GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bedrijfsorganisatie ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bedrijfsorganisatie ?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

De laatste bladzijden van het referaat van Mr G er brandy neem ik in haar geheel op, om de volgende week met enkele opmerkingen van dit' onderwerp af te stappen. De schrijver zegt:

Wanneer men de^ litteratuur over „economische berdijfsorganisatie" raadpleegt, treft bij' voor-en tegenstanders ©en zekere angst voor uitbuiting van het publiek. Geheel onschuldig is haar warme pleitbezorger Veraart daaraan niet. Theoretisch heeft hiji een pirijspolitiek en een bedrijlfsgeslotenbeid ont-'wikkeld, waaraan die bezwaren kleefden. Afgedacht nu, van het feit, dat slechts, bij uitzondering een 'bedrijfsorganisatie als die der drukkers te bereiken vaït, is het toch zeer oppervlakkig, uit duur drukwerk tot uitbuiting van het piubliek door economische bedrijfeorganisatie te concludeeren. Is het bo'uwen van een huis dan niet bijfconder duur, zijn veel ambtenaarsnsalarissen niet extra-hoog, (en hebben zelfs menschen, die zoO' roiepien over de uitbuiting van het publiek door economische bedrijfsorganisatie, nog geen hooiglere bepleit? ), zijh de loonen van gemeentewerklieden ap\ een enkele plaats niet wel eens over de schreef gekomen, kortom zijn niet heel veel zaken duurder dan zie theoretisch mochten zijn en mag dan uit duur drukwerk en een theoretische uiteenzetting van economische bedrijfsorganisatie tot het „anti-maatschappelijk" geconcludeerd, en hebben we hier niet te doen met een algemeen verschijinsel, dat buiten economische bedrij'fsorganisatie omgaat? — Welnu, de consumentenraden danken feitelijk hun ontstaan aan deze vermeende bezwaren, zie steunen niet opi de realiteit.

De mogelijkheid om het publiek blijvend uit te buiten, wordt overschat. Heel de wereld is als het ware één groote cönsumentenraad. In verreweg de meeste gevallen geldt dat zelfs voor de trusts. En als er uitbuiting toch plaats heetl; ? — Individu en gemeenschap kennen hun verweer: coöperatie, overheids-exploatatie, coincan'eerend overheidsbedrijf 'Q.d.g. .

Consumentenraden steunen op de gedachte van een nauw verband tusschen afnemer en producent, de groote historische ontwikkeling — hoewel er bedrijven zijn, waar nog steeds dat verband bestaat; druldver, schilder, etc. en concentratie en distributie een nieuwe, nauwere relatie soms schept — verwijdert, door piroductie voor de marfct, den consument hoe lang zoO' meer van den producent. Wij dragen Italiaansche hoeden, Engelsche fcleedingstoften, Diuitsche schoenen, roofcen Egypttische cigaretten, eten Javaansche rijst, desnoods Australische boter en Argentijjasch vleesch.

Bedrijfsorganisatie wil de éénlieid" en gemeenschap grijpen, waar ideëel het steeds vervormende leven die zelf biedt, dat is heden in onderneming, en bedrijif, de gemeenschap der producenten; een . „clement van opbouw" vermogen de consumentenraden niet te zijn.

Geen praemature bedrij|fsprganisatie. De weg, welke afgelegd moiet worden, is veel langer dan velen denken. Veraart heeft in zijn laatste geschrift over economische bedrijfeorganisatie opnieuw uitvoering in snol tempo' bepleit, Hiji wijlst daarbij op de moeilijkheid, welke de C, A, zal ondervinden, om zich bij voortgaanden drang van werfcnemerszij'de, als het loon tot maximale hoogte, de ondernemerswinst tot maximale daling en de pi-ijs tot maximale waardeering van het publiek is geraakt, te handhaven. Ik vraag: wanneer de C, A, geen stand houdt, welke reden is er om aan te nemen, dat een economische-bedrijfsorganisatie het wel zal kunnen? — Men kenne, bij' het najagen zijner idealen, de wereld waarin men leeft, wel zal kunnen? - Men kenne, bij' het najagen zijner idealen, de wereld waarin men leeft.

