GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKELIJK LEVEN.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Synodale feilliaarlieid.

Van Roomsche knliek geoefend. zijde .svr^orftiO-c, , .de ..Asser. Synode ^^^^^m^^^^^B^jSms-^

Behalve de opniëflnng^; ' Sat 'Warineer liien het gesehiedvediaal in Genesis 2 - eh' 3 „letterlijk" opvat, men ook aan de woorden van Ghristiis: „dit is Mijn lichaam" een letterlijken zin moet geven, wordt vooral het geval benut om te pogen de noodzakelijkheid van een onfeilbaar kerkelijk leergezag aan te toonen.

Daartegenover moet met hand en tand worden vastgehouden aan het oude reformatorische beginsel, dat geen enkel kerkelijk gezag-de gave der onfeilbaarheid voor zich mag opeischen.

Zelfs al zouden de kerken in oecumenisch concilie vergaderd zijn gn. een leerbeslissing met algemeene stemmen genomen worden, mag er nog geen o-nfeilbaarheid aan worden toegekend.

Het is dan ook een ernstige' aanklacht, welke telkens weer tegen de Synode van Assen wordt uitgebracht, als zou zij zich een gezag hebben a.angematigd, dat' gelijk staat met dat van de Schrift of er zelfs boven uitgaat.

Wanneer die aanklacht ook slechts voor een deel waarheid bevatte, zou tegen de Synode streng moeten worden geageerd.

Maar natuurlijk, wie een aanklacht indient, behoort die ook met bewijzen te staven.

En dit is het vreemde, dat men het bij die algemeene beschuldiging laat blijven en niet in de besluiten der Synode de woorden aanwijst, waaruit dat waar te maken is.

Wel heeft de Synode uitdrukkelijk uitgesproten, dat zelfs de belijdenis — en des te - sterker dus een uitspraak, welke aan de Belijdenis ondergeschikt is — appellabel blijft aan de Schrift.

Eenige uitdrukking, • welke met die verklaring strijdt, kan men noch in de rapporten noch in de besluiten van Assen vinden.

Het is dan ook niet gemakkelijk te raden, waarop die aanklacht is gegrond.

De Synode heeft zich niet vermoten een beslissing in dezer voege te nemen: de Schrift zegt di t, maar ik. Synode, zeg dat.

Dan eerst zou zij haar gezag boven dat der Schrift hebben geplaatst.

Ook heeft zij zich niet gewaagd aan een uitspraak als deze: de Schrift zegt dit en ik'. Synode, zeg dat en nu hebt gij beide als waarheid te aanvaarden.

Dan eerst zon zij haar geza.g op gelijke lijn met dat van de Schrift hebben gesteld.

Maar niets van dit alles, niets zelfs wat er naar zweemt, is in haar Acta te vinden.

Geen enkel geluid, wat daar ook maar-^enigszins op leek, werd op haar vergaderingen gehoord.

Integendeel. Heel haar gestie werd beheerscht door de gedachte, dat door eon bepaalde leervoorstelling het gezag der Schrift werd aangerand.

Het gezag der Schrift stond bij haar boven alle

meeningen. ; , i T: -, - Zij kon het niet toelat6t|ll8; J; men dit gezag na kwam. te

Zij bestreed de bedoelde leervo-ors teil ing, omdat die in tegenspraak was met de belijdenis, zeer zeker.

Toch was dit voor haar nog secundair.

Dit kwam pas in de tweede plaats.

Indien hij, die deze leervoorstelling voordroeg, had kunnen bewijzen, dat op dit punt de belijdenis van de Schrift afweek, zo-u de Synode niet fiebben mogen aarzeleai en ook niet hebben geaarzeld, om de belijdenis met de Schrift in overeenstemming; ' te brengen.

Plet primaire, het eerste en voornaamste was voor haar, dat de Schrift de door haar gewraakte voorstolling van disputabiliteit uitsloot.

