GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vreest niet, staat vast.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vreest niet, staat vast.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vreest niet, staat vast. De Hoer^ zal voor ulieden strijden en gij zult stille zijn. .Wat roept gij tot mij ? Zeg den kinderen Israels dat zü voorttrekken. Exodus 14 : 13-1^

De kijideren-Israels stoiiden voor de Roode Zee.

Met oeii sterken arm had de Heere hen uit het diensthiiis uitgeleid, en zij - hadden zicli lieerlijke dingen • gedroomd van het beloofde land, van de rusl en den lust, die ze daar genieten zouden.

In plaats daarvan was het lot voor hen hanger geworden dan het ooit bij de schroeiende tichel-. ovens was geweest.

Nu staan zij voor de zee, welker baren onsliümig opwoeien, bruisend en daverend.

Achter hen komt Farao opdringen met een zeer inaclitig heir.

Is het wonder, dat er een noodgeschrei opgaat"?

Doch Mozes, staande in het vast vertrouwen op de hulp des Hoeren, zegt: De Heere zal voor u stiijden.

Zoo leidt de Heere dikwijls Zijn kinderen tegen de Hoode Zee aan. Geen vlucht is mogelijk. De strijd kan niet ontweken. En.... die strijd schijnt hopeloos.

Maar dan juist toont de Heere een wondervol God te zijn, die de Schelfzee splijt en Zijn uitgeleid volk voort leidt en het zoo inleidt in Kanaan.

De Heere zou voor Israël strijden — en intusscheii moest de kracht van het volk bestaan in.... stille zijn. Wij, zouden verwacht hebben, in gebed. Nu, het echte stil zijn, dat Mozes hier bedoelde, was zonder gebed onmogelijk.

Maar liet ziet hier bijzonder op het zich in stil vertrouwen aan den Heere overgeven. Wat .fesiija later uitsprak: in stilheid en vertrouwen zal uw^e s-terkte zijn. Onderworpen, eenvoudig, ootmoedig, kinderlijk zich aan den Heere overgeven, en van Hem alles goeds verwachten, zelfs de volkomen verlossing in omstandigheden, die geen enkel uilziclrt op redding meer open laten.

Dat blijft ook nu een vaste regel in het Konink-.rijk Gods.

Vrees niet, geloof alleen. Voor den Heere is de Hoode Zee geen bezwaar. En Farao met zijn pafliden en wagenen evenmin. Als gij maar op Hem betrouwt.

Wie vreest wankelt, wie op den Heere lioopt en zich veilig weet in Zijn trouwe hoede, die staat vast op zijn voeten, al zou het pad door de zee loopen. Daarom riep Mozes met het korte, bezielende bevel van den legeraanvoerder zijn moedelooze scharen, toe: Vreest niet, staat vast.

En datzelfde laat de Heere ook nu roepen tot de gelederen der „strijdende" kerk. Dat is het devies van onzen hcmelschen Veldheer: „Vreest niet, staat vast". Daar is niets waar de Heere meer in verlieei-lijkt wordt dan in het vertrouwen van Zijn volk. Maar daar is ook geen zwaarder geestelijke arbeid dan juist dit stil vertrouwen.

Het wordt aan de Schelfzee geleerd bij bruisende baren en opdringende vijanden. Geef u toch ' aan den Heere over met al uw zorgen en nooden, met den strijd uws geloofs, met uw Avorsteling tegen zonde, wereld en duivel. Vrees niet, staat vast.

Hoe moeilijk dat vertrouwen is blijkt echter daaruit, dat ook Mozes na dat moedig bevel zijn God smeekend aanroept om hulp.

Do schat van het vertrouwen droeg de Middelaar des Ouden Verbonds ook maar in een aarden vat. Maar de Heere antwoordt: wat roept gij tot Mij? alsof het nog twijfelachtig ware of ik verlossen zou. Haast u, zeg den kinderen Israels dat zij voorttrekken.

Hier zien we hoe bidden en werken, vertrouwen OU iloen bij elkaar liooