GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Het jaar van Assen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het jaar van Assen.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

L

. Op den Oudejaajsavond vaii 1926 zullen, , bij de cverdenlcing van wat in dit jaar voorvieJ, de gedachten zich als vanzelf koncentreeren op de 'kerkelijke kwestie.

Ook anders ligt van alle levensgebieden dat van de kerk ons, 'Gereformeerden, het naast.

Maar gemeenlijk verloopt het kerkelijk jaar zóó kalm en grijpen er zóó weinig schokkende gebeurtenissen in plaats, , dat het volkerenleven of de politiek in eigen land bij het ; overzien van de data het meest de aandacht trekt.

Thans wordt die regel gebroken.

De beroering in onze kerken vervult-ook bij de jaarwisseling de gemoederen.

En het zou niet goed zijn, wanneer wij bij onze momentopnamen van het jaar 1926 daarmee geen rekening hielden.

Wij wijken dan ook' v^an onze gewone orde af.

in vorige overzichten bewaarden wij het kerkelijk leven voor het laatst of brachten het soms in de rubriek van dien naam onder.

Nu dient het voorop te gaan.

Lang zal 1926 in de herinnering blijven voortleven.

Jn de geschiedenis onzer Gereformeerde Kerken uit de laatste eeuw zal het onder de historische jaren worden geteld.

Het zal vermeld worden na en naast de jaren van Afscheiding, Doleantie en Ineensmelting van de kerken, uit die twee akties voort gekomen.

Ons nageslacht zal erover spreken.

Het zal onze daden beoordeelen.

Dö vraag zet ons tot peinzen: hoe zal het over ons oordeelen?

Zullen zij, die na ons komen, onze rechters zijn?

Zullen wij ons tegenover hen.moeten schamen?

Zal 1926, het jaar van Assen, door hen met een zwarïe kool wórden aangeteefcend ?

Of zullen zij het merken met een symbool van dankbaarheid ?

Aan het oordeel van dat nageslacht is ons veel gelegen.

Indien wij alleen op het heden hebben gelet en niet aan de toekomst van onze kerken hebben gedacht, zal het VOOT ons op ©en vonnis uitloopen.

indien wij ons alleen hebijen laten leiden door de zucht om tot eiken prijs aan de traditie vast te houden en reformatoiische ontwikkeling bedoelden af te snijdear, verdienen wij niet beter dan dat wij door de erfgenamen van zulk eeu droeve nalatenschap in onze graven nog worden gesteenigd.

Maar om het O'Ordeel van het nageslacht te profeteeren, dienen wij het oordeel van onzen God te kemren.

Oudejaai: Siivond is voor onze couscientie een gorichtsavond.

Hoe staan wij, die geen bl< > ()te toeschouwers zijn geweest in de kerkelijke aktio, die op welke wijze dan ook daarin een werkzaam a, andeel hebben gehad, tegenover Hem, die te komen staat om te oordeelen de levenden en de döoden?

Loopeïi wij hierover vooral toch niet heen. ?

Wat is er waar van de vele beschiüdigingen tegen ons geuit?

Ging onze aktie tegen personen?

Behoort zij te worden gebi'andmerkt als een vertoon van machtswellust?

Hebben wij menschenmeeniiig en meiisoheninzetting gesteld boven het Woord, van onzen God?

Hebben wij het levende pand der belijdenis, door onze vaderen ons in Christus' naam toebetrouwd, te Assen doodgedrukt? .| ., : ,

leder heeft het persoonlg^''Ji; ^..\ferantwoorden, uit welke motieven hij aan dié a|; .ti'e heeft deelgeno'men.

Maar wanneer wij uit naam van onze kerken mogen spreken, dan kunnen wij na ernstige schuldbelijdenis over de zonden, welke wij ook bij het ijveren voor de eere Gods en de majesteit van Zijn Woo< rd niet hebben uitgezuiverd, het hoofd omhoogheffen en getuigen: Heere, Gij weet, hoe wij als kerken te Assen vergaderd in oprechüieid voor Uw aangezicht hebben gehandeld.

Wanneer dan ook in ons nageslacht de Gereformeerde waarheid levensbloed is, 'zal het ons niet veroordeelen, maar met ons Go'd groot maken.

Aan epn eprezuil heeft de Synode van Assen geen behoefte.

Dit zal haar rijkste monument zijn, wanneer voor een lange reeks van jaren onze 'kerken tegen krachtige aanvallen op haar belijdenis beveiligd zijn.

Waarlijk, onze kerken zijn een groot gevaar ontkomen.

Wij hebben dit gevaar reeds meermalen aangeduid als het rationalisme.

Het ging te Assen, laten wij dit nooit vergeten, om het. gezag van ds Schrift.

Tegen dat gezag werden raadslagen bedacht.

Wie aan dat gezag afbreuk' doet, plaatst eigen gezag naast het Woord van God.

Dat eigen gezag wordt vroom of minder vroom beredeneerd.

En in die redeneering herkent men deJi klauw van den rationalistischen leeuw.

.Reeds lang loerde het rationalistische gevaar.

Het naderde onze kerken al dichter en dichter.

Het sloop binnen.

Maar het liet zich niet grijpen.

Te Assen is het gevat.

Ware dit niet het geval geweest, zou binnen afzienbaren tijd het .wereldbolwerk' van 'het Calvinisme — want dat zijn onze k'efk'en, niet door onze energie, maar door Gods beschikking — door het rationalisme zijn genomen.

Wat te Assen is geschied heeft niet alleen beteekenis voor ons land, maar voor het Calvinisme over heel de wereld. •

Over deze overwinning op het rationalisme zou slechts een juichkreet opgaan, indien er geen personen mee waren getroffen.

Oordeelen wij over hen, die het rationalisme wilden binnendragen, niet hard.

Onderstellen wij bij hen niet te spoedig boos opzet.

Of neen, wij moeten de gedachte aan boos opzet geheel laten varen. '

Dat rationalisme de hand had in hun zeggen en doen, zij wisten het niet.

Zij zijn meer verleiden, dan verleiders.

Zij mcenen het goede voor te hebban.

In dit opzicht zijn er in den kerfcelijken strijd weleens woorden gebruikt, die bet? r onuitgesproken hadden kunnen blijven.

Zeker, in de bestrijding van de Asser besluiten, kwam veel voor, dat de vraag wettigt: oordeelt merL niet tegen beter weten in?

En toch, wie weet hoe hartstocht het bewustzijn verengt, het gezicht benevelt, het oordeel vertroebelt, houdt zijn verdenking van kwade trouw zoo lang mogelijk in.

Strijd is scherp.

Strijd moet scherp zijn.

Strijd kan men niet voeren, gezeten in een luxu-G'use salon, achterover geleund in mulle armstoelen, met speelschen glimlach op het gelaat en vleiende komplimentjes op de lippen, onder het genot van een kopje geurige thee met .suikerklontjes ntmr believen.

Maar laat de sti-ijd scherp zijn tegen beginselen, doch verschoon de personen, zooveel gij kunt.

Natuurlijk zijn de beginselen van de personen niet te scheiden.

De personen zijn de dragers van de heginselen.

Worden de beginselen in onze kerken niet geduld, dan kunnen 'de personen, die ze voorstaai.i en zoolang zij ze voorstaan niet worden gehandhaafd.

Dat is een droeve onmogelijkheid.

Men leggo den, klerntoon op beide termen.

Zoowel op droef als op onm o go 1 ijkheid.

„Daarom naast de blijdschap over de trouw, door cnze kerken te Assen betoond, vervult ook droefheid op dit oogenblik ons hart.

Droefheid' over hen, die meenden de waarheid vooT te staan en toch een beginsel van rationalisme in hun boezem koesterden en nu gescheiden van ons leven.

Al kan dan de strijd niet over de hoofden der personen heengaan, het persoonlijke element blijve, als het even kan, eruit geweerd.

Wie zon durven volhouden, dat daartegen dit jaar van beide zijden niet is gezondigd?

Die vraag: aan welke zijde het meest? — zon bedenkelijk zijn.

Veroolmoedige men zich aan beide kanten hierover tegenover God.

Verootmoedige men zich aan onze zijde het diepst. .

Want zóó wordt het jaar van Assen van de vlekken, welke het ontsierden, gereinigd en werpt het een lichtglans voor zich uit.

Zóó mag het gerekend onder de roem der jaren die Isrels God geheiligd heeft.

Zóó kan gedankt VOOT de operatie, welke uiterst pijnlijk was, maar die genezing bracht.

Zóó mag 1926 in de herinnering voortleven als een reformatorisch jaar.

Zóó kan ook uit den grond van het hart worden gebeden voor de afgeweken broederen, opdat hun oogen open gaan voor het rationalisme, waarvan zij het slachtoffer zijn geworden.

Mogen hun oogen tijdig geopend worden.

Want Assen zal - wel gerechtvaardigd worden.

.Assen is in het jaar van Assen reeds gerechtvaardigd.

Werden buiten de geschilpunten, welke te Assen in het geding waren, de geesten ook niet op andere wijze openbaar en wel óp ©en wijze, ' welke doet Zien, hoever bet rationahsme sommigen reeds deed dolen?

Wij denken hier aan de stelling: ons heil hangt met aan historiefeiten. •

'Wij denken hier aan de bewering uit ©en meditatie, dat het Paradijs, waarvan ons Genesis v.erhaalt, met op aarde, maar in den hemel moet worden gezocht, wijl anders immers 'de ziel van den. moo-rdenaar aan het kruis bij zijn sterven zich niet vertikaal, maar horizontaal' zou hebben bewogen naar 'een onbekende plaats opl dit wereldrond.

