GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

COUÉ EN DE ETHIEK.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

COUÉ EN DE ETHIEK.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

V (Slot).

Door verschillende christelijke bladen in binnenen buitenland werd de vraag aan de orde gesteld: mag de christen zich met het Conéisme inlaten?

Brjn.a algemeen werd daarbij) de fout begaan, , dat men niet scherp onderscheidde tusschen de t h e o r i« en de prakt ijk van het Couéisme.

In ons vorig artikel hebben we daartegen gewaarschuwd.

Om veilig te gaan hebben we over de theorie afzoniderhjk gehandeld.

We hebben gezien, hoe die uit-Gereformeeird zedelijk oogpunt niet kan en mag worden aanvaard.

vaard. Maar hoe we over de praktijk te oordeelen hebben, dat is een heel aparte kwestie.

Bij de beoordeeling van de praktijk heeft men zich voor enkele dingen te hoeden.

> •— Allereerst hiervoior, dat men niet om een of andere bijkomstigheid, welke men niet goiedkeuren kan, de hoofdzaak verwei-pt.

kan, de hoofdzaak verwei-pt. Zoo is men b.v. van Pïotestantsche zijde gedurig gevallen over het touwtje met twintig knoopen, dat Coué liet gebruiken en dat zijn. volgelingen thans hebben verfraaid tot een armband met twintig kralen.

Dat lijkt zoQ: erg veel op een rozenkrans, heeft uien gezegd. Als men 's morgens en 's avoaids twintig maal de algemeene foirmuïe oipizegt en het toiuwtje tusschen zijn vingers laat glijden tof de laatste knoop is afgewerkt of de armband ronddraait, dan is het alsof een Roomsche bezig is zijn paternoster Ic hanteeien.

JN'U is het wel waarschijnlijk, dat Coué door da rozenkrans op de idee - wan het touwtje gekomen is. Al schijnt Coué geen geloovig Roomsche te zijn geweest, uitwendig zal hij, gelijk in P'rankrijk veelal het geval is, nog wel tot de Roomsche kerk hebben behoord. En hoe dit ook zij, de Roomsche gebruiken waren hem vanzelf zeer goed bekend.

Maar men zal voelen, dat dit touwtje het Couéisme niet Roorasch maakt of er een bijgeloovig karakter aan geeft. '

Paulus zegt, dat een afgod niets is.

En zooi'n touwtje is heelemaal niets.

Het dient bij Coué om zonder eenige inspanning den tel niet kwijf te raken.

Men kan in piaats daarvan ook b.v. zijn vingers gebruiken.

Het zou dwaas zijn over het touwtje te vallen. Ook aan het getal twintig mag geen bijzondere Waarde worden gehecht.

Men zoeke er niets magisch achter.

Al zulke kleinigheden late men wat ze zijn. Bovendien heeft men er rekening mede te houden, dat elke nieuwe geneesmethode gewoonlijk in het overdrevene wordt getrokken.

Men meent er voor alles en nog wat baat mee te kunnen schaffen. '

Latere ervaringen brengen vanzelf korrektie aan. Doch mogen we ernstige deskundigen, zelfs geen Couéisten, gelooven, dan is het aan geen twijfel onderhevig of er zijn zieken, die aa, n het praktisch Couéisme inderdaad hun herstel middelijkerwijshebben te danken.

Mits zij van de theorie woirdt losgemaakt, kan er dan ook van zedelijk standpunt geen bezwaar tegen gemaakt, dat men in bepaalde gevallen en onder bepaalde omstandigheden, welke men ter beooirdeeling aain een arts overlaat, de Couéistische praktijk te hulpi roept.

Immers, achter die praktijk zelf ligt niets geheimzinnigs.

Het praktisch Couéisme heeft twee dingen in het brandpunt gesteld: de rechtstreeksche invloed van den menschelijken geest op het lichaam en de groote yatbaarheid van dC' meeste meaaschen voor suggestie.

Niet, dat dit in de medische wereld onbekende zaken waren.

jMaar toch werden en worden deze beide elementen niets steeds op intensieve wijze toegepast.

Daarvooir de oogen te hebben geopend, maakt de beteekenis van Coué uit.

Dat gaf hem een plaats onder, gelijk Dr L. van der Horst het uitdrukt, „de groote psychotherapeuten van den laatsten tijd".

Die beide gedachten kunnen zonder eenige bedenking ook door ons worden geduld, en zoo mogelijk praktisch worden aangewend.

In die eerste gedachte betreffende den direkten invloed van den geest op het lichaam klinkt iets door van het: „de ziel overwint".

Cxod heeft het in de schepping zóó besteld, dat de geest over het lichaam heersclit. Wel greep, de zonde ook hier verwoestend in, zoodat soms de geest de slaaf wordt van het lichaam, maar de algemeene genade heeft gezorgd, dat niet alles van die oorspronkelijke - heerschappij te Icor ging. Zelfs zijn aan den mensch krachten gelaten om de overblijfselen daarvan te ontwikkeien.

Het is het geloof, dat die heerschappij in principe herstelt. Dooir het geloof kon Paulus dan ook spreken: ik bedwing mijn lichaam en breaig het tot dienstbaarheid. Dat het geloof ook verrassende uitwerking kan hebben op het zieke licha, am, zou door frappiante voorbeelden zijn te illustreeren. Al erkennen wij ten volle, dat het charisma der gezond^making VOOT de kerk niet is behouden gebleven, al noemen wij de praktijken der zoogenaamde gebedsgenezers, die het medicament voor zondig vorklaren en het gebed aJs een soort toovermiddel misbruiken, een verzoeken van God, toch staat het voor ons muurvast, dat niet alleien in gezonde, maar ook in zieke dagen het gebed dés geloofs veel vermag. Dat hiervan tegenwoordig niet meer naar buiten komt, meet voorzeker toegeschreven aain de algemeene ingezonkenheid des geloofs, waaraan de christenheid lijdt. Hoort men heden ten dage weinig van gebedsverhooringen, daar kan het niet verwonderen, dat het verband tusschen geloof en genezing zelfs onder christenen zoo^ veelszins wordt miskend. Ook voor de gezondheid is de godsvrucht van nut. Maar natuurlijk, wie de godsvrucht zoiu begeeren om ide gezondheid, zou de vloek, welke over Simon den ïoovenaar werd geboden, over zich halen. De godsvrucht is geen produkt van eigenbelang. Zij wordt geboren uit drang naar God en naar God alleen. Doch ondeï de dingen, die den innig goidvruchtige worden toegeworpen behoort ook een verhoogde heerschappij van den geest over het lichaaa-n. En gelijk een valsche mystiek soms de hevigste zelfkwellingen met blijdschap deed dragen, zooi zal de echte mystiek juist in gezonden zin het lichaam tot werktuig maken van den geest en het lichaam zal er wel bij varen.

Evenwel is, gelijk wij zeiden, .dit het eenige niet.

Ook buiten de sfeer des geloofs kan er tot op zekere hoogte harmonie tusschen geest en licha, am worden verkregen. In normale gevallen is die nooit geheel weg. In abnormale kan hij worden hersteld. Wat de invloed van den geest op-het lichaam vermag, toont een vlieger als Lindbergh, die in zijn eentje den Oceaan overstak, zijn lichaam gedurende meer dan 36 uren alle 'slaiapi en zooi goed ala alle voedsel onthield en er toch de hoogste inspanning van vorderde. En er worden nog wel stouter prestaties in deze geleverd. Dit zijn echter invloeden van betrekkelijk korten duur. Ze zqn niet van min of meer blijvenden aard. Ook die laatste zijn mogehjk en zijn als middel ter genezing juist noodig. Daarvoor is langdurige oefening vereischt.

Hoe kan die worden verkregen? Om die - vraag te beantwoorden, heeft de experimenteele psychologie haar vernuft in het werk gesteld. Veel proeven zijn genomen. Maar daarmee kunnen - wij' ons thans niet inlaten. Dit is een onderwerp opzichzelf. Trouwens, niet alleen de experimenteele psychologie heeft hierin een woord mee te spreken.

\'oor ons doel is het geaioeg dat te konstateeren, dat Coué er in geslaagd schiiut meer heerschende werking van den geest op, het zieke lichaam te doen uitgaan.

De monotone herhaling van een formule schijnt inderdaad den geest te sterken. Wij weten dat niet alleen uit de genezingsgevallen van Coué, maar het is ook van elders bekend. Buiten den wil gaat dit niet om, gelijk Coué meent. Integendeel, ook de wil wordt hierdoor geioefend. Niet door plotselinge saamtrekking van kracht, want die heeft geen duurzame resultaten, maar door niet-geforceerde, geleidelijke, geregeld werkende geesteshandelingen. Daarin zit waarschijnlijk het geheim van het effekt en niet in de beïnvloeding van het zoogeiiaamde onbe-Avuste. Wie gedurende een lange periode' eiken mürgeii en avond zijn geest zonder dwang tot eenzelfde handeling zet ontwikkelt daarin een stille volharding, welke niet zonder gevolg blijft. En door geen bijzondere ziekten, waa, rvan men wenscht te worden gebeterd, zichzelf voor te houden, maar de oefening in alle denkbare gevallen dezelfde te doen zijn, wordt de herhaling zuiver bewaard en de volharding grooter. Daarbij wordt het gevaar vermeden, dat de methode van Freud en de psychanalysten drukt, n.l. dat door waarneming en ontleding van ziektetoestanden bij zichzelf de ziel al zieker wordt en het kontakt tusschen lichaam en geest steeds meer wordt gestoord.

Nog eens, wij kunnen dat hier, hoe interessant op zichzelf ook, niet breeder uitmeten. Wij kunnen er ook niet aan denken, algemeene regeleat voor praktische oefeaiing ter verkrijging van nauwer kontakt tusschen geest en lichaam opi te stellen. Misschien komen we daarop later nog weleens terug.

Maar waarop het voor ons aankomt is dit: tegen de formule van Coué bestaat op zichzelf geen bezwaar, indien b.v. een arts verzekert, dat die inderdaad op den feitelijken toiestand klopf. Indien men werkelijk in beterschap toeneemt, dan heeft het voor vele zieken zijn nut, dit zichzelf bij' herhaling in te spreken. Daardoor beginnen de zieken zelf mede te werken. En de meeste medici zullen grif toestemmen, dat dit op zichzelf al van het hoogste gewicht is. Maar natuurlijk is het dwaasheid die formule levenslang te gebruiken.

Het tweede punt: de suggestie, is nog moeilijker dan het eerste. Ook daf is opzettelijke aandacht overwaard. Maar deze kan in deze artikelenreeks er niet aan worden geschonken.

Voor de lethische beoordeeling is het voldoende alles hierom te concentreeren, da, t er geen konflikt mag bestaan tusschen suggestie en waarheid.

Het is zedelijk ontoelaatbaar, dat iemand een leugen zou - worden gesuggereerd.

Hiermee is echter de suggestie niet als middel ter genezing verworpen.

Angst, vrees en waan spelen bij ziekten eeai groote rol.

Door doelmatige suggestie kumien die worden verdreven of in spankracht verminderd.

Het komt ons voor, dat Coué ook in dit opizicht wel iets te zeggen had.

Zoo komen we dan tot de slotsom, dait, terwijl uit een zedelijk oogpunt de theorie van Coué beslist moet worden veroordeeld, het praktisch Couéisme op beperkte schaal eüiisch wel kan worden aanvaard. '

Hierin zie men geen opwekking .om te gaan coueeren.

Alle geliefhebber in deze kan o.i. schadelijke gevolgen met ziich brengen.

Wij hebben hier alleen willen behandelen eeai geval der consclëntie, dat reeds zoovelen heeft loeziggehouden en, dat, naar wij meenden, toitnogtoe onzuiver werd gesteld.

HEPP.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1927

De Reformatie | 4 Pagina's

COUÉ EN DE ETHIEK.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 juli 1927

De Reformatie | 4 Pagina's