GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HET BOEK VAN DE WEEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK VAN DE WEEK.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

The Silver Spoon, by John Galsw'orth-yc London, William Heiueraann Ltd.; 1926.

De Zilveren Lepel. Zoo op het eerste gezicht lijkt dit eerder de titel van een kinderverhaal of op z'n mooist (of ergst) van een sensationeel romannetje, dan van een eerste-klas boek van een van Engeland's grootste schrijvers.

Want dat is Galsworthy ongetwijfeld. Hij is nu bijna zestig, een jaar ouder dan Wells, wiens World of William C lis sold, zoo juist verschenen, reeds-direct groote belangstelling wett; een goieie tien jaar jonger dan bhaw, die van 't jaar zeventig is ge-worden en wiens iS ain t Joan nu twee'jaar geleden de wereld stormenderhand veroverde; en bijna dertig jaar jonger dan Thomas Hardy, die tegen de negentig loopt en nog naiuwelijks uitgeschreven schijnt.

»Dit zijn de groote veteranen der tegenwoordige Engelsche Letterkunde. Zij vormen als het ware de trait d'union tusschen de Victoriaansche periode en den nieuwen tijd. Maar alle vier hebben ze absoluut afgerekend met de VictoriaansChe conventie, de Victoriaansche moraal, de Victoriaansche religie.

De Victoriaansche religie? Als men die uitdrukking zoo gebruikt, dan legt men daar gewoonlijk iets smalends in. Die term wordt meestal gebezigd om uit te drukken het doode formalisme, de hypocrisie, die men meent te kunnen constateeren als een algemeene karaktertrek van den uiterlijk tenminste nog godsdienstigen tijd van Koiringin Victoria. Maar o, hoe veel hooger stond het blijde, kinderlijke, krachtige Christendom van een Robert Browning (gest. 1889) en zelfs de „eerlijke twijfel" van een Lord Tennyson, dien Engelschen De Genestet .(gest. 1892), dan het pessimistisch, fatalistisch naturalisme en materialisme van den gro'Oten grijsaard van Dorchester i); dan het heele of halve socialisme van Wells en Shaw; dan het scepticisme van 'Galsworthy.

Het Christelijk idealisme, het hooghouden van de Christelijke moraal wordt in al deze schrijvers gemist; ook in Galsworthy.

Maar bij den laatste is het niet zoozeer het poneeren van een nieuwe levensbeschouwing in plaats van de Christelijke', maar meer een aandachtig en critisch Q-bserveeren van de geweldige veranderingen, die bijna een kloof hebben gemaakt tusschen de Victoriaansche periode en den modernsten tijd; veranderingen, die - eerst nog min of meer geleidelijk gingen, inaar door den oorlog reuzenspro-ngen hebben gemaakt, zoo'dat men gerust kan zeggen, dat het Engelaird van 1920 en vervolgens, in vele opzichten een geheel ander Engeland is da, n dat van Koningin Victoria, hoezeer dan ook het taaie, van huis uit in den grond der zaak conservatieve Angelsaksendom der Britsche eilanden, zich gedeeltelijk nog wel gelijk is gebleven.

En die evolutie heeft Galsworthy niet alleen waargenomen, maar ook op het doek gebracht mét het penseel van den geboren realist.

De sublieme schilderij, die zoo-ontstaan is, heet de Forsyte Saga, met als vervolg er op The Whife Monkey (De Witte A a pi) en nu, in September j.L, De Zilveren Lepel, terwijl nog een derde vervolgdeel de schildering van de lot-

gevallen der Forsytes, dia typische vertegenwoordigers van den hooge-ren Engelschen middenstand, zal besluiten.

Dan zal het een dubbele trilogie zijn, want de Forsyte Sag a, die als zoodanig verscheen in 1922, bestaat zelf ook uit drie deelen, welke oorspronkelijk afzonderlijk, na elkander, verschenen: The Man of Property, In Chancery en To Let, waartusschen dan nog als „interludes" ingevoegd zijn Indian Summer of a Foirs y t e en Awakening.

We worden in den kring der Forsytes binnengeleid in den jare 1886, wanneer de Victoriaansche tijd volgens Galsworthy zelf in zijn volle j, rijpheid" is, en in de bladzijden van de P'oirsyte S a g a en het vervolg er op, z'len we het verval en den ondergang van den Victoriaanschen geest en de Victoriaansche normen, zooals Galsworthy die ziet; zooals hij ze ziet gekristalliseerd in de materialistische Forsytes, vooTal in Soames Forsyte, den „Man of Property" par excellence, 'van wien Galsworthy in De Zilveren Lepel zegt: „Hij ging nooit naar een kerk, behalve de St.-Paulskerk^), doch hij putte een zekere kracht uit hun uiterlijk voorkomen — ke-rken waren degelijk en hielden zich op^ een afstand en schenen zioh er niet om te bekommeren wat de menschen van hen dachten!"

Daar hebt ge Soames „in a nutshell": de materialistisch georiënteerde hoogere middenstander, zonder godsdienst, maar „degelijk" en gereserveerd, voor wien de begrippen eigendo'm, tehuis, familie het eenige credO' zijn: uitstekende dingen op zichzelf, maar die', losgeweekt van het Christendom, alle houvast verliezen. Hadden bij ons ook de oude „degelijke" Liberalen wel eenig principieel verweer, toen socialisme en communisme het gingen toeleggen op den eigendom en het gezinsleven?

Onwillens heeft Galsworthy in zijn bijna voltooide prachtige dubbele trilogie van romans laten zien, hoe gcestelijk-arm en moreel-stuurloos men wordt wanneer de Christelijke zuurdesem niet meer doorwerkt; want de Forsytes van 1886 zijn „degelijk" en zeer respectabel, niaar vrijwel godsdienstloos; en als dan het jongere geslacht (in 't geheel komen we met drie geslachten van Forsytes in aamaking) meent met de godsdienstige en moveele , , vooroordeelen" van de ouderen afgeda, an te hebben, de hypocrisie van den uiterlijken vormcngodsdienst der Victorianen te boven te zijn, ilan is dat heel goedkoop', want wat zij gezien hebben is op z'n best een caricatuur van het eohte Christendom, dat er ongetwijfeld in den tijd van Victoria zeer wel te vinden was in Engeland.

Zoo geeft de Forsyte Sag* met het vervolg er op ons slechts een partiëelen kijk op de verandering, die Engeland doorgemaakt heeft: het geeft de evolutie van dat deel van den hoogeren middenstand, aan wien reeds in 1886 de godsdienst weinig of niets meer te zeggen, had, maar het laat liggen een nog veel verschrikkelijker probleem: hoe ontzettend de ontkerstening in Engeland is toegenomen ook in die kringen, die in den tijd van Koningin Victoria nog onder het beslag van den godsdienst waren.

Overigens is de schildering, die Galswo-rthy ons geeft van de na-oorlogsche mentaliteit in den kring dien hij ons heeft ingeleid, erg genoeg. Hij toekent die geestesgesteldheid op zijn meesterlijke, losse maar rake, wijze in De Witte Aap en De Z i 1-V e r e n L e p e 1.

De eerste roman is genoemd naar een schildezij, voorstellende een witten aap, dien Soames op een goeden dag meebrengt voor zijn dochter Fleur, het jonge vrouwtje van den goeien Michael Mont. Het is een Chineesch meesterwerk, dat misschien vijf eeuwen geleden naax het Westen is gekomen (dit vertelt Soames ons in De Zilveren LepeP.

De aap houdt even op een vrucht te 'eten, die hij in de hand houdt en die gelijkt op een sinaasappel; de schillen heeft hij om zich heen geworpen; hij kijkt je aan met oogen, die je^ niet los laten: wanneer de oogen van een aap stil zijn, zoo zegt de schilder Aubrey Greene, zijn ze de geïncarneerde menschelijke tragedie.

De schilderij van dien aap' is een voilmaakte allegorie, een scherpe satire op het menschelijke leven: hij eet de levensvruchten en werpt ds schillen Om zich lieen en wordt betrapt, terwijl hij dat doet. Zijn oogen drukken uit, dat hij door de genietingen des levens niet bevredigd is, dat er iets beters is, dat hij niet grijpen kan en hij is bedroefd of boos, omdat hij het niet ka.n bereiken.

Aubrey Greene vindt, dat er onder de schilderij moest staan: De beschaving op heeterdaad betrapt. Soames stelt VOOT: Het moderne leven op heeterdaad betrapt. En dat vindt Aubrey ook goed.

Zoo blijkt, dat de op het eerste gezicht eenigszins zonderling lijkende tifel volkomen past voor dit boek, waarin het ultra-moderne leven ons geteékend wordt.

Evenzoo is het met De Zilveren Lepel. Als men zegt „He was born with a silver spoon in his mouth" (=hij is geboren met een zilveren lepel in den mond), dan bedoelt men, dat de persoon in kwestie rijke' ouders hee'ft of dat hij een gelukskind is. In 't algemeen drukt het dus uit, dat iemand door uiterlijk geluk vertroeteld, een weeldekind is. , ,

Dat nu is Fleur, Soames' verwende en woald-be hyper-moderne dochter, waarom zich Galsworthy's laatste roman concentreert; da, t is O'ok Engeland, welks naoorlogsche problemen een belangrijke plaats in het boek innemen.

In De Witte A a p wordt ons verteld hoe Fleur spijt had, ' dat ze niet kon bereiken het ideaal, dat Marjorie Ferrar, de kleindochtC'r van een markies, haar had voorgeho'udc'n: „Mijn eerzucht is de volmaakte vrouw te zijn van den eenen man, de volmaakte bijzit van een and'er, en de volmaakte moeder van een derde, alles tegelijk. Het is heel goed mogelijk — ze do'on het in Frankrijk".

Fleur had geprobeerd, de eerste twee te vereenigen, maar het liep sp-aak.

Toen had ze het derde ondernomen. En eerst ~ • zoo blijkt in De Zilveren L ep el — ging het nog al, voo'r haar doen. Maar aan het einde van het boek zien we toch hoe ze het'baby-ventje en haar man verlaat om met den ouden Soames, die haar altijd verwend heeft, een reis O'm de wereld te malden. Oorzaak: een nederlaag, dien ze geleden heeft tegen de geno'emde Marjorie Ferrax, „the pet of the panjóys", zöoals Michael die noemde, — wat ongeveer 'zooveel .zeggen wil a, ls de lieveling dergenen, die alleen vO'Or hun plezier leven.

Deze Marjorie zoowel als Fleur worden inderdaad treffend gesymboliseerd doo'r den witten aap: ze trachten uit de sappige vruchten van den levensboom (niet boom des levens!) te halen wat ze kunnen, de schillen om zich heen smijtende, — maar ze blijven hopeloos onbevredigd.

Galsworthy laat Marjorie Ferrar de hyper-moderne levensbeschouwing uitzegge'n, wanneer zij staat voor den rechter in het proces, dat zij Fleur heeft aangedaan wegens aantasting van haar naam. Zij heft O'p de leuze van het zich uitleven van den individueelen mensch, die door geen no-rmen is gebonden dan die van zijn eigen lust; de leuze van de amo'raliteit (zie De Zilveren Lepel).

Fel treft ons de armoede en onvoldaanheid van een leven als van Marjorie Ferrar, tot op groote hoogte ook dat van Fleur, hoewel die tenminste nog haar man en ^oaby heeft, en wanneer Michael zegt, doelende op Marjorie's houding voor den rechter: „Beweren wij niet dagelijks hetzelfde? " kasa antwoorden „Ja, maar'wij' doen het niet", — hoewel zij er zelf wel heel gèviarlijk' dicht aan toe was geweest om het oofc in "practijk te brengen.

Galsworthy is evennïiri' tevreden o^er het tegenwoordige als over den tijd van Koningin Victoria: , , We have but jumped O'Ut of a 'fryingrpan into-a fire" (= we zijn van den regen in den drup gekomen'; zegt hij in zijn voorrede vóór The Forsyte Saga. Nog beter zouden we kunnen zieggen, dat mèn, zelfs in de door hem geschetste kringen, van den wal in de sloot is geraakt.

'Gaarne had ik Galsworthy's besproken werk vergeleken met De Opstandigen van "Jo' van .Immers—Kiiller, dat er in O'pzet eenige overeenkomst mee vertoont. Ik was het ook werkelijk van plan, maar durf niet meer van de ruimte van De Reformatie in beslag nemen. Beide werken, het Engelsche en het Hollandsche (dat pas vertaald is in het Duitsch") zijn belangrij'k genoeg cm het vooT den lezer de moeite waard te. maken het voor zichzelf te do'sn. Wat ik dan ook kan aanraden.


1) Thomas Hardy bracht een groot deal van zijn teven (Icor in Dorchester, een provinciestadje ia 't Z.-W. van Engeland, waar hij nog woont. ^

-) Natuurlijk niet om daar den dienst bg te woneA, maar omdat het een historisch monument is van de Engelscho macht en grootheid (.1. V.).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

HET BOEK VAN DE WEEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 oktober 1926

De Reformatie | 8 Pagina's