De Schrift en die alleen was voo-r haar beslis-

Dat zij nu : '^rï%eö> "'flt'è'*€S-fisputabiliteit voorstond, vroeg of hij in plaats daarvan de belijdenis, welke op de Schrift" gegrond 'is en welke zij op het bijzondere geval toepaste, .wilde aanvaarden, kan toch onmogelijk als een uiting van onfeilba.arheidsbewustzijn worden uitgelegd.

Vooreerst al, dreigde zij niet met een anathema, , maar zij vroeg om aanvaarding van dat, wat akkoord is van kerkelijke gemeenschap-.

En wat akkoord is van kerkelijke gemeenschap heeft in laatster instantie niet een enkele ambtsdrager of zelfs een groep van ambtsdragers uit te maken, maar alleen de gezamenlijke kerken, in Synode vergaderd.

Niet de partikuliere geloovige-, maar de kerken hebben er over te beslissen, hoe haar eigen Formulieren van Eenigheid mo-eten worden uitgelegd.

Nu eischte de Synode van hem, wiens gevoelen zij veroordeelde, geen onvoorwaardelijke onderwerping.

Zij vroeg alleen onderteekening, in' geval dit van heeler harte en met goede conscientie kon geschieden.

Zij zorgde er angstvallig voor, dat zij niet den schijn op zich laadde, alsof zij iemands G-qnscientie geweld wilde aando-en. .^^^Jr

Dat zou Roomsch zijn geweest. '«'""'-Maar zij liet de conscientie vrij.

Alleen ligt het in den aard van de zaak', dat zij voor iemand, die om der conscientie wil ha-ar uitspraak niet kan aanvaarden, het akkoord van kerkelijke gemeenschap niet mag opheffen.

Dat verbiedt haar karakter als vergadering belijdende kerken. van

Het stond bij haar voorop.: het is niemand geoorloofd iets tegen zijn conscientie te doen.

De drang' ging van haar uit: hoe gaarne ik ook zag, dat gij mijn uitspraak onderschreeft, als gij er uw conscientie om zoudt moeten verkrachten, doe het dan niet.

Zij schiep dan ook geen gewetenskonflikt.

Alleen kon er ontstaan gen konflikt tusschen het geweten en het willeh blijven in de kerkelijke gemeenschap.

gemeenschap. Hoe dat konflikt moest worden opgelost, gaf de Synode niet ondubbelzinnig te kennen.

Ofschoon zij zulk een konflikt zou betreuren, stond het voor haar vast, dat de betrokkene zijn geweten had te eerbiedigen.

Als konsekwentie vloeide daaruit voor hem voort: bij verzet der conscientie zich aan het kerkelijk akkoord onttrekken.

Een pijnlijke konsekwentie!

Maar toch voor den conscientieuse de eenig mogelijke.

Een kerk nu, wèlKë zichzelf een'brevet van onfeilbaarheid uitreikt, kan zoo> iets zetfs niet toestaan.

Zij kan niet den raad geven om bij konflikt niets tegen zijn conscientie te doèa.

Zij moet zich op dit standpunt plaatsen: ik ben onfeilbaar, derhalve hebt gij tegenover mijn uitspraken uw conscientie het zwijgen op te leggen.

Zij kan de conscientie slechts het recht van spreken gunnen, inzoover haar getuigenis niet afwijkt van dat der kerk.

Dat is dan ook de houding, welke Rome aanneemt.

Maar de houding van Assen was een geheel anderd

Zij wilde tot geen prijs, dat de persoon in het geding tegen zijn conscientie zou handelen.

Wanneer dan ook een blad als „De Nederlander" in de beslissing van Assen een Roo-msch gevaar ziet, slaat het 'c}en bal wel een pSiar mijlen mis.

Rome en iVssen staan hier vierkant tegenover elkander.

Rome is zich haar onfeilbaarheid, feilbaarheid bewust. ' ' Assen haar

Doch niet alleen toonde de Synode zich afkeerig van conscicnticdwang, maar ook in haar motiveering deed zij duidelijk uitkomen, dat het hier ten principale niet ging om haar gezag, maar om dat van de Schrift.

Van schismatieke zijde werd de bouw van het doigm.atisch-exegetische rapport eens onlogisch genoemd.

