Het offer.

Aan den aanvang van de rij der geloofsdaden in dit hoofdstuli staat het offer.

Dit is niet alleen in overeenstemming met de Üiistorie, welke als eerste religieuze handeling van den mensch na zijne oprichting uit den val het offer aanwijst, —' m.9, ar het is zeer bepaald ook kenmerkend VOOT het leven des geloofs.

Dat geloofsleven van Gods volk laat de Heilige Beest in Hebreen 11. uit hèt gewijd verleden opkamen; en Hij: beeldt het uit in die klassieke reeks vap geestelijke gedragingen, welke Hij als heilige parelen aan het snoer des geloofs bijeenvoegt; — altemaal kostbaarhe^den • uit - het kleinoödijnschrijn van (.•ni.is Kerk.

Maar de inzet' van ïTie reeks'is hfet offé'r. 'En die inzet is beheerschend. voor al het volgende. Hiji is de karakteristieke aanvang. Het offer is de eerste kenmerkende handeling in de rij der geloofsdaden.

Vele machtige gebeurtenissen zullen volgen. Rijk en schoon zal in fët leven van Henoch, Noach, Abraham, Mozes worden getoond wat het geloof vermag. Er zullen veel indrukwekkender gestalten oprijzen dan Abel, en veel aangrijpender geloofsstukken openbaar worden dan zijne eenvoudige (laad, — doch het grondbeginsel, dat in al die geloofsuitingen werken zal is-het offer. En dat offer is de overgave aan God, de overgave van zichzelven. Dat offer is - zichzelven uit te strekken •op het altaar, en zich-ïn rook te doen ojDgaan, — maar rook, die" naa, r boven stijgt.

Dat offer, dié zelfovergave aaai God werkt in Henoch's en Noach's geloofsdaden, - in Abraham's lültdclit, in Mozes' keuze, in al de handelingen, die hier van de helden des geloofs genoemd worden. Het begint alles met, het berust alles op liet offer. Daarom vangt de Heilige Geest daarmede aan. En nu moge Hij rijk-gevariëerd het geloofsleven teekenen, en veelvoudig de uitingen van dat geloofsleven doen zien, — maar in • al die uitingen en varia.ties blijft altijd dat ééne grondtype bewaard, waarmede Hij. had 'ingezet, — het offer.

Het offer.

Verstaan wij voor ons 'eigen geloofsleven, dat dit altijd de inzet moet zijn, dat onze geloofsuitingen hiermede hebben te beginnen?

Hebreen 11 is niet de beschrijving van vërledene dingen slechts, eene teekenihg Vian vroeger geloof. 'Neen, deze tafereelen zijin der kerk gegeven om haar voor alle tijden te doen zien, wait de kracht van liaar geloof' is, en wait zijj door die kracht te doen heeft. Zij heeft, nóg haa, r redding te bouwen als Noach, nóg uit te gaaai als Abraham, Inóg te zegenen als Izak, nóg te kiezen als Moizes, — heel dit hoofdstuk moet dagelijfks • terugkeeren, het moet tegenwoordige geschi-edenis zijn van Gods kerk.

En het kan dit zijn.

Indien onze inzet maar is, — het offer.

Indien wij; den gang van dit hoofdstuk maar volgen.

Indien wij maar beginnen met zelfovergave aan (len. Heere.

Indien wij maar verstaan, welke het grondtype zijn moet van al 'onze geloofshandelingeh.

Zietdagp.het geheim.

Zoo wij; dat offer volbrachten, we zouden niet zoo ver beneden dit hoofdstuk leven. Maar nu klagen we. We klagen, dat we niet zoo „opge^ nomen" zijn als Henoch in de dingen, die 'boven zij.n, dat we geen leven in onzen dood zien als Sara, dat we ons kind, onze dierbaren niet kunnen overgeven aan God gelijk Abraham, dat we niet sterven kunnen als Jakob, geen uitzicht hebben als Jozef.

O, — we zouden" niet behoeven te klagen. A'Ve zouden onze namen door. genade kunnen ingevoegd zien tusschen de andere namen in dit hoofdstuk.

Indien we slechts éérst onzen naam naast die van Abel wilden sohrijVen.

Indien we slechts éërst met hem .ons offer wilden brengen.

Indien we maar niet van ons altaar wegliepen, hl de meening, dat "we dan tóch wel door het geloof kloeke daden kunnen doen.

Dat de kerk des Heeren toch het geheim van haar kracht versta.

Dat de bekommerde die door het geloof de zaligheid grijpen wil, eerst zichzelven aan God overgeve.

Dat de rouwdragende en beroofde die onder Gods wil niet buigen kan, eerst zichzelven off ere.

Dat Gods volk hetwelk c'e wereld en de zonde niet ov^rwjn^ien ; ]^ani^ eersfezich in rook doe opgaan.

Wie tot , NoacKi' en Abraham-' en Mozes'komen wil, hij beginne met Abel, — met het offer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen