GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

PERS-SCHOUW.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERS-SCHOUW.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Christenen „in de verstrooiing".

lu „Op den „Uitkijk" spreekt prof. v. Veldhuizen over den tekst, die oader ons meestal 'geciteerd wordt in de vertaling: Onze wandel is in de hemolen" (Filipp. o:20). De hoogleeraar zegt er dit van:

Latere onderzoekingen hebben uitgemaakt, dat er in di« teJcst nog meer heerlijkheid zit, dan men gedacht heeft. Het woord, door „wandel" weei-gegeven, is het Ctrieksche politeuma, wat blijkt te beteekenen de staatsvorm van eèh kolonie" of nederzetting va, n burgers uit hun vaderland in den vreemde. Die kolonie in het verre land wilde ook daar leven, alsof ze thuis was. Daarom was hun wetgeving in den vreemde een getrouwe weergave van die in hun vaderlanld. Hun recht als burgers, hun he-ele leven als zoodanig, was de kopie van het vaderland. Daar alleen is men thuis. Het vaderland van F a u 1 u s ©n niet van hem alteen, is de hemel, waar de Vader is. En hier op aarde leeft men naar Zijn maatstaf.

In zulke opmerkingen blijkt de hooglseraar het eens te zijn met prof. Lindeboom te Kampen, die reeds voor vele jaren in dezen zin vertaalde.

OoJv het volgende vraagt de aandacht:

Merkwaardig is, dat P a. u 1 u s de eene maal zich eek geeseling laat welgevallen, oen andermaal niet. Wat is de reden van die verschillende handelwijze? Het is geen willekeur, doch heilig beginsel. Als de Joodsche overheid hem wil geeselen, 39 slagen, dan aanvaardt hij dit als Joodsch burger, 2 Kor. 11:24. 'Maai' indien een Romeinsch magistraat het wil doen, dan moet hij daartegen zich verzetten als Romeinsch burger, want de Romeinsche wet bedreigt zulk een handelwijze met de 'zwaarste straffen.

Om te onthouden. Sommigen zeggen, dat een geeselaar, als hij maar met behoud van christelijke t e r m i n o - logie geeselt, tooli den broeierlijkea zin bewaart; doch dat de man, die met sterk gebaar de geeseling afwijst en op zijin stuk staat, wat betreft den wil tot geestelijke lieeJhuidigheid b.v., don gemeenschapszin verloochent. Maar Paulus liet zich ook niet altijd geeselen. Het was de vraag voor hem, of wie geeselde autoriteit had, en of ^r teenminst© zoo iets als stijl in zat. Me dunkt, dat hier voor de polemiek nog wel een beetje te leeren valt. En als het niet om eigen persoon, doch om de g e m ei en - scha p gaat, staat die zaak iiög "weer anders.

Friedrich Nietzsche en het bewaren der zwakken (het medelijden).

Ds A. G. Wolf solirij'ft in „Op den Uitkijk" ovelr Kietzsclie en het Christendom. Ook over Nietzsche's Ibeoriie van het „medelijden" handelt de schryver:

Als Nietzsche zegt, dat men het moelij moet afschaffen of liever, dat men bet bewijzen moet in den vorm van een te gronde laten gaan van de zwakken —• dan dringt de vraag zich óp: hoe stelt Nietzsche dit te gronde laten gaan van de zwakken zich voor?

Zal men ziekelijke menschen aan de holp van een medicus onttrekken? Zal men ze voedsel onthouden? Maar — zoo merkt Dr Rittermeyer terecht op dan had men misschien juist ©enige van die zeldzame exemplaren, waarop Nietzsche prijs stelde, 'op deze wijze moeten vernietigen. Dan had men den grooten wijsgeer Kant, die in zijn jeugd een door en door ziekelijk jongetje was, op deze manier rooeh . ten ombrengen. Dan had men waarschijnHjik den door Nietzsche geachten Goethe moeten ombrengen, omdat hij in zijn • jange jaren zware crises vani^jzijn gezondheid heeft doorgemaakt. Maar in ieder geval had men dan Nietzsche zelf moeten ombrengen, die voor zijn 30st© jaar onmiskenbaar de trekken van een kranken geest vertoonde.

Even later zegt ds Wolf:

En hoe staat het met die andere gedachte, dat meelij de groote multiplicator, de vermenigvuldiger van het lijden is? Lijden + meelij = tweemaal lijden?

Hierop antwoordt hij o.m.:

Denk eens een oogenblifc uit de wereld weg dat meelij', dat door christelijke geesten aan den dag werd gelegd, William Booth, iMathilde Wrede, Elizabeth Freystadt, ©n de aaxde zou veranderen in een lazaret waaruit de kreten van wanhoop en vertwijhding opstegen.

Met veel Itieer recht dan Nietzsche het meelij de groote multiplicator van het lijden noemt, zou ik hem kunnen noemen de groote decimator, de verkleiner van het lijden. Het echte meelij verkort de straallengte van het lijden en maakt, dat men zijn • kruis dragen kan.

Tenslotte nog een opmerking over de waardscliatting van bet leven:

Maar uit deze critiek, die Nietzsche oefent op het christelijk meelij, staat eindelijk nog de grootste aanklaclit op dien hij tegen het christendom richt n.l. deze, dat het de vrije, krachtige ontplooiing van het. leven in den weg staat. Dat is de diepste grond van zijn hart: het christendom is levenknottend, levenverzwakkend, levenvern^dereiid.

Hiertegenover zegt ds AVolf, dat men het christendom niet moet afmeten naar de manier, waarop het door de menschen toegepast wordt, maar naar zijn eigen bedoeliriig. „Niet het leven, maar de leer be­

slist", zegt ds Wolf. En: Had Nietzsche zich door den Bijbel laten voorlichten en dien ernstig ingedaclit, dan zou hij tot een heel ander inzicht zijn gekomen. Want dan zou hij onmiddellijk bemerkt hebben, dat het begrip „het leven", nog veel meer dan in zijn eigen leer, de doorloopende inslag van den Bijbel is. Er is geen boek, dal( zoo van het leven zingt als juist de Heilige Schrift.' „Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben". „Ik leef en gij zult leven'.'. En dit leven vs^ordt geteefcend in woorden en beelden, die Nietzsches hart eigenlijk moesten stelen: „wassen, toeniemen, kracht betoomen. De geweldenaars nemen het Koininkrijk met geweld".

De oplossing van het vraagstuk is, zegt ds Wolf, dat N^ietzsche het leven losmaken wil van het gebod, en dat het christendom het leven onderwerpt aan de wet van God. „Daaxom staat hier leven tegenover leven", zoo merkt hij op.

Reorganisatie-gedreun.

Met een bede om een dubbel corrigendum kan men tegenwoordig niet meer volstaan. Het is mogelijk, in dit toch zoo rijk gezegende land pubhek zooveel onmogelijke dingen op elkaar te stapelen, dat een poging, om het aantal corrigenda met even zooveel beden om "correctie te vergezellen, niet anders dan in een weemoedig „achchch" zich oplossen kan. Wat zal men zeggen van het reorganisatie-rumoer, dat weer onlangs uit de Herv. kringen doordrong tot onze oor en via de pers?

We knippen uit het verslag van „De Rotterdammer" enkele zinsneden. Dr Kromsigt 'beweerde o. m.:

Het woord „Kerk" komt voor als algemeene Keifk of als plaatselijke gemeente in het N. T. De independenten wilden 't alleen in den laatsten zin en maakten zoo de Kerk tot een bloot-menschelijke vereeniging in plaats van een instelling Gods, een groote dwaling, deels door de „Geref. Kerken" overgenomen, waardoor alles op losse schroeven wordt gezet en het beginsel der scheuring geïntroduceerd.

Een bloot menschelijke vereeniging.

Maar er is nog meer. Ook de evolutie moet er bij te pas komen; want dr Kromsigt gaat verder:

Wie het genade verbond in ongeloof loslaat, laat de continuïteit der Kerk los, gaat een nieuwe kerk stichten, maakt haar zoo tot een vereeniging, d.w.z. een instelUng van menschen, die door hun vrijen wil, hun „accoord" tot stand komt. Maar daarmee is ook de afscheiding als repeteerende breuk, d.w.z. de revolutie op kerkelijk gebied in plaats va, n de reformatie geïntroduceerd.

Dit deden in de 16e eeuw de Wederdoopers (die 't Verbond loslieten en daarom oofc den kinderdoop, prijsgaven, een „Doopsgezinde sociëteit", d.w.z. vereen, stichtten), en in de IVe eeuw de Independenten, die in , oppositie tegen de staatskerk hun 'vrije-kerkbegrip ontwikkelden, dat door Dr. Kuyper van hen - is overgenomen.

Hij heeft dit toen verbonden, (als gevolg van zijn verwerping van art. 36) met zijn leer van de „pluriformiteit of veelvormiglieid der Kerk", voortvloeiend uit zijn wijsgeerige, op dit punt evolutionistische beschouwing. Deze door en door onschriftuurlijke en ongereformeerde leer dient slechts om de scheuring der Kerk. goed te praten en ©en theoretischen grondslag te geven. Zóó wordt de breuK der Kerk niet met verootmoediging be^veend, , maar hoe langer hoe erger gemaakt."

Wij hebben dus tegenover dezen weg der revolutie van 't Neo-(of eigent. Pseudo) Cahanisme te stellen den weg der reformatie naar Schrift en Belijdenis^ naar de aloude beproefde beginselen der reformatoren.

Een Roomsche redeneert precies zooals hier in de eerste regelen gedaan wordt. En wat die evolutie betreft, en dat genadeverbond, men moest daar maar eens meer over schrijven.

Vervolgens was ds Dijkstra van Amsterdam zoo goedgunstig, de Geref. kerken bij de secten in te deelen. En:

De beschuldiging van de mannen van '34 en '86 en „andere secten", dat „wij" maar praten en niets doen, ontkent Spr. ten stelligste. In de Herv. Gemeenten is nog veel tucht. Gode zij dank. Allereerst de tucht van het Woord. ^r. wil met nadruk zeggen, dat hij nog nooit in al den tijd van zijn ambtsbediening is verhinderd geworden om Gereformeerd te zijn en te leven.

Inderdaad, als men het kerkelijk leven uitzondert, maar „gereformeerd leven" kan dat buiten de kerk omgaan? Ook had spr. nog een vraag:

Hebben de Gereformeerden, die alles vrij knus hebben opgericht, nog wel de schreeuw in de ziel dat hei} ook bij hen de verwachte zaligheid nog niet is en voelen zij, dat ook zij wel degelijk belang hebben bij den toestand in de oude Kerk?

Vrij knus. Inderdaad. Schorsing, gevangenis, dragonades, boete, afzetting. Vrij knus.

Nadat voorts nog de Chr. pers was genoemd een middel tot vergiftiging van ons volk, en dr Kuyper genoemd was de grootste volksverleider die er ooit geweest was, is, na eenige discussie, de vergadering met dankzegging gesloten.

En tevoren had een inleider kans gezien, uit het zeer actieve verhaal van Christus' d a d e 1 ij k e gehoorzaamheid, betoond in de tempelreiniging, een quietistische toe­

passing te halen.

Bismarck vond: Holland annektiert sich selbst. En vele reorganiseerende redenaars geven de apologie van de Gereformeerde Kerken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1927

De Reformatie | 8 Pagina's

PERS-SCHOUW.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 mei 1927

De Reformatie | 8 Pagina's