Hollen en Gemaskerden.

Ze blijken er dus vroeger ook ai geweest te zijn. Wie?

De menschen va; n het leege leven.

De zielen zonder inhoud.

De vlinders.

Men zou geneigd zijn 'ze alleen te zoeken in den modernen tijd.

Want onze tijd met zijn veelheid van verstrooiingsmiddelen, met zijn sensa.tieberichten en treinlektuur, met zijn schoonheidstinktQren en eendagsromans weet een mensch jaar na jaar bezig te houden, zonder hem tot bezinning te laten komen, dat hij ook nog zoo iets als mensch is.

IJdele lieden noemt ze de Sdirift. 01 om nog dichter by den oorsprong te blijven: hollen.

Als parleurs (mooipraters) zijn ze in de uitgaande kringen gezocht. Ze weten zich, o zoO' interessant voor te doen. Ze hebben altijd discours, stof voor gesprek.

Wa, t zijn ze vergeleken bij ernstige christenen toch aangenaam.

Ze verdrijven alle verveling.

Maar van binnen bij hen is het lucht. Er is ook nog een ander type.

Het is dat van Öe bedekte lieden, van de gemaskerden.

Zij maskeeren hun holheid. Zij dragen een mom van geleerdheid misschien, van kunst, van handelssucces.

Maar dat raakt hun diepste innerlijk niet. Dat Js even ledig als bij de menschen van het eerste type.

Beiden missen het massieve. Beiden bezitten geen degelijke kern. Beiden bergen geen innige vroomheid, geen biddende godsvrucht, geen treurend schuldgevoel, geen dankbare' verlossingszekerheid in hun binnenste.

En nu beroept David er zich bij God op, dat hij met die menschen niet omgaat. Hij past niet bij hen.

Zij hebben niets voor hem, waarmee hij zich inwendig sterken kan.

En hij heeft niets voor hen, dat hij aan hen kwijtraken kan.

Hun leven beweegt zich geheel langs zijn leven heen, maar doorkruist het niet.

Kunt gij voor God ook zulk een verklaring afleggen ?

Zeker, gij kunt die hollen en gemaskerden niet links laten liggen.

Gij ontmoet hen en hebt met hen te maken. Gij draagt verantwoordelijkheid ook voor hun ziel.

Gij hebt door uw inwendige volheid hun innerlijke holheid als in schrille tegenstelling te doen uitkomen.

Gij hebt hen te smeeken hun ziel te laten vullen aan de Fontein des levens, waaruit zij het water des levens verkrijgen om niet.

Doch zoolang zij hol blijven, al maskeeren tzij het ook met burgerlijke deftigheid of wereldschen ernst, kunt gij nooit intieme omgang met hen hebben.

Gij kunt niet recht vertrouwelijk tegen hen zijn. Gij kunt niet spreken van hart tot hart.

En toch ziet men het gebeuren, dat belijders van den Christus uit die hollen en gemaskerden hun intiemen kiezen! ' Is dat geen raadsel? David kon het niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen