GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KUNSTZINNIGHEID.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KUNSTZINNIGHEID.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Conclusie van het eerste artikel: Dit bedoel ik te bespreken: moeten wij een andere houding tegenover de kunst aannemen dan Dr Kuyper? Zoo niet, kan er een program van actie worden opgesteld? Zoo ja, welke behoort die andere houding te zijn.

II.

Toen Dr Kuyper zijn gediacihten over Calvinisme e> n Kunst uitsprak, vond bij wel een eenigszins andere sfeer dan tegenwoordig.

Destijds waren er betrektelijk weinigen, die door sterke behoefte naar eohte kunst werden bewogen. Het religieuse stond nog zóó in het centruni en legde zelfs zulk' een beslag opi de periferie van den gedachtek'ring, dat men de opweklcing om zich met de kunst in te laten wel gretig aanhoorde, wel overtuigd was, dat het daarheen moest, maar voor ïiet overige leek hot tezeer .op toekomstmuziek. Wij komen er tocli niet aan toe — dio meening dreef te veel boven. Men verstihoof het kunst-interesse naar een volgend gesladht.

Dat volgende geslacht kwam-Ook begon zich ia ons midden meerdere welvaart af te teekenen. Waxen de volgelingen van Kuyper voor het leeuwendeel gerecruteerd uit de Meine luyden, de kin deren van die luyden waren niet zoO' „klein" meer. Ze wisten-zidh stevige posities in de ma.atscha, ppij te verwerven. Zij konden zich in andere kringen presenteeren. Zij beschikten over middelen, waardoor zij voor de keuze werden geplaatst tusschen het smakelooze, waarmee een vorig geslacht zich had tevreden gesteld en het artistieke, dat thans binnen het bereik' van hun financiën lag. Zoo werd er een zek'ere smaak gekweekt, al' wil ik daardoor niet beweren, dat die smaak' ook waren kunstzin verried. Want smaak heeft op zichzelf met kunst nog niets te maken.

Deze vooruitgang 'kwam voor een deel de woninginrichting ten goede. Wanneer de overleden vaders en moeders nog eens de oogen konden opslaan, zouden ze zich verwonderen over hun kinderen. Misschien ook wel het hoofd schudden. En vaafc niet ten onrechte. Want het luxueuse is toegenomen. Maar luxe en kunst zijn ook alweer twee. Luxe verslapt, kunst versterkt. Luxe vergroft, kunst verfijnt. Gelukkig kenmerkte zich daardoor het tweede geslacht niet.

Neen, hierin lag veeleer het k'enmerk, dat men kerkgebouwen deed verrijzen, die aan alle architectonische eischen beantwoorden. De schuren en tnenschenpakliuizen werden afgebroken en Van lieverlede stegen zelfs op afgelegen plaatsen bedehuizen op, die door andere gezindheden ons worden benijd. Ook werden er orgels in aangebracht, die eenigszins concurreeren kunnen met die van andere kerken.

Daarin zat een begin van kunst.

Maar vanzelf kon hierin de kunst zich niet uitleven.

In het kerkgebouw mag de kunst nooit anders dan dienstmaagd zijn.

Zoo is de Calvinistische opvatting.

En daarin vertolkt zich de hoog-geestelijke gedachte der Godsvereering naar de Schriften.

De 'kathedraal past bij Calvinistischen bodem niet.

In stemmigen, strakken stijl behoort het bedehuis te worden opgetrokken.

Maar toch in stijl.

Het afstootelijke, het onschoone moet er zooveel mogelij'k uit geweerd.

Het harmonische dient gegrepen.

In deze valt er nog veel te verbeteren, zonder het karakter van het Gereformeerde bedehuis te schaden.

Dr Kuyper 'd'a, ciit zelf .een inrichting van het kerkgebouw uit, die ongetwijfeld van zin voor symbolische kunst getuigde.

Dan — in de pralk'tij'k wendde men er zich van af.

Men wil, 'dat er in zulk een kerk geen goede akoestiek is aan te brengen.

Een ander type kwam-in zwang.

Tocjh geven onze nieuwe kter'kgebouwen te weinig afwisseling te aanschiouwen.

Zij zijn vaak' variaties op eenzelfde thema.

De steensoort moge verschillen, de kleur der. helaas nog veelal geverfde bank'en, maar de grondvorm keert bijna overal terug.

Zeer stellig mag dit weleens onder de oogen gezien worden, want eenvormigheid is wel de vloek van het moderne, maar niet het karakteristieke van het Calvinistische leven.

Ik hoop, dat onze arc'hitekten niet op mij' toornen zullen en mij vooral geen ingezonden stukken sturen, maar hun vindingrijkheid zullen scherpen.

In dit ojjzidht valt er nog veel te doen. • En de 'kunst heeft van kindsaf geleerd met besciheiden middelen te werken.

Verder echter da.n het ni^t geheel IcTinstlooze kerkgebouw gingen de fc'unstaspiraties van bet tweede geslac'ht, in doorsnee genomen niet.

Den wand versierden ze hoogstens met een meer of minder goedgeslaagde reproduktie van Rembrandts Nachtwacht, een stukje van Mauve en Israels werd ook niet versmaad, maar van aan-, kweeking van den kunstzin was er onder ons weinig sprake.

Er bestond bijna geen aanleiding om zich' Kuypers „Calvinisme en Kunst" in te denken.

Maar 'het derde geslacht. is in opkomst. Daarin schuilen andere motieven. Sluimeren andere aspiraties.

Ja ze schuilen en sluimeren niet meer volkomen. . Zij werken, ze spartelen, ze springen om het licht te aianschouwen.

In het derde geslacht ritselt ook' iets over kunst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 februari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's

KUNSTZINNIGHEID.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 februari 1924

De Reformatie | 8 Pagina's