GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Menschenvisschers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Menschenvisschers.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zal Hij dan altoos Zijn garen ledig maken? en zal Hy niet verschoonen met altoos de volken te doeden ? Habakuk 1:17.

Er zijn nog andere visschers dan de visschers der zee.

Het garen wordt nog door anderen uitgeworpen dan door hen, die op de wijde diepten zwalken, en met wind en golven kampen, om hun gewin, hun buit aan de wateren te ontworstelen. Er zijn nog andere visschen, daii het wriemelend gedierte, dat geen heerscher heeft (vs 14). Habakuk ziet in zijn dagen menschenvisschers. Hij ziet, hoe het net uitgeworpen wordt in de volkerenwereld. Hij vraagt: waarom zoudt Gij de mensdhen maken als visschen der zee?

Menschenvisschers!

Die naam ontsluit ons een wereld van genade. Die naam toovert voor ons oog een tooneel van onvergankelijke bekoring, en we zien bij den oever van de Galileesche zee enkele schepen. Op! een ervan zijn twee mannen aan 't werk. Zij werpen het net uil. Zij probeeren overdag hun naohtvangst te verbeteren, maar ziet, als ze druk bezig zijn, hooren zij een bekende stem. Zij worden geroepen. , 0p het strand staat iemand, die een boodschap voor hen heeft, en als ze opkijken en luisteren, hooren zij: olgt Mij na en Ik zal u visschers der m e n s c h e n maken (Matfh. 4:19).

Zoo spreekt Jezus tot Petrus en Andreas.

Hij laat deze jongeren in hun beroep'.

Maar, terwijl zij vroeger hun net uitwierpen in het meer van Gennesareth, worden zij nu de volkerenzee op gezonden, en terwijl zij eertijds in hun garen de visschen verzamelden, zullen zij nu menschen vangen, zielen voor den Heere Jezus, luirgers voor Zijn rijk.

Menschenvisschers!

Ziet Habakuk zulke visschers?

Het antwoord op deze vraagt ligt in zijn klacht. Wanneer hij deze visschers had aanschouwd, zou zijn ziel zich verblijd, en zou hij' God gedankt hebben, dat er mensohen gevangen werden voor Israël, maar nu klaagt hij. Nu klinkt het: waarom? Nu maakt de aanblik van de mensdhenvissohers hem bang, want die vissdier is geen dienstknecht Gods, die voor Hem en Zijn rijk vergadert, doch een mensch, die voor zichzelf vangt. Die vissche: p is de Chaldeër, de geweldige veroveraar, die in 'Habakük's dagen over de aarde trekt, en tegen wien geen volk bestand is. Voor hem zijn de menschen als visschen en kruipend zeegedierte, dat geen heerscher heeft. Het is zonder beschermer-Het zwemt zonder beschutting rond. Het kan naar willekeur worden gevangen, en Bahel, de geweldige volkerenvisscher, trekt die naties met zijn angel op. Hij sleept, ze in zijn garen. Hij^ verzamelt ze in z]jn net, en dan spaart hij niets. Telkens wordt weer het garen ledig gemaakt, en opnieuw ingeworpen. Telkens worden nieuwe-volkeren meegesleurd, en in die vangst geeft de machtige vis-scher niet om verbonden en contracten; hij handelt trouweloos, want welk recht heeft een visch tegenover dien, die hem vangt?

Men schenvisschers!

Habakuk is de eenige niet, die ze ziet.

Ze zijn er altoos geweest, ook'na Babel.

Er is ook nu niets nieuws ond'er de zon.

Maar wel heeft Habakxik ons geleerd ze te zien, zooals ze zijn.

Want die volkerenvisscher, hetzij hij Babel of Rome, Klarel of Napoleon, Diiitschland of Frankrijk, Engeland of Japan heet, werpit zelf den naam, waarmee de profeet hem noemt, ver weg. Hij denkt er niet aan volkeren te vangen. Hem drijft geen begeerte naar wereldheersdhappij. De welvaart eischt zijn militaire beweging. Handel en industrie dringen tot expansie. De kleine natiën moeten beschermd, en... Maa-r, Gods profeten laten zich niet door schijnschoone argumenten misleiden. Zij zien bij Geesteslicht achter alle fijngesponnen sluiers, en zeggen: gij wereldveroveraar, zijt een volkerenvisscher, die telkens het net uitwerpt, en voor wien geen klein volk meer veilig is, totdat God uw , angel breekt en uw garen vaneenscheurt.

Menschenvisschers!

Begrijpt ge nu de smeeking van den pi-ofeet?

Dat ontroerende: Waarom zoudt Gij de menschen maken, als de visschen der zee?

Dat onstuimige: Zalhij dan daarom altoos zijn garen ledig maken?

Dat vertrouwende: Gij z ij t te rein van oogen, dandatGij hetkwadezoudtzien. Vlucht ook gij, in deze tijden van volkerenverdw-azing, waarin de een den ander vertrapt, met dit gebed tot uw God. Roepit den nood der wereld voor Zijn aangezicht uit. Loopt Hem aan als een waterstroom, en weest tegenover die volkerenvisschers menschenvisschers van Jezus, die het net des evangelies uitwerpen, om zielen te winnen 'voor Hem. f

Dat moogt gij doen.

En deze menscihenvisschers winnen.

Want alle koninkrijken der aarde gaan voorbij. Maar wij, wij zullen niet sterven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Menschenvisschers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's