GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE HISTORISCHE SGHRIFTBESGHOUWING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE HISTORISCHE SGHRIFTBESGHOUWING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ee historische Schriftbeschouwlng is opgekomen uit reactie.

Men heeft de zekerheid, dat de Joden al spoedig het Oude Testament hebben beschoiuwd als het Woord Gods, bekleed met absoluut gezag. Toen onze Heere Jezus optrad, heeft Hij steeds weer eerbied gevraagd voor de boeken des Ouden Verbonds. Hij heeft er het programma van Zijn werk uit afgelezen. Hij is gekomen om het te vervullen. Van Zijn lippen kwam het woioïd': eent niet/ dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden, Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen. Wiant voorwaar zeg Ik u, totdat de hemel en de aarde voorbijgaaa, zal er niet één jota of één tittel van de wet vooirbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. (Matth. 5:17—18.)

De apostelen traden in het spoor hun door hun Goddelijken Meester gewetzen. Wiaar z& predikten, daar stoten ze aan. bij de Schrift. Meer dan één brief is vervuld met bewij'zen uit het Oude Testament. Boeken als het evangelie van Mattheus en 'ëie brief aan de Hebreen, ontleenen voor een niet gering deel hun • beteekenis, daar aan, dat ze het werk van onzen Heere Jezus Christus in verband zetten met wat God daarover in de oude' tijden had gesproken.

Het spreekt vanzelf, dat de Kerk der nieuwe bedeeling in een en ander vond aangewezen, hoe ze had te staan zoo tegenover het Oude als tegenover het Nieuwe Testam'Ont. Het is hier niet de plaats om te spreko'n over de periode, die verliep', eer de Kerk er van doo-rdrongen was, dat Z'e •naast het Oude Testament een Nieuw had te belijden.

We gaan niet handelen, over wat eerst naast het Oude Testament als kanon, als Gods Woord, met gezag bekleed, heeft gegolden. Vast staat, dat de Kerk omstreeks 200 na Christus behalve het Oude Testament ook een nieuw als kanon ee> rde.

Maar — de schaduwzijden gingen niet O'ntbreken. Nooit zal iemand de Schrift hoO'g genoeg stellen. Het is evenwel niet onverschillig, hoe hij haar waardeert. En hier sloop ras het verke'erde binnen. Het "Woord Gods had gezag, het gold, het had zeggingschap' over leer en leven. Het kwam met den eisch, dat heel het mensohelijk le-ven zon onderworpen zijn aan de Wet Gods. En men hoorde die'U eisch, maar ging bij het zich onderwerpen daaraan, zich losmaken van de wetenschap', dat de openbaring Gods was gegeve'U in de historie. Men verloo'Cheride in dit opziciht althans den oo'isprong der Schrift.

De Schrift werd wetboek, aanee'nrijging van losse artikelen. Men kon hier een greepi doen O'f daar een greep. Als het maar in de Schrift stond, het Was altijd goed en gezaghebbend niet alleen, maar ook in elk geval bruikbaar. Daarbij kwam althans bij de Alexandrijnen en die hen volgden, de allegorische verklaringsmethode'. De Sichritt had meer dan één, veelal vierderlei zin. En als een feit eerst Ipltcrjijk genomen en verklaard was of althans eerst de letterlijke verklaring was ondersteld, dan nam men het daarna allegoTisch. ZoiO' kon van alles alles worden gemaakt en elke band met d< e-historie ging verleren. Zelts de uitnemendste kerkvaders van het Westen hebben zich van de praktijken van een Origenes niet weten vrij te honden.

De Middeleeuwen zijn voor do 'Scbriftuitlegging van weinig beteekenis. Doorgaans bepaald"3' men zich tot het verzamelen en naschrijven van wat doOT' de kerkvaders was ten .beste gegeven. 'Hoogstens kwam het tot een verder en fijner ontleden van wat eenmaal was gegeven. Maar tot een breken met verkeerde methoden kwam het zeiker niet. Oo'k hier bracht de Hervorming nieuw leven. Zij ging tot de bronnen, bestudeerde den tekst der Schrift in de gro-ndtalen, en kwam met nie'UWC' exegesen. Wie van de ko'inmentaren der Middeleeuwen komt en Calvijn of Beza gaat lezen, gevoelt zich in een verfrisschend bad.

Voor den gang der Goddelijke openbaring had-'den de hervormers alle oog. Zij' zagen het verschil der bedeelingen en er was' een ernstig po'gen om elk der Bijbelboeken te zien in den tijd, waarin het vv'erd geschreven. •

Tech werd in dit opzicht doO'r d!a groote uitleggers van de zestiende en zeventiende eeuw bet volmaakte niet bereikt. Leest men hun werke'U, dan wordt men zeer zeker getro'ffen dooir hun groo> te kennis van het verleden, van de klassieke oudheid, zoowel als van wat de kerkvaders gaven, maar men mist een ernstig zoeken naar heit verstaan .van de historische omstandigheden, die iti den tekst tot uiting komen. Te veel wordt uit eigen tijd geredeneerd. Te veel wC'rdt gegist naar dit Oif dat wat er achter lag. Te weinig wordt gelet op den samenhang der boeken, op' het geheel van he't geschrift. De reformatorische exegese is eenerzijds te atomistisch, te analytisch, mist aan de andere zijde —. 't is geen verwijt, dat haar in het bijzonder , treft, 't raakt heel den tijd, waaruit ze stamt — do' goe'de historische m-etliode'.

Een en ander werd in het vervolg noodlottig. De epigonen misten de kracht der oorspronkelijkheid'. En %eer zeker, en dat was het voornaamste, handhaafde men de Schrift als het W'oord Gods. Alaar wat vroeger ook bij het gebrek aan juist historisch inzicht door genialiteit vanzelf in OTde was gekomen, dat wist men nu niet meer te bereiken. En weer werd de Schrift wetboek, ve-rzameling van bewijsplaatsen voor de leerstellige godgeleerdheid. Er kwam doode ortho'doxie.

Zo'O'wel het piëtisme als het rationalistisme kwamen in het geweer. Maar geen van beide bracht het tot 6en goede methode. Het piëtisme was tevreden, als het vroom gemoed stichting vond in en d.oor het Woord van Go'd, het' rationalisme ondermijnde in zijn loochening van het bovennatuurlijke het gezag van de Heilige Schrift als Go-ddelijke Ope'Ubaring.

De negentiende eeuw scheen uitkomst te brengen. Zij leerde historisch werken, zij' leerde nauwkeurigheid. In dit opzicht ging men met reuzenschreden vooruit. Elke gissing, elk vermoeden, dat niet O'p bronnen, op materiaal, op feiten steunde, was uit den booze. Opgravingen in alle plaatsen, waar de oude culturen hebben gebloeid, betere bestudeering van lang bekende teksten, grondiger studie van de 'Oude talen, braaht ook voor de uitlegging der Heilige Schrift allerlei winst. Men leerde haar zien in haar tijd.

En toen scheen het gevonden! Welnu, neem dan de boeken van Oud-en Nieuw Testament, ook als document uit de O'Udheid. Ziei ze en behandel ze, gelijk ge het alle schrifturen uit het verleden doet. Ze behooren tot de historie, bestudeer ze naar de historische methode en ze zullen u worden ontsloten.'

Het sloeg in, het scheen vanzelf sprekend. De Bijbel geen wetboek meer of verzameling vatr bewijsplaatsen, louter een verzameling van boeken uit het verleden en dus naar de methode vO'Or zulke boeken geschikt, te onderzoeken!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1928

De Reformatie | 8 Pagina's

DE HISTORISCHE SGHRIFTBESGHOUWING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1928

De Reformatie | 8 Pagina's