GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN.

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot de eenheidsbeweging, dia zjch vooral in de wereld van het Angelsaksische ras na den oorlog tamelijk scherp begon af te teekenen, moet ook gerekend worden het streven in Schotland om 'te komen tot eene vereeniging tusschen de beide sterkste kerkengroepen aldaar: de kerk van Schotland, deze is „de staande kerk" en de machtige United Free Church, waarmede wij correspondentie onderhoudeir. Toch schijnt in den kring van. deze laatste kerk de voorzichtigheid te nopen niet al te hard van stapel te loopen. Men vreest n.l., dal vele gemeenten en leden bij: eene eventueelé verèeniging achter zullen blijven en dan vroeg of laat de immer in kracht toenemende Free Church zullen versterken. D'eze Free Church ging namelijk niet mee met de verèeniging in 1900 gesloten tusschen de United Presbyterian en de Free Church. Ik noemde reeds vroeger een boekje, geschreven door één der algevaardigden op de Synode van Utrecht, Rev. Prof. J. Kennedy Cameron, , M.A., onder den titel: Scottish Churcli Union of 1900 Reminiscences and Reflections, dat ons zoo goed en bondig oriënteeren kan. Om nu deze verlangde verèeniging te bevorderen tusschen de „staande kerk" en de groote vrije kerk van Schotland, stuurt men ook aan op herziening van de belijdenisschriften, als de 'Westminster Confessie, The Shorter Catechism, de Confessio Scotica. Sir B'onald Macalister, Principal van de Universiteit van Glasgow dringt daar op "aan in een boekje onder den titel: De auteuren van den kleinen Catechismus, van zijn hand verschenen. Wij moeten in de taal van onzen tijd spreken, zoo betoogt hij', gelijk de opstellers van de oude belijdenisschriften, „standards" in het Engelsch genoemd, het deden in hun taal. 'Wij moeten daarbij gebruik maken van het licht, dat sinds de opstellir^g dier belijdenissen uit Gods 'Woord tot ons is doorgebroken. Hij meent, dat de kerken in onzen tijd hebben geleerd te spreken met andere talen, gelijk de Geest haai' heelt leeren spreken. Hij acht het de roeping der kerk haar geloof te belijden in een taal, die ons geslacht kan verstaan.

In belijdenisschriften aanvaard door de Schotsche kerken wordt „the nobles declaration", do edele uitspraak gedaan: God alleen is de Heer, van ons geweten — en de eisch van een ingewikkeld geloof en blinde gehoorzaamheid (als bij Rome-, K.) vernietigt' , de vrijheid van geweten ©n van denken, en nu meent. Sir Donald, dat het de roeping der kerk is om ook in den tegenwoordigen tijd zich te houden aan die uitspraak.

Wij zouden o.a. de opmerking willen maken aan hen die redeneeren als deze Principal: leert dan ons geslacht die taal weer kennen en leidt het in in de gedachtenwereld der vaderen. De - vrees in de kringe" der United Free Church, dat velen biji een eventueelé verèeniging achter zullen blijven schijnt mij niet ongegrond. Vooral in de plattelands-gemeenten houdt meo ook in Schotland nog vast aan de voorvaderlijke leer en zede.

Ik schreef van het vasthouden aan de voorvaderlijke zede. Echter in Schotland heeft men een harden kaïap in de groote industriëele centra's tegen de verwildering van de volksmassa's. Men is blijde ter eener zijde, dat door de geweldige actie op het gebied der onthonding het drankmisbruik sterk is afgenomen; doch nu worden andere prikkels gezocht en dreigt het ontzaglijk gevaar van het hazard-spel, van het wedden. Zo") las ik in het laatste nummer van „De Record" een; artikel dat vraagt: is dobbelen zonde? De landswetten

verbieden het op straat, maar op alle manieren kan •worden „gespeeld". Alle speculatie met inbegrip van alle wedden en hazardspel wordt ondubbelzinnig' als zonde gekenschetst. Het groot gevaar is, dat de speelfloede de plaats heeft' ingenomen van de drankzonde.