Daarbij maakte men echter de fout, dat men, waar men zelf een andere methode van behandeling verwacht had, zich de gevolgde methode niet in dacht.

Wie objektief het dogmatiscli-exegolische rapport leest, zal moeten toestemmen, dat zijn konstruktie gebaseerd is op de gedachte: de kerk feilbaar, de Schrift onfeilbaar. '

Vandaar, dat alles ten slotte wordt saamgetrokken op het beroep op het onfeilbaar Woord Gods.

Alzoo', de beschuldiging van zich onfeilbaarheid toekennen kan onmogelijk eenigen grond daaraan ontleenen, dat de Synode vroeg, of de betrokkene iiaar uitspraak wilde aanvaarden.

Waaraan dan wel?

Soms aan de beslistheid, waarmee de Synode zich uitsprak?

Ook dat zou niet vol te houden zijn. Immers, erkenning van eigen feilbaarheid en beslistheid van "ópAratting, sluiten elkander niet uit.

Gij zult getuige zijn van eeft-botsing tusschen twee auto's, zeg een Lincoln en een Cadillac.

_' De Lincoln zaagt gij den ho-ek omkomen eii een' korte bocht nemen, de Cadillac, welke uit tegeïigesteldo richting reed, hield rechts.

, „{; •= De chauffeurs geven elkander de schuld. De zaak '^'lc'omt voor den rechter. Nu doet het feit, dat gij uzelf voor een feilbaar mensch houdt, er toch niets van af, dat gij met beslistheid kunt verklaren, dat het ongeval aan de Lincoln te wijten is en niet aan de Cadillac. Zóó beslist zijt gij in uw oordeel, dat gij uw verklaring voor het gerecht ^^desgewenscht met een eed bevestigt.

'i ZoO' staat gij er ook in geestelijke zaken voor.

Het bewustzijn een feilbaar mensch te zijn maakt u niet tot een twijfelaar.

Indien dat het geval was, zou er geen enkel geloovige zijn.

Niettegenstaande de feilbaarheid u altijd bijblijft, kunt gij toch spreken: ik weet en ben verzekerd; kunt gij volhouden, dat iets geen, tegenspraak lijdt.

Zoo> ook de kerk.

Ofschoon zij in de weergave van de onfeilbare Schrift niet onfeilbaar is, ofschoon die weergave altijd menschelijke bepeAfheid en gebrek verraadt, behoeft zij nog niet tot scepticisme te vervallen.

Wel zal het bewustzijn van eigen feilbaarheid haar steeds tot voorzichtigheid manen, ^ maar het zal haar niet nopen alles in het onzekere te trekken.

De groofe Synode van Dordrecht bleef feilbaar, ook toen zij de leer van de volharding der heiligen fixeerde.

Dit dreef er haar echter niet toe, om het zóó A'-doiT .te stellen, dat er ook' nog wel een andere opvatting mogelijk was.

Neen, zij hield haar lêerfixatie voor onwedersprekehjk; ^ ' i ' ',

Want zij achtte die geheel gegrond op , de onfeilbare Schrift.

Indien de Remonstranten haar hadden voorgeslagen : wij willen ons wel uiterlijk aan uw uitspraak konformeeren, maar dan moet gij dadelijk nogmaals onderzoeken of er geen andere opvatting bestaanbaar is, zou zij dit met de grootste beshstiieid va, n de hand hebben gewezen.

Anders zou zij getoiond hebben, dat zij zielf niet vast geloofde, wat zij had vastgesteld.

Wanneer dan ook de kerk de belijdenis ten allen, tijde appellabel acht aan de Schrift, geeft zij daarmee volstrekt niet te kenn& n, dat zij ruimte wil laten voor andere opvattingin.

Zij verklaart door haar belijden juist niet in te zien, dat er ten deze nog andere opvattingen houdbaar zijn.

Zij sluit andere opvattingen uit

Naar het licht haar gegeven, mag zij niet anders belijden, dan z, ^..deed.

Zij is van wil daarin te volharden, tenzij' 'te-' eeniger tijd uit de Schrift kan worden bewezen, dat zij zich heeft vergist.

Dan is zij bereid haar belijdenis op dit punt onm.iddellijk los te laten j^J^oi^^J^gaij^j^^r.^j^t-, - . spraak te vervangen. i^^^^^^fé^^'^''^^W^'f^^''''f

Maar eer niet. '.'I^J^^pli

Zij kaïi echter, , niet.M^^^^., , ., , , , •*'''*-'***-™'^f5: i}et ooit zoover komen zal. • i? ïafeiÉS«*lH§*jy%iaj#ss s%'

i'M'i^W'S^mM Wanneer b.v--•.dié^léfi^oeli|dï'Se'^ van Vader, Zoon en Heiligen Geest, bant zij, hoewel haar feilbaarheid haar voor oogen staat, toch iedere' gedachte uit, als zon nog weleöns kmmen blijken, dat de Tweede Persoon in de Heilige Drieeenheid ondergeschikt zou zijn aan den Eersten Persoon. J^^BS-,

Als een.f^gSéen belijdenisuitspraak .doet, geldt dit steeds voor haar als een'ongetwijfeld Christelijk geloof.

Wie anders meent ondergraaft alle belijdenis.

Hij ontkent, de .mogehj'kheid: van een vaste overtuiging. W0^M^»^^Ê^^^^^pS'S^^:

Hij moet ••koh'sèkwéht élk dogma, ' tot' dat vati het bestaan, de.' kenbaarheid, de onbegrijpelijkheid, de Drieëenheid Gods, de twee naturen' van Christus, de zondeval, de plaatsvervangende gerechtigheid, rechtvaardigmaking, heiligmaking, de onfeilbaarheid van de Heilige Schrift toe dubieus stellen.

Hij moet ten slotte bij het dogmatisch indifferentisme belanden.

Daarom wie uit vastheid van belijden, beslistheid van uitspraak, zou willen besluiten-tojt^^ein^geyoel van onfeilbaarheid tast geheel rah.r0^§^^^^'\-.

Als de kerk zegt, dat iets onloocheiïbaaf, ohwederlegbaar, onwedersprekelijk is, ligt daarin niet opgesloten, dat zij de allures van onfeilbaiarheid aanneemt.

Da, n oordeelt zij naar het licht, dat zij op dat oogenblik heeft.

En of God in deze bedeeling ooit meer licht zal schenken, , is haar niet bekend.

Nu heeft de Synode van Assen weliswaar geen belijdenisuitspraak gedaan, maar alleen de uitspraak of zekere opvatting zich verdraagt met de belijdenis.

Maar dat verandert aan de verhouding tusschen feilbaarheid en beslistheid niets.

Waar zij in dit opzicht geen onzeker geluid deed hooren, waar zij zich met de meeste beslistheid uitte, vorderde zij geenszins de onfeilbaarheid voor zich op. ••

Zullcs kan alleen beweerd worden door hen, die beslistheid, vastheid van geloof en overtuiging .coiherr, staanbaar achten bij den feilbaren mensch. y; |^^-^.

Die heel het be^ide|ipl^ea: ^dm.k^ schroeven zetten'.'^'^'y^^^g? SÉ? ^^^SS^^^^^~

Maar dan kunnen zij ^poik' 'van hutf'eigëih overtuiging niet overtuigd zijn.

Immers, ook zij zijn feilbaar.

-^ Graflen van feilbaarheid. '--sAipm-vtxiaük^'

God is waarachtig, alle mensGhen""le& 'génachtig.

God* alleen is onfeilbaar, alle menschen zonder onderscheid feilbaar.

ïoch is er in de, .feilbaarheid gradatie.

In het d^agelijksch leven houdt ieder daar rekening mee.

Indien gij van een ander advies wilt inwinnen, is het u niet om het even tot wien gij u wendt.

Ieder kan zich - ^-ergissen, maar gij roept toch liever 4e hulp van een scherpzinnige in dan van een, die niet hoog timmert. De kansen van feilbaarheid bij die beiden staan voor u niet gelijk.

Indien gij last van uw oog 'krijgt, vormt gij eerst zelf een opinie omtrent dat malheur. Maar gij spreekt, indien het' niet binnen een paar dagen geneest, er uw huisarts over, omdat gij' hem toch, minder feilbaar acht. En brengt zijn behandeling geen baat, dan klopt gij bij een spedialist aan, omdat de kansen vaiL feilen bij hem als deskmidige uiteraard geringer zijn.

Ook in het geestelij'ke gaat dit door.

Een generale Synode kan zidi, vergissen.

De geschiedenis leert, dat zulk een kerkelijk' lichaam zich meer dan eens heeft vergist.

Maar het historieblad meldt niet, hoie menigmaal zich de _enkele geloovige heeft vergist.

Daarvan zou eenvoudig geen becijfering zijn te geven.

De kansen, dat de enkeling, hij; moge wezen wie hij wil, zich vergist zijn honderd & i duizendmaal grooter, dan daf de kerk zich vergist..

Een beroep op Kus, Luther of Calvijh ^ zegt in deze niets. .

Want die storiden tegenover een kerk, welke niet dicht leefde bij het onfeilbare W^oord. »

Doch een kerk, wier begeerte het is zich door dat Woord te laten leiden, staaf minder aan feilen bloof dan de partikuli^ere geloovige.

Niet, dat zij ooit de onfeilbaa, rheid nadert.

Men mag haar nooit houden voor b ij; jEi^^^|ifeilbaar. • •''^''^M^l, ., ..

baar. • •''^''^M^l, ., .. Maar wel heeft men aan te nemen, dat j ^ | ^ | ; - een lageren graad van feilbaarheid staa.t. ^''I^'ï x:

De enkeling, die tegen haar optreedt, heeft zich dan ook wel menig keer te bezinnen en bij zichzelf op groote bescheidenheid aan te dringen.

Dit is niet maar een kwestie van een optelsom.

Dit is volstrekt niet gebaseerd op^ de overweging, dat twee meer wëteji dan één en de., .ffi^amerddiik'e; kerken meer dan .een.-gEOijl^gfiï^iaffit^fiÉtgers-éj Jvrn'illfasai geloovigen. - ^ ^ ^ m ! ^ ^ ^ ^ '

Maar hier staan wé'voOï een beschikking Gods. 1

De Heere heeft de kerk gesteld to^t een pilaarj •m, . vastigheid der waarheid. - wM^

»V«feÖnze Heiland heeft inzonderheid iia; è^? a"8»^f'öi len als de fundamenteele dragers van de kerk be? | loofd, dat de., Heilige. Geest'hen in alle vya.arheid.i leiden zou. •? «s? ^gftè^ - - -

formeerd belijden een buitengewone.

Het-OOirdeel der kerk inzake de waarheid behoort! dan-^^öieder gemeentelid, iederen ambtsdragerl zwaaÉE? ''"'^"'"*--~ - '^'-—

-B De kerk én Ket geweten.

Nooit mag de kerk over de zielen dei; geloovigen, ' of wil men over de gewet|gppi|E|ifr^^^^^heer. schappij voeren. ' '.''-^i-»'; !*: K: ^~y^^

Antwoordt iemand haar: mijn geweten verbiedt het uw beslissing te accep'teeran, : da'naiiag.|Zij: .: nQ|| eenigen dwang uitoefenen.'#!»s'jê^il®.^^^Kï? : ^

Daardoor worden echtef geweten eil' kefkeli™ uitspraak nog niet voor gelijkwaardig verklaard,

Het, geweten en de ker'k kunnen beide dwalen.

Maar in verjjand mgt wat we boven schreven dient aangenomen, dat de mogelijkheid, dat het geweten dwaalt ongemeen grooter is dan (int een kerk, die zich eerliiedig buigt voor het Woord det waarheid, zou dwalen.

De „kerk heeft er zich dair ook niet eenvoudig bij neer te leggen, wanneer iemand de uitspraak van zijn geweten tegenover haar stelt.

Neen, zij is geroepen iemand uit de Schrift te overtuigen, dat hij een dwalend geweten heeft.

