GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Prof. Haitjema's egaal kerkbegrip.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prof. Haitjema's egaal kerkbegrip.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

H.

Krachtens Prof. Haitjema's egaa, l kerkbegrip is de kerk een „preek"-kerk.

Daarom verwijt hij aan de Asser Synode, 'dat zij „het S)chriftgezag niet (heeft) gepropageerd", door het Schriftgezag te „preeken".

Ook decreteert hij: „Tusschen de belijdenis vaii het Schriftgezag en de prediking dtes Evangelies ligt voor de Asser Synode een geweldige kloof. Van het innig verband tusschen de belijdenis van het Schriftgezag en de heilswaarheid, die in de predikin, g des Woords moet woeden uitgedragen, bleek te Assen bitter weinig".

lïn later herha, alt hij nog eens: „Voorwaar, groot was de kloof tusschen de idee van het Scihriftgezag en de prediking des Wooxds op; de-Asser Synodle"-

Het is duidelijk, dat hier de volgeling van Barth aan het woord is.

Barth meent heel zijn roeping te kunnen omschrijven door het woord: openbaringsgetuige.

Prof. Haitjema stemt met hem in.

Al wat christen is moet getuigen, preeken. Ieder geloovige peirsoo-nlijk moet preeken. De kerk' in haai' geheel moet preeken. De Synode moet preeken-De dominees moeten preeken. De kosters moeten preeken. Alles, alles moet preeken.

Nu zien wij het goede element, dat hierin schuilt, niet over het hoofd.

De gelüovigen hebben behalve een pric en een koninklijk ook een profetisch amlDt.

Zij moeten Christus' naam met warmte en bezieling belijden. .

Inzonderheid behoort de kerk des Heeren dat te doen.

Niet alleen, dooir te preeken, maar wel onder meer dooT te preeken.

Opmerkelijk mag het genoemd, dat in het heele artikel van Prof. Haitjema van de sacramenten niet wordt gerept.

Ook niet van het heilig houden daarvan.

Wel bevat het een passage over de leertucht. Van de kerk heet het: „Zij' moet leertuoht oefenen, ook om de belijdenis van het Schriftgezag oaibesmet te bewaren. In die leertucht der Kerk komt geen kleinzieligheid tot uiting. Zal het goed zijn, dan geldt het hier de onverzetteüjk-besliste en tegelijk teederliefdevolle zorg der Kerk om het onmisbare vaatwerk zuiver te houden, waarin de troostvolle waarheid des Evangelies rein gehouden en uitgedragen moet worden Leertucht oefenen iS mitsdien geen ketteijagerij, maar .heilige arbeid onder de leuze: tot eere van. God en tot zaligheid der zielen, die een-Evangelie^boodschapi noodig hebben, waarin God zelf Zioh toit hen richt met hoog gezag!"

Men ziet, ook deize passage wordt ontsierd — afgezien van de steken onder water ^-door het gebrek, dat zijn artikel op elke bladzijde kenmerkt.

Prof. Haitjema mint de algemeenheden.

Woorden, woorden, woorden, zoo teekent ge telkens weer op den kant aan.

De eene volzin volgt de andere op.

Wij weten nu wel, hoe de leertucht niet moet zijn.

Niet kleinzielig.... zooals in Assen,

Geen ketterjagerij zooals in xVssen.

Maar wat moet ze dan wel zijn. -

Prof. Haitjema kan vlijmscherpi zijn. Dat bewijst hij in dit artikel. Scherp tegen Assen. Scherpi tegen do Geref. Kerken. Scherp tegen Dr Kuyper, die „wind (heeft) , gezaaid", weshalve nu „de storm moet geoogst worden". Wij beklagen ons over die scherpte niet. Laat Prof. Haitjema het maar zeggen, zooals hij het meent. Zonder scherpte' geen opr scherping.

Doch waarom legt hij geen scherpte aan den dag bij de ontwikkeling van zijn gedachte?

Waarom laat hij ons niet scherp, zien, wat er onder leertucht moet worden verstaan?

Welke organen van de kerk moeten haar oefeneii ? Hoe moet zij geoefend? Over wie moét zij gaan?

Mag zij afhouden van het Heilig Avondmaial? Mag zij excommuniceeren ? r:00W •

Hier liggen, ik begrijp het, voor hem, '''als''%ehoorende tot de konfessioneele richting, voetangels.

