. Ik hoor nog hun rythmische taal; ik zie nog hun bewegingen, die als het ware de maat aangaven tij hun in ons oor zoo welsprekend betoogen. Nag kan mij hun zang roeren als ik mij herinner uit welk een diepte van ellende hun nationale hymne opklom, waarmede iedere godsdienstoefening, nadat de zegen was uitgesproken, een einde nam; staande door de gemeente gezongen. En al verstond ik niet wat er werd gebeden, toch werd door ons gevoeld, dat wij te zamen denzelfden God dankten en smeekten en dat niet een ieder van ons riep tot zijn eigenen God.

De indrukken, die wij ontvingen wiUen wij' gaarne bewaren, als levendige, als versche indrukken, doch ik voor mij durf ze niet weergeven voor zeer stellig vertrouwbare, zoodat de lezer daarop zoozeer zich zou kunnen verlaten, dat hij z'ou mogen zeggen: zoo staat het met het kerkelijk en zoo met het godsdienstig enz. leven in Hongarije, en dan verder zou mogen gaan al denkende en sprekende: wat valt mij dat mee, wat valt mij dat tegen.

Ware het dan maar niet beter om zoolang te zwijgen totdat men „des idees arrêtées" heeft, vaststaande en vertrouwbare meeningen? .Dit behoeft niet, als maar niet te bioud worde gesproken, te haastig geconcludeerd, te stellig verzekerd.

Een ieder zal verstaan, dat de tijd van ons vsr blijf te kort was en te veel bezet dan dat wij esn goed denkbeeld ons zouden hebben kunnen vormen omtrent de staatkundige en maatschappelijke verhoudingen. Wel woonden wij eene politieke vergadering hij en ontvingen zeer diepe indrukken, doch als gij nu weet, dat er bij de verkiezingen die thans worden gehouden, ongeveer twintig partijen met eigen candidaten uitkomen, dan genoegt deze mededeeling ter verontschuldiging als ik moet bekennen, dat ik over die onderscheidene par tijen geen voldoend overzicht heb noch kan geven.

Ook is waar, dat ik wel stellig blijvende indrukken heb ontvangen, die mij een droef beeld vertoonden van de oeconomische toestanden, doch een ander oogenblik zag ik toch ook weer een luxe in kleederdracht tentoongespreid, die dwais over den indruk van zooeven een zeer diepe vormde van gansch anderen aard.

Ik wil één voorbeeld geven hoe voorzichtij man dient te zijn met zijn oordeel uit te spreken over den politieken en cultureelen stand, waarop men meent, dat een volk staat. Wat men u in Hongarije mededeelt met betrekking tot de Roemeniërs, van den beschavingstoestand bijv. van den boerenstand, staat diametraal tegenover hetgeen men lezen kan in het eerste deel van „om de oude wereldzee". Dit is zeker, dat de Hongaren heel het artikel „F.umenië" met bizonder weinig instemming zou den lezen en zeer veel kritiek daarop zouden maken.

Daarmede wil ik niet gezegd hebben, dat die kri tiek zoo maar voetstoots vertrouwen zou verdienen. Ik wijs op dit verschijnsel om daardoor te betoogen, dat het hoogst moeilijk is om in korten tijd op grond van wat men meent waar te nemen, van wat wordt medegedeeld en vooral van wat men leest, een zelfstandig en juist oordeel te vormen.

Terwijl ik dan nu gaarne iets mededeel van hetgeen ik in die tien dagen hoorde en zag, wa.irvan ik zeer overvloedige aanteekeningen maakte, wordt door mij nadrukkelijk herinnerd, dat geenszins in mijn bedoeling ligt om een poging te wagen, mocht ik in mijn oordeel van anderen versöhillen in het een of ander, hen te corrigeeren of aan te vullen. Het Hongaarsche volk, dat van zijn zijde reeds eeuwen lang veel dichter leefde bij ons dan wij met hem, hoop ik den lezer nader bij te brengen. Dat verlangt ons volk, vooral ons christelijk volksdeel in al zijn lagen. Het kan zich niet indenken hoezeer het geliefd en gewaardeerd wordt door het rijk begaafde en met edele karaktertrekken begiftigde Magyarenvolk. Diaar trekken van zqn zijde zeer oude banden. Prof. Dr J. Sebestyén v/ees nog onlangs in „De Standaard" op het rijke onderwerp voor een tlieol.-disserta, tie om die oude relatiën te bestudeeren en daarvan te schrijven. In het Hongaarsch schreef over hetzelfde onderwerp na Paschen Prof. Dr Antal in de , , Pester-Hirlap". De taal, die het ons zoo moeilijk maakt om ons goed te oriënteeren, zou moeten worden geleerd door het verblijf van iemand, die zich deze studie koos aan een der Hoogescholen in dal land.

Van onze zijde trekken er banden Vjan jongeren datum, doch zeer vele en van bizonder teederen aard. Zoovele pleegouders hebben daar in dat veel geplaagde land hunne lieve pleegkinderen. Weinigen hunner kunnen derwaarts reizen. Toch Z'V.iden zij zoo gaarne willen weten hoe het huiselijk, godsdienstig, kerkelijk leven is, waarin deze h'urine lieve zwartkoppen met die donkere ovaal-ronde oogen nu verkeeren. Daarom stel ik mij voor om u daarvan achtereenvolgens mede te deelen, war ik daarvan en zooals ik dat zag. Dit behoort toch ook tot het leven der Buitenlandsche Kerken! Ik wil eindigen met deze bekentenis, dat ik nergens, waar ik in Zwitserland of Duitschland langer of korter tijd verkeerde, mij zoo: thuis heb gevoeld en zoo nauw verwant als onder het Magyaarsche volk, dat ons geneologisch toch zoo weinig verwant is, daar het veel nader staat aan het volk, waardooi' het eeuwen is geplaagd, aan dat der Turken, Dat deed zijn godsdienst!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's

Hongarije.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1922

De Reformatie | 8 Pagina's