Nog wijst op verslapping der voorvaderlijke zede in SchoÜand de klachte uit dat eenmaal zoo bizonder «ezegend land, dat terwijl bijna in alle landen van Europa de wetgeving zich bemoeit met de bevordering van de Zondagsrust, als Hongarije, Slovakië, Tsecho-Slova-Idje, om als scherpe tegenstelling deze landen te jioemen, die haar, haast niet kenden, juist de Zondagsrust en in verband daarmede de Zondagsheiliguiig in Schotland hand over hand afnemen. Hoe is 't mogelijk, 20O vraagt een Schot, dat wij Schotten er naar schijnen te baken om, „onzen Engelschen Zondag" uit te ruilen tegen dien van het vasteland; terwijl juist het vaste-Jand steeds meer overtuigd schijnt te worden van het heilzame dat er schuilt in den Engelschen Zondag.

Lees ik zoo de stemmen uit Schotland, dan klinkt mij daaruit geen bhjde toon van opgewekte stemming. We weten dat het angelsaksdsche ras, vooral als Amerika aan het woord is, niet vrij te pleiten is van een ojppervlakkig optimisme, dat bizonder eigen is aan aUe practicisme; dat au in aanmerking nemende zegt ons deze •weinig opgewekte toon waarlijk niet veel goeds omtrent liet geestehjk leven van den tegenwoordigen tijd in Schotland. Ik las ca. een overzicht, gegeven van den „huldigen toestand van Kerk en Volk iu Schotland", als vrucht van een schouw, gedurende heel een jaar gehouden over het christelijk leven in de industrieele anilieux, van uit het gezichtspunt der kerk en van buiten de kerk genomen. Dat overzicht bestond uit drie boiofdstukken met onderscheiden onderdeelen. De drie hoofddeelen hadden ten titel: indrukken, gevolgtrekkingen, wenschen. „De Record" wenschte wel, dat zulk een schouw werd gehouden door een daartoe benoemde commissie, die ook nog in oogenschouw zou hebben te nemen vraagstukken, waaraan in dit overzicht de aandacht niet was geschonken. Deze periodiek acht dat zoo'n commissie wel een dik halfjaar noodig zou hebben om haar taak eenigszins volledig te kunnen volbrengen.

Nu werd een overzicht gegeven van hoe een leek de dingen zag en hoe een predikant daarover oordeelde/

De hoofdindruk is dat er veel, zeer veel, is te doen; dat er veel werk is aan den winkel voor de ambtsdragers en de leeken beiden; dat er veel te wenschen overblijft.

Onder de rubriek „boekbespreking" trof mij; in ditzelfde April-nummer' van de Record een aardige vergehjking, gevolgd door een zeer behartigingswaardige waarschuwing. Het ontbrak, zoo ving zij aan, pelgrim in Runjan's reize op zijn weg niet aan vriendelijke raadgevers en gezelschap, en zoo gaat het den Christen in den tegenwoordigen tijd eveneens. Zijn „helpers" zijn inderdaad zoo tahijk, dat hij gevaar loopt eer van dezen afhankehjk te worden dan dat zij hem zonden dienen, gehjk dit toch moet zijn, Gods .Woord hij het licht des Geestes beter te leeren verstaan.

Omtrent de samenstelling van ©en nieuw gezangboek voor vijf kerken in Groot-Brittanië en Ierland, kan ik kersvorscb nieuws mededeelen. Zooeven toch ontving ik daaromtrent inlichtingen op mijn verzoek van den Secretaris der Engelsch-sprekende aideeling van de Welsh Calvinistic-methodist or Presbyterian Church of Wales. Ten overvloede herinner ik, dat wij met deze kerk correspondentie onderhouden, die echter in de laatste jaren al zeer ongeregeld is. D'e naam dezer kerk is veranderd. Deze naamsverandering is geen verslechtering. De combinatie Calvinistic-methodist was wel wat vreemd, hoewel verklaai-baax door de historie. Wij, weten immers, dat van de beide vaders der MeÜion disten de een moer Calvinistisch was en de ander meer methodistisch. Op de kerk van Wales stond oorspronkelijk meer het Calvinistisch stempel. Dit heeft wat de kerk regeering betreft gedomineerd. Ik spatiëer het woord kerkregeering, omdat ik vrees, dat inzake de leer er eerder verslapping dreigt dan versterking is te verwachten van het Calvinistisch karakter. Ook ten opzichte van deze kerk blijft van kracht de opdracht van Utrechts Synode, dat de D'.D. voor de correspondentie zich voortdurend op de hoogte moeten stellen van den toestand in de kerken waarmede onzerzijds correspondentie wordt onderhouden. Om dit te kunnen doen is het zeer te wenschen, dat dezen zomer een paar van onze mannen zullen zijn op het Concilie van de Presbyteriaansche Alliantie, dat in de hoofdstad van Wales Cardiff zal vergaderen.