Wij denken hier aan de hoo-gtezon van Oostersch licht, waarmede men ons wilde bestralen, maar welke door kortsluiting niet branden wilde En

dat, terwijl er nog geen lichtstraal uit het Oo«teu tot ons doordrong, of wij werden erdoor in onze bchriftbesoliouwing bevestigd. Wij volgen bet onderzoele in bet Oosten met levendig interesse, op een enkel onderdeel van de Schrift geeft het ons verheldering, maar geeft men er zicb rekenschap van of onze belijdenis ook maar op, ©enig kardinaal of semi-kardinaal punt, ja op eenig pnnt aan de periferie, deswege moest worden herzien, < lan moet hierop ontkennend worden geantwoord.

Nog eens bij al deze beweringen denken wij de beweerders weg.

Het gaat ons om de zaak, niet om eenig persoon.

Maar dan zien wij ook met smart, hoe de symptomen van de rationalistische ziekte al duidelijker worden.

•Kif ^'T^ '^^•'it oo'k stof tot klagen geeft is, dat de '•^-"-"Geretorme-erde gezindheid in ons land, welke zich buiten onze kerken bevindt, ons in zoo menig opzicht alleen liet staan.

Ook voor haar beten wij de spits af.

Enkele sympathie-betuigingeti zijde tot ons gericht. werden, van. die

Wij weten, dat er duizenden onder hen zijn, die zich over het verloop te Assen hartelijk' verblijden.

Waarom hielden die zich stil?

Wij wenscben geen dank.

Die brenge men Gode.

Maar wij hebben beboefte gesterkt te worden • door de liefde in eenheid des wareïi geloofs.

Wel echter stonden wij van dien kant aan heftige aanvallen bloot.

Prof. Ilaitjema, wellicht uit wanhoop om bet onkruid in eigen tain uit te roeien, ziet men gedurig weer over onze kerkmuren heenstappen, niet om zijn breeden zin te vertolken, niet om "de traditioneele band ons te reiken, maar om met schoffel en bark onze bloembedden om te woelen.

En in de Christelijk Gereformeerde Kerk, die in onzen strijd zeker zoo goed als geheel aan onze zijde staat, vindt een der docenten van Apeldoorn het noodig te waarschuwen tegen den geest van Assen. Op: welke gronden? Op gronden — wij bedoelen er niets scherps mee tegen den persoon — die ons vooralsnog toeschijnen even stevig te zijn als een vloer van bordpapier.

Waai'om ontvingen wij niet meer steun?

Ruben, waarom liet gij uw broeders alleen strijden?

Wij vragen dit niet, omdat wij ons in onzen God niet sterk genoeg weten.

Maar omdat wij het zoo verheffend zouden hebben gevonden, waimeer in een zaak, die allen raakt, bij alle kerkelijke gedeeldheid het eenheidsgevoel sterk had gesproken.' .: sv|S*ï#*< > -i^~iii

• Dan — het jaar van Assen zal onze feAen ook het volgend jaar, ja wellicht nog de volgend© jaren bebeerschen.

De strijd is nog niet uit, al liggen de hevigste momenten achter ons.

Nog hebben wij onze „bezwaarden".

Tusschen hen moet wel woeden geschift.

KT zijn er, die nog niet hebben gekozen.

Geen middel - worde onbeproefd gelaten om ben te overtuigen en te behouden.

Er zijn er ook, gelijk bleek, die tegen onze kerken gekozen hel)ben en toeh in onze kerken willen blijven.

Zij nemen de positie in van vijanden binnen de vesting, van aanvallers in den rug.

Blijvo het beroep' op bun' eerlijkheidsgevoel niet zonder resultaat.

In het jaar van Assen hebben wij geleden.

Brenge dit lijden ons in inniger gemeenschap met Christus.

Maar versieren wij er onze 'borst niet om met medaljes van moed, beleid en trouw.

'Hoe anders staan wij achter 'dit jaar cla, n daarvóór !

Toen niet geheel zonder zorg in het hart. •

Zou men algemeen den vijand van het rationalisme herkennen en de zwarte gedaante, welke achter hem aan sloop: de leervrijheid ?

Thans mag tot roem van Gods genade gekonstateerd: onze lampen waren door de olie des Geestes brandende.

Op die geheimzinnige silhouetten viel liet licht.

Het gevaar is afgewend.

Dankt, dankt nu allen God! '

Veel i'uimer kunnen onze kerken 1927 ingaan. Dat Christus haar als de wolkkolom vóórtrekke. Lezer, lezeres, het heil onzes Gods zij u toegebeden.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's

Het jaar van Assen.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 december 1926

De Reformatie | 8 Pagina's