Immers niet-hét. geweten, maar de Schrift is de hoogste macht voor het geloofsbewustzijn.

Slaagt echter de kerk iil dien overtuigingsarbëï| niet, dan zijn haar middelen uitgeput.

• Al kan zij, wanneer de zaak het centruin van leer of leven raakt, wanneer er een tastbare afwijking is van haar belijdenis, iemand niet binnen haar gemeenschap een plaats geven of laten, zoo iieeft zij toch van het geweten af te blijven.

Er zijn er echter, die het er voor opnemen, dat men zulken gewetensbezwaarden de gemeenschap der kerk niet ontzeggen zal.

Boven bleek ons, dat de k'erk den aard der M zwaren wegen zal. Niet ieder bezwaar is zóó g& l wichtig, dat daarom de kerkelijke gemeenschap moet worden verbroken. Ook zijn er gevallen, waar^ bij in het gemeentelid, dat geen bijzonder ambt be-' kleedt, gedragen kan worden, wat in een ambtsdrager niet kan-worden ontzien. Verschillende kon; stellaties zijn denkbaar, waartusschen de kerk nauwgezet heeft te onderscheiden.^

• Maar wanneer er iets oentraials — naar het oor-' deeLder_^kejrk — in het geding is, dan kan geen Tïéroep op het 'geweten gelden om de kerkelijke gemeenschap.met zulk een persoon te bestendigen.

Anders zouden de gewetensbezwaren de brug worden, waarover de leer-vrijheid in vol galop d^ kerk binnenrijdt. v • . ^-.jj

Maar — zoo heeft men gevraagd —^t-m0M.\mm kerk een predikant, die om des gewetérisvvil m barer uitspraken niet kan aanvaarden, - uit zijn ambt ontzet, is dat dan ook niet een soort gewetensdwang ?

Die man he-éft misschien te kiezen tusschen gewetensverkrachting en broodeloosheid of althans bestaansonzekerheid.

Toch snijdt deze opmerking geen hout., , ; De kerk stelt hem voor die keuze niet^^ Die acht hier zelfs geen keuze mogelijfe

Die schakelt gewetensverkrachting in goed , vertronwcn uit.

Wanneer iemand tof haar zeide: ik zal mijn geweten dichtschroeien terwille van mijn brood, dat verbonden is aan rhijn ambt, zou zij hem hierover ernstig vermanen en daarmee nooit genoegen ncnaen.

En nu kan het waar zijn, dat zulk een predikant met bestaansonzekerheid wordt bedreigd.

De kerk mag echter niet van hem gelooven, hij ter wille daarvan het met zijn geweten op ee" akkoordje zal gooien.

Zulk wantrouwen mag zij niet koesteren.

Zij zou leedigen. daardoor den persoon in kwestie be;

Er zijn er, die voor hun geweten heel wat meet hebben over gehad.

Daarenboven leert de praktijk, dat zulke pft dikanten niet zoo zelden in eeïi andere reeds bestaande of nieuw geformeerde kerkgemeenschap een bestaan vinden, , rwaya, rtegen hun geweten niet i» opstand komt. ^ ^ ^ ^ ^ & $ ^

Ware dat niet hét geval, dan zonden wij, gelij wij vroeger reeds deden, er sterk voor willen pleiten, dat de kerk dezen predikanten gedurende een niet zoo korten tijd een 'behoorlijk wachtgeld ui'' keerde. ayfeéafe^/t i-^ 'yyCcA JA J^< > ^-' - H

Voegen zij zich^Ëlït'er bij een andere kerFgémeen-; schap, ' dan is'alle reden daartoe natuurlijk verval-, len. Dan mag redelijkerwijze verwacht, dat die kert gemeenschap voor hen zal zorgen. , ', !

Afgedacht echter van al deze praktische over-^ v/egingen is het duidelijk, dat een waarlijk Ger^ formeerde kerk er niet aan denkt door eenigerto; dwangm, iddel op het geweten inbreuk te maken-^

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1926

De Reformatie | 4 Pagina's

KERKELIJK LEVEN.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1926

De Reformatie | 4 Pagina's