Allereerst geestelijk. Er is een sfeer^ waarin geen' • 'C. A, kan leven, geen bedrijfsvrede en sociale

opbouw tat realiteit kan komea. Gezégd is, dat een geest van materialisme over de Europeesche en Amerikaansche volken is . gestreken, welke stoffelijk gewin en materieel genot bovenaan plaatst in het leven, de erkenning van geestelijke waarden drukt, het ziellijke en het geestelijke achterstelt. Zeker is het, dat de leer van den klasseinstrijd nog velen gevangen houdt en gemeenschapszin in onderneming en bedrijf verhindert, afgedacht nog van het feit, dat een bepaald deel der vakbeweging (de syndicalisten) aan aUe C A.'n den dood gezworen heeft. Maar ook: zijn niet zieer veel Christenpatroons van oinvervalscht individualisme doortrokken?

Voorts saciaal. Wij' spireken zoo licht over C. A.'n en over bedrijfeorganisatie als vanzelfheden, wij hebben te bed'enken, dat, voor een redelijke vervulling, vérgaande organisatie onder patroons en werklieden onmisbare voorwaarde is. Het aantal 'C'. A.'n is in Nederland wel is waar dé 1000 gepasseerd, er zijn bedrijven, b.v. de grafische vakken, waar het gelukte bijna allen te omspannen, maar het blijft toch een uitzondering als meer dan de helft is toegetreden. Die jongste C.A. in het kleedingbediijf geldt als eene, die er mag zijn, maar ze omvat nauwelijks 1/5 der wederzijdsche groepen. Hoeveel C.A.'n zijn er dan nog niet, die uiterst weinig regelen! — Bedrijfsorganisatie stuurt O'dk aan op samenwerking van nationale gemeenschapi en bedrijf, men spireekt wel over een Kamer van Belangen, maar wat we waarnemen, doet heel andere dingen zien. Die Stinnes-groep drukt zwaar op Duitschlands nationaal bestaan, de vakbeweging grijpt naar grove machtsmiddelen harerzijds; van politiek en economisch evenwicht is bij'na niets te speuren.

Ten derde juridisch. De C A. is in ons burgerlijk recht geplaatst als onderdeel van het arbeidscontract, hetwelk ziji juist moet beheerschen. Wie erkent, dat we allereerst behoeven een burgerrechtelijke regeling, zal ook moeten erkennen, wat dit inhoudt: omvoiming van dat recht, dat veel meer nog dan staatsrecht en strafrecht, getoiOtnd heeft zuik een taai leven te bezitten, dat wiji het nog voar drie kwart afdoen met de systematiek der groote Heidensche Romeinsche juristen. Koerswijziging is hier veel moeilijker dan men vaak denkt. Ik heb daarbij niet allereerst opi het oog het feit, dat men zelfs nu, nog in geheele streken van ons vaderland werkgevers vriji algemeen hoort spreken over het huren en verhuren van arbeidskrachten, alsof de locatio-conductioi uit den slaventijd nog reëel was, ik denk aan de vele rechtsvragen, waarover de piraktijk is heengeglipt, maar die oplossing behoeven, wil men voorkomen, dat de politiek der feitelijkheden zich wreekt. Het bekende prae-advies van Kortenhorst is op dit punt leerzaam. W^elke moet de sanctie der aansprakelijkheid zijn tegenover de contracteerende vcreenigingen, tegenover individueele leden? — Kan men de leelcenrechtspraak ongelimiteerd toelaten? — Hoe te voorkomen, dat één groep andere kleine overheerscht ? — Immers, onze vakbeweging splitst zich naar richtingen. Het is voorgekomen, dat de moderne , vakbond tot de patroons zei: ik wil wel met u onderhandelen en ook wel contracteeren, maar de Christelijke vakbonden, die zoo weinig leden tellen, mogen aan die besprokingen niet deelnemen. Een groote onderneming in ons land heeft eens, na haar personeel ontslagen te hebben, toen de georganiseerde werknemers kwamen onderhandelen, den Ghristelijken arbeiders' niet thuis gegeven en eigenlijk toetreden tot den modernen bond geëischt. Of om ap' een voorgaand punt te reageeren, men denkt wel aan zekere decentralisatie van wetgeving door middel van uit de praktijlk resulteerende raden, • maar hoe weinig is zulk een probleem nog jurisch doorgedacht! Ik zeg met dit alles niet, dat het onmogelijk! is juridischen vorm te geven aan de vele wenschen op dit terrein, het is echter ongeoorloofd zich de taak, om de practijk der zich ontwikkelende bedrijfsorganisatie in de banen van hel positieve recht te leiden, al te gemakkelijk' voor te stellen.

Ten slotte economisch. De doorsnee-mensch handelt niet uit altm'fstische motieven, maar vraagt naar zijn belang. In het productie-proces zelf moiet liefst een nutssaldo aanwezig zijn, dat tot organisatie diijft. Die drulfcfcersorganisatie is geboren uit ecoinonomischen nood. Maar het gevraagde saldo' is niet steeds gemakkelijk aanwijsbaar. De drang tot organisatie loopt bij' werknemers en werkgevers bovendien lang niet p'aralel, zoodat de groepen, tot een „bedjijf" behoorend, vaak zeer tegenstrijdig zijn , ondergebracht.

Het vorenstaande belicht de groote bezwaren, die men. ontmoet opi den langen weg, welke tot ledrijfsorganisatie leidt, nog maar zeer summier. De moeilijkheden, die aan de bind endverklaring vastzitten en de vraag, hoe de 'klove, welke ligt tusschen het aangaan der nieuwe en het afloopen der bestaande C.A. kan worden overbrugd, werden nog niet eens genoemd. Wanneer ik intusschen op deze wijze lood in de schoenen stop in plaats van vleugels aan de armen te binden, dan doe ik dat niet om de bedrijfsorganisatie te kleinecren, maar omdat ik van oordeel ben, dat ziji beter worft gediend als ziji langzaam groeit en haar wortels dus diepi in den grond slaat, dan dat zi] als Jona's wonderboom in één nacht opöchiet, daar, zij dan zeker in den volgenden instort. Daarom zijn intusschen concrete voorstellen niet te veroordeelen, maar zeker wel te begeeren. Daarom is een geamendeerd systeem-'Veraart (de voorslag-Kuypfer

van 1910, welke zoo terecht het gevaar van zuiver particuliere vereenigingsorganisatie aanwijst, is daaraan pirincipieel gelijk) niet, als onmogelijk, te verwerpen, maar wordt dat plan, hetwelk voor de meeste bedrijfstakken, — ons economisch leven is niet in hetzelfde stadium als het Duitsche en de ontwikkeling is .onderling verbazend onderscheiden — te snel den moeilijiken stap' van Gemeiiv schaft tot Körpierschaft wil doen en dat te spoedig - do aansluiting aan de uit de levénspraktij-fc opschietende werkliedenorganisaties loslaat, teruggebracht tot zijin waarde van: één der te overwegen, maati-egelen onder de-vele.

Ik begeer geen stelsel, slechts een richtingi. Mocht in de praktijk — het schijnt, dat zij dien kant u, itgaat, ook het pirogram van het I. C'. V. schijnt dat te willen — een Raad, als sluitsteen voor de vele bedrijtsraden, een Maatschapipelij'ke Kamer overbodig maken, ik heb daartegen geen enkel bezwaar. Bedrijfsorganisatie blijve, wat zij tot op heden is geweest: Leitmotiv. Een doordachte regeling der C. A. in de wet, welke beklijft en oprgonomen wordt in het rechtsbewustzijn van een volk, is meer waard dan een logisch stelsel, dat enkel in de hoofden van sociologen aanwezig is. In den groeten ontwikkelingsgang van recht en orde mogen en moeten wij bewust ingrijpien, geleid door idealen en steeds aanvattend het naast bereikbare, in laatster instantie leggen - wij' de toekomst van het pToductie-proices niet in handen van den nietigen mensch der aarde, maar geven die over aan onzen God in den Hemel.

Tot zoover Mr iG-erbrandy. Over dit slot is nog het een en ander te zeggen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's

Bedrijfsorganisatie ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923

De Reformatie | 8 Pagina's