Deze kerkgemeenschap bestaat uit een tweetalig ledental. Het eene gedeelte spreekt Welsh, het ander Engelsch. Onze afgevaardigden naar Schotland hebben eenzelfde lorvaring opgedaan in de Free Church. Toen ''iJ een dienst bijwoonden in het Celtic, stonden ^ij verbaasd over het feit, dat dit geheel onverstaanbaar was voor degenen die ©en Engelsche preek goed kunnen volgen. Zoo nu staat het ook met het Welsh. Deze beide talen verschillen minstens evenveel van het Engelsch als de Friesche taal onderscheiden is van het Nederlandsch. In de kerk van Wales spreekt men ^elfs van twee sections. Ik had mij: gewend tot den secretaris van deze kerkgemeenschap. Hij bleek mij: de secretaris te zijn van de W e 1 s c h e s e c t i o^ n. In antwoord op mijn schrijven, dat informeerde naar het kerkgezang in deze kerk-, schreef mij de secretaris van het Engelsch sprekend deel. Uit dit schrijven nu vernam A, dat de Presbyterian Church of Wales "— haar tegenwoordige naam — in samenwerking met ye staande kerk van Schotland, de United Free Church aldaar, de Presbyterian Church van Ierland en de Presbyterian Church van Engeland, bezig is een nieuw gezangboek samen te stellen. Het beoogt ©en revisie te zijn van het oude gezangboek en dat ook nu nog in gebruik is in meer dan een van de Presbyteriaansche kerken. De laatste hand is aan deze revisie gelegd en het nieuwe gezangboek zal in dezen zomer worden onderworpen ai'n het oordeel van de Synodes der vijf genoemde 'werkgemeenschappen. Dit nieuw gezangboek bevat geen P^^nisn, aangezien in Schotland de psalmen para­ fraseeringen zijn van de onberijmd© psalmen der Heilige Schrift. De psalmen die in Schotland worden gezongen sluiten zich zeer nauw aan bij de woorden in den Bijbel. Toch bevat deze nieuwe bundel eenige psalmhyms en paraphrases ter gemoetkoming aan het sterk verlangen van Engeland en Wales.

De commissie met de samenstelling van dit nieuwe gezangboek belast heeft eenstemmig besloten op de aanstaande Synodes, te houden in d© maand Juni, sterk aan te dringen op de invoering daarvan in de genoemde kerken.

Daarbij werd overwogen, dat het tegenwoordig hymnbook (gezangboek) al dertig jaar oud is en ©en nieuw broddnoodig was.

Enkele kerken in Wales zingen de psalmen, waartoe zij een afzonderlijk Psalmboek gebruiken; echter zij gebruiken daarbij niet de rythmische overzetting, die in Schotland in gebruik is. Ook zijn er kerken waarin men in 't geheel geen psalmen zingt. In de kerk van Sydney O JMorgan, den man belast met de saamroeping van de commissie uit de Engelsch sprekende kerken, wordt the Revised vertaling van de Psalmen gebruikt, doch over 't geheel slechts in de morgengodsdienstoefening.

In Amerika zijn twee bizonder groot© confei-enties gehouden. De eerst© was een zendingsconferenti© van 28 Januari tot 2 Februari. De grootste van dit karakter na die van Edinburgh in 1910. Men bedenke, dat het drie-vierde deel van al den zendingsarbeid over de wereld gedreven wordt en van de kosten gedragen door de Vereenigde Staten en Canada. Op deze conferentie waren ook gasten uit Europa ©n wel uit Groot-Brittanië, Frankrijk, Duitschland, Nederland en Zweden, terwijl veel ai'beiders van de zendingsterreinen uit heel de heidenwereld tegenwoordig waren. Ongeveer vier duizend afgevaardigden vertegenwoordigende vijf-entachtig zendingscorporaties en daaronder voor een derde deel vrouwelijke arbeiders waren getuige van de opening dezer conferentie. Nog zij opgemerkt, dat de Vereenigde Staten en Canada samen ongeveer 19000 zendelingen in het veld hebben en dat de uitgaven klommen tot de som van ongeveer twintig millioeneu gulden. Verder deel ik geen bizonderheden mede, hoe veel van deze conferentie ook te schrijven zij, opdat ik niet eens anderen veld afweide, echter nog één© mededeeling waardoor ik weer van dit veld op het mijn© terugspring. Openen rond spreken de zendelingen als hun meening deze schrikkelijke beschuldiging uit tegen de zoogenaamde Christelijke wereld, dat de godsdienstige en zedelijke verwildering en laksheid van menigten beiden van mannen en vrouwen voor het heden de meest formidabele hinderpaal is voor den voortgang van den Christelijken zendingsarbeid onder de niet Christelijke volkeren, uit welker midden in den tegenwoordigen tijd duizenden van jonge menschen reizen in de dusgenaamde Christehjke wereld en thuis gekomen mededeelen wat zij daar zagen en leerden.