Het zou ons niet verwonderen of ook zouden wij' ten laatste het antwoord ontvangen: neen, geen leertucht door excommunicatie, want daardoor treft gij „zielen, die een Evangelie-boodschap' noodig hebben", dan geeft men de idee der volkskerk prijs. De leertucht moet zich hiertoe beperken, dat de proponentsformule in konfes si oneelen zin moet worden gewijzigd en dat zij overigens moet bestaan in.... preeken.

O, dat-egale kerkbegrip.

Hoe wordt alles in 's Heeren kerk daardoor genivelleerd.

Het zou ons benieuwen, wat er van terecht zou komen, als Prof. Haitjema de vraag eens onder de oogen zag: hoei had de Asser Synode moeten preeken.

' Dat ^ij moest preeken, stelde hij vast.'

Maar hoe zij moest preeken, daarvan gaf hij geen voorbeeld.

En toch, leeringen wekken, maar voorbeelden trekken.

Prof. Haitjema heeft het vorig jaar zelf^^als adviseerend lid een Synode bijgewoond.

Wij hebben wel gelezen, da(t hij er het woord heeft gevoerd en een voorstel heeft ingediend.

' Maar niet, dat hij er gepreekt heeft.

Nu zal hij dat ongetwijfeld wel gedaan hebben.

Wij mogen hem toch niet verslijten voor iemand, bij wien theorie en praktijk in heftig konflikt verkeeren, die wel den splinter in het oog der Asser Synode ziet, maar den balk in het oog van eigen Synode niet opmerkt.

Op de Haagsche Synode moet niet alleen gepreekt worden over het Schriftgezag, maar over elk stuk der 'Gereformeerde leer, zal zij die zelf ook gaan „preeken"..

Kan nu Prof. Haitjema zijn pi-eek, op de Haagsche Synode gehO'Uden, niet publicleeren in „Onder eigen vaandel"?

Dan kunnen wij er eenig idee van krijgen hoe op een Synode de Evangelie-boodschap' moet „trillen".

Of

Heeft hij het misschien zelfs op een karikatuursynode als de Haagsche gevoeld', dat een Synode geen preekstoel is?

-^ In den mist.

Wij hebben voor Ds Brassaard vertrouwen gevraagd.

Wij hebben hem verdedigd, zooveel wij konden.

En hoewel we meenen, dat wij niet anders mochten, moet het ons nu toch van het hart, dat zijn verklaring in, , Woord en Geest" het ons niet gemakkelijker maakt.

DsBrussaard voer tO'Ch al niet bij' helder weer, maar door die verklaring heeft hij' de vlucht gC'UO-Dien in den mist.

Door zijn opmerking opi de laatste vergadering van de classis Haarlem is de mist nog wat verdicht.

Het verslag in „De , Stan'daa, rd' Van 9 Febr. meldt: „Aan het einde der vergadering merkte Ds Brassaard ijog op, dat de verklaring, die hij uit eigen beweging op de vergadering van 7 Dec. had' afgelegd, verwerkt is geworden in het advies van Ds Breukelaar, dat door 'de Classis van 14 Dec. is .aangenomen, zO'Odat de verklaring van Ds Brussaard niet woordelijk gelijkluidend was met de daaruit in het advies van Ds Breukelaar opgenomen zinsneden".

Hoe nu? De verklaring, welke de classicale vergadering van

14 Dec. heeft gepubliceerd, is toch door Ds Brussaard voor zijn rekening genomen en blijft toch nog altij'd voor zijn rekening?

Zoo ja, dan heeft het weinig zin om te doen weten, hoe die verklaring is tot stand gekomen.

Hoo'fdzaak is, dat men Ds Brussaard aan die verklaring kan houden..

Knabbelen aan die verklaring zou noch in het belang van Ds Brussaard, noch in dat van de kerken zijn.

Moge Ds Brussaard spoedig uit de mistige zone geraken.

Wie in den mist vaart, loopit altijd kans van botsing. ? mm • '

Wat wij in ons kerkelijk leven noo'dig hebben is waarheid en klaarheid.

-^ Kleur bekend.

Het weekblad „Woord en Geest" heeft eindelijk kleur bekend. . '

Het had de kleur al. . Maar men wilde er niet voor uitkomen. Het mocht zelfs niet het orgaan der bezwaarden worden genoemd'. ' De Mededeelingen van het Comité van Actie, eerst in dat blad geplaatst, verschenen later afzonderlijk. Doch nu is alle schminke ro'yaal afgeveegd en too'utomen zich openlijk in de natuurlijke gelaatskleur. Dit goede heeft althans het geschil-Biussaard uitgewerkt. Want men moet ten slo'tte toch weten, wat men aan iemand, ook wat men aan èen blad heeft.

Welnu, ziehier dan dê beginselverklaring:

„De Redactie is van oo'rdeel, dat het stan'dpiunt van „Woord en Geest" volkomen toelaat, dat een lid der Redactie de vier bekende bijzond(erheden van 'Geni. 2 en 3 in letterlijken zin opvat, als ook dat hij een andere exegese mogelijk acht en voordraagt. Eveneens-is zij van oordeel, dat er binnen het kader van öns blad van ons blad volle ruimte is en moet blijven, zoowel voo'r de vrije meeningsuiting van wie wegens de besluiten der Syno'de van Assen meenden en meenen zich te moeten onttrekken aan het kerkverband der Gereformeerde Kerken in Nederland, als van hen, die althans vooralsnog, hun bezwaren en hun getuigenis tegen bedoelde besluiten binnen genoemde kerken meenen te moeten inbrengen. Be slisten ver e enig li .aar echter met den geest van ons blad komt het der Redactie voor, dat iemand, die geroep'en is red'actioneele leiding te geven, zich zonder voorbehoud zou voeg en naar de kerkrechtelijke en (ofj dogmatisch-exegetische besluiten der Asser SynO'de, met name zich zou voegen naar de beslissing dier Syno'de inzake de bekende bijzonderheden uit Gen. 2 en 3 — welke beslissing immers ook inhoudt, dat het niet opvatten dier bijzo'nderheden in ''eigenlijken of letterlijken zin en 'dus als zintuiglijk waaraeembare werkelijkheden in strijd brengt met het in art. 4 en 5 der Nad. Geloofsbelijdenis beleden gezag der Heilige Schrift. (Zie: Acta Syn. y. Assen Art. 149; — en dit ten grondslag zou 'leggen aan wat hij in deze zal leeren." (Spatiëering van O'us).

Dit is duidelijke taal.

Wie in „Woord en 'Geest" als redacteur schrijft moet bezwaard. Sterker!

Hij moet óf reeds schisma hebben gepleegd, óf voornemens zijn te eeniger tijd schisma te bedrijven. De woorden „althans vooralsno'g" wijzen dit laatste uit.

En nu dekreteeren de Redakteuren ten opzichte van Ds Brussaard, dat deze p r i n c i pi i ë e 1 op dit standpunt staat.

Ergo: ook deze moet met schismatieke plannen rondloopen.

Hij mag nog een tijdje in de Gereformeerde Kerken blijven, maar hij is moreel gebo'nden er eens mee te breken.

Zijn verklaring voor de classis Haarlem „zich zonder voorbehoud voegen" wordt niet geacGepteerd.

Hij moet 'de classis een rad vo'or de oogen hebben^ gedraaid of hoe men het dan ook uitdrukken wil.'

Vriendelijke onderstelling!

Men kan voor deze beginselverklaring ter wille van 'de zuivering der verhoudingen niet anders dan dankbaar zijn.

Toch schijnen niet alle medewerkers aan het blad er mee in te stemmen.

Als men de „N. R. Ct." mag gelooven zal er een vergadering van medewerkers en redakteuren worden gehouden, waarop over dbze zaak zal gesproken worden.

Wie weet of de Redaktie om de eenheid te bewaren, zich weer niet. zal gaan „schminken". Dat kan b.y. op deze manier gebeuren.

De medewerkers konkludeeren, dat 'trots de betreurenswaardige beginselverklaring der Redakteuren, deze — mede in het licht der gehouden samenspreking — nog altijd principieel op het standpunt staan, 'dat men ook zonder bepaald schisma, tieke sympathieën te hebben, redakteur van dit weekblad kan zijn... tO't tijd en wijle de redakteuren zelf dit pertinent ontkennen.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

Prof. Haitjema's egaal kerkbegrip.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1927

De Reformatie | 8 Pagina's