De andere groote vergadering betrof de opvoeding; zij was dus een opvoedkundig, congres, gedui-ende een week gehouden te Cincinnati Ohio; op dit congres - waren vertegenwoordigers uit eiken staat der Vereenigde Staten, ten getale van dertien duize'nd; de grootste vergadering van „schoolmasters" dio de afgevaaxdigdo uit Grand Rapids ooit had gezien. Misschien maakt een lezer de opmerking, dat ik ditmaal wel wat gelijk op een kievitseizoeker, maar dan op een onervarene, die 't altijd over de sloot zoekt en niet op het land waarop hij loopt, alsof ze daar niet zijn te vinden. ï'er geruststelling deel ik ook nu mee^ dat er op mijn eigen veld genoeg is te vinden zonder mij te begeven op dat van de school of van de zending. Het verslag dat ik in The Leader van Maart over dit congres las biedt rnij. stof genoeg voor rnijn eigen rubriek. Het congres sprak de meening uit, dat het godsdienstonderwijs op de Openbare School in Amerika niet kan gemist worden, overmits het gezin, de kerk en de Zondagsschool nog naeer zouden kunnen en moeten doen, dan zij aireede doen, om de kinderen des volks die kennis bij te brengen welke zij noodig hebben tot de vorming van hun karakter. Het cgngres is dankbaar voor wat dezedrie reeds doen, doch oordeelt, dat er meer moet worden gedaan. Het wil geen neutraal onderwijs met een of twee uur godsdienstonderwijs daarnevens. Het wenscht beslist Christelijk onderwijs in alle de vakken. Het wenscht Christelijk-nationaal onderwijs. Ik ga voorbij aan hetgeen dit congres aan critiek oefent op de overlading; aan hetgeen het ©ischt, zal het onderwijs praktisch zijn. Kostelijke dingen worden daaromtrent gezegd. Doch over de sloot mag ik niet gaan eieren zoeken. Het congres oordeelt dus, hoezeer waar is, dat. in de eerste plaats de ouders geroepen zijn hun kinderen op te voeden in de vreeze des Heeren; en het dankbaar erkent, dat deze opvoeding in vele gezinnen wel degelijk wordt gegeven; en constateert, dat vele kerken hebben ter hand genomen de onderwijzing der jeugd in de dingen van Gods koninkrijk en vele predikanten de noodzakelijkheid daarvan wel degelijk toestemmen, de dominees voor het meerendeel menschen zijn die het erg druk hebben. Daarom, hun bemoeienis, zoomin als de zorge der ouders genoegt in onzen overbezetten tijd, zoo blijft er dan een grootsche taak voor de Openbare School en zij is: niet dit noodig© werk uit de hand der ouders en der predikanten te nemen, maar aan te vullen en te doen, wat de beide eersten reeds doen, maar nog niet genoeg. Wel wordt de Bijbel in de scholen in Amerika gelezen; wel is de school-atmosfeer opbouwend, de leer-en leesboeken, de liederen die worden gezongen, heel het school-materiaal prikkelen wel tot een beter leven, 't wordt dankbaar erkend, maar 't is niet genoeg: het congres wenscht, dat het Openbaar onderwijs worde gegeven in positief Cliristelijken zin. Is 't niet een opmerkelijk geluid, dat vernomen wordt, opklinkend \iit een vergadering van dertien duizend vierhonderd en negentig „schoolmasters" der Public School, verklarend, dat de „opvoeders" bereid zijn zulk een gewenscht onderwijs te geven?

Van tijd tot tijd wees ik op het werk van den Deutschen Hiilfsbundes f-ür Christliches Liebeswerk im Orient, E.V., waarvan het gratis aan te vragen maandblad Sonnen-aufgang, uitgegeven te Frankfui't am Main, Fürstenbergerstrasze 115, nog steeds mededeelingen doet. Ook nu kom ik daarop terug met dankbare erkentenis voor 't geen zeUs in dezen tijd nog door Duitsche Christenen voor de arme Armeniërs en ander© Christelijke volksdeelen in het T'uiksche rijk wordt gedaan. Te midden van de Mohaminedaansche wereld van het nabije Oosten leveii nog eenige duizenden Christenen, resten van overoud© tijden van sektarische groepen uit de dagen der oecumenische concilies. Veel te min wordt aan die martelaarskerken, die zoo betrekkelijk nabij de groote Christelijke kerken leven en lijden, gedacht en gedaan. Eere aan de Duitschers, die het werk der leniging van hun nood, van do prediking van het Evangelie onder hen zij.n aangevangen en hebben voortgezet onder de meest zware omstandigheden. Men kan weten, dat velen dier Christenen zijn uitgeweken naar Europa; vooral naar Thracië en Bulgarije. Ook daarheen zijn de arbeiders en arbeidsters der Duitsche hulpvereeniging hen gevolgd. Daar werken zij onder hen en ook onder de vele Mohammedanen, die in dit duistere deel der Christenheid in het Zuid-Oosten van Europa leven. Doch ook in Syrië zetten zij nog voort hun werk onder de vele weezen en armen die ontkomen zijn aan de Turksche slachtingen. Ihans maken de armen in Voor-Azië zeer zware tijden door. De winter was er in tegenstelling met hier zeer koud en dat zegt daar zooveel. D© Joden-Zending der United Free Church maakte ook melding van den zeer kouden en ongunstigen winter in Galilea pas doorleefd. Èn in het nabije Oosten èn in Philepopel, Sofia ©n andere centra's van Oostersche Christenen en Mohammedanen zet deze verèeniging haar arbeid met taaie volharding voort. Eie arbeid is in en onder ©en Mohammedaansche wereld zoo bijzonder zwaar. Hij wordt in Syrië nog gewerkt in Cawalla, Aleppo, Marasch en Beiroet. Door soepuitdeelingen tracht deze verèeniging den honger van honderden te stillen. Aandoenlijk is te lezen hoe dankbar© ouders in Duitscliland, dankbaar voor behoud, herstel en bewaring hunner kinderen, gaven zenden voor dezen 'arbeid. Waarlijk zij die hier werken in zulk ©en gevaarlijke omgeving onder de Turken, deze mannen ©n vrouwen, zij zijn helden en heldinnen. Welk ©en blijde geloofsmoed, en welk een sterk geloofsvertrouwen spreekt niet uit hun brieven!

Rudolf Steiner, de stechter en leider van anthroposofische beweging is op de leeftijd van 64 jaar te Dornach bij gestorven. Hij was met grootegaven begiftigd en trok daardoor reeds vroeg de opmerkzaamheid. Weetgierig als hij. was wierp hij zich op d© natuunvetenschappen, die juist in opkomst waren. Als vrucht daarvan verscheen van hem ©ene uitgave van Goethes werken op het gebied dezer wetenschappen, l'oen stond hij nog vreemd, zoo niet - vijandig, tegenover het Christendom. Daarna kwam hij onder den invloed van de beide Theosofische leidsters: madam© Blavatzky en Annie Besant, en nam de leiding dezer beweging voor Duitschland op zich in , de jaren 1901—1913. Daarop scheidde hij zich van de theosofische beweging af en werd de leider v|m de anthro'posofische verèeniging. T'oen kreeg zij twee centra's: één te D' o r n a c h, waar het Goethe an um gesticht werd naar het ontwerp van Steiner; dit verbrandde in 1923. Het tweede centrum vonnde zich te Stuttgart, alwaar de zoogenaamde Waldorfs c h u 1 e, een khnisch-therapeutisch Instituut en de hoofdzetel van de „Christengemeenschap" zich bevinden. Na den oorlog hield hiji op vele plaatsen in bet binnenen buitenland voordrachten. Slechts klein© groepen volgden hem. In den laatsten tijd liet hij de propaganda over aan ijverige volgelingen, 't Is moeielijk te zeggen waarin de kracht van dezen bizonderen man gelegen heeft. Het Christendom, dat Steiner er met de haren bijgesleept heeft in zijn bespiegelingen, heeft niet veel christelijks meer en beteekent misschien wel het meest als bewijs hoe ziek onze tijd is, dat zulke uitingen van den menschelijken geest gansche groepen nog kunnen binden.

Steiner liad het plan gevormd om den verbranden tempel weer te herbouwen op den zooigenaamden B1 u t h ü g e 1 bij Dornach, waaraan voor de Zwitsers een rijke historische berinnering verbonden is. Hij stelde zich voor een nieuwen tempel te bouwen, tachtig meter lang en breed en veertig hoog, en dat alzoo het machtigste gebouw van Zwitserland zou worden. Heemschut heeft zich daartegen ten sterkste verzet, 't Is nu best mogelijk, dat dit plan van Steiner door zijn dood niet zal doorgaan. De „Frankforter. Zèitung" meent, dat de tegenstand der Zwitsers, in Heemschuts protest bij de regeering tegen dezen tempelbouw openbaar geworden, maar al te goed is te verklaren. Want als de geest dit lichaam zal hebben verlaten, dan zal, naar zijn oordeel, deze tempelbouw nog eens aJs een monstrum daar staan in de toekomst.

In Spanje met zijn vele millioeneu inwoners zijn ongeveer evenveel Protestanten als in België, tegen de dertig duizend. Hoewel het Protestantisme eenigen voortgang maaJct en God de Heere d© prediking van 't Evangelie in de Haute Arragon van uit Zuid-Frankrijk op wondere - wijze heeft geleid en met Zijn zegen gekroond, het is toch nog zoo zwaJc en heeft nog hoegenaamd geen invloed geoefend op den volksgeest, wat niet met dezelfde woorden kan worden verzekerd van het Protestantisme in België. In den laatsten tijd heeft men telkens weer gelegenheid om van Roomsche stoutigheden melding te maken; dan van uit Polen en de Oostzeeprovinciën en nu weer van uit Spanje en Italië. In Italië heeft de - vriendschap tusschen den renegaat Mussolini en den paus reeds haar schadelijke gevolgen. De reactionaire regeering heeft de jeugd organisatie onder de Protestanten bij besluit der Overheid opgeheven, en wel op grond, dat zij eene oproerig© organisatie zoude zijn. Een sterk staaltje van Roomsche onverdraagzaamheid in Spanje nu wordt medegedeeld door Ds T h e o d o r F1 i e d n e r. In het stedeke Ibahernando, van de provincie Estremadura, stierf in Februari ©en lid van de evangelische gemeente, dat zijn verlangen had

te kennen gegeven begraven te worden op protestantsche wijze. 'I'rots den sterken wederstand van de weduwe des gestorvene, liet de pastoor door geweldmiddelen het lijk weghalen en 's middags begraven op Roomsche wijze op het Roomsche kerkhof. De begrafenis had plaats onder de hooge bescherming van de politie. Zij verklaarde bij monde van haar sergeant, wij zouden zeggen, brigadier, dat deze laatste wil van den gestorvene niets meer beteekende dan „un papel mojado", dat wil zoggen: een nat stukje papier.

Uit Griekenland kwam een goed bericht, dat ons echter wel een weinig onthutst doet staan over toestanden die daar blijkbaar voor kort nog heerschten. Men kan zich haast niet voorstellen, dat tot voor korten tijd de colportage en verkoop van Bijbels in de overzetting van het tegenwoordige Grieksch aldaar verboden waren. i\Ien mocht den Bijbol in de oude Grieksche overzetting verkoopen, maar niet dien in de hedendaagsche volkstaal. Dit is nu anders geworden. Van uit Engeland worden thans groote bezendingen Bijbels naar Griekenland gezonden, vertaald in het nieuw-Grieksch en wat nog het beste bericht is, zij worden bij duizendtallen verkocht en gaarne gelezen. Toch meene men niet, dat eene mentaliteit der kerkelijke machthebbers, waardoor men gedreven werd om zich zoo scherp te stellen tegen eene vertaling in het nieuw-Grieksch zoo heel ver afstaat van wat in sommige kringen van ons vaderland ook nog wel zoude worden begeerd. De kerkelijke en godsdienstige behoudzucht in kringen die men wel eens heeft aangeduid met den naam „zelfkant" is ook ten onzent soms ontstellend en zoekt zijn kracht en openbaart zijn onmacht in zijn groote voorlieifde voor allerlei „archaïsmen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE BUITENLANDSCHE KERKEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1925

De Reformatie | 8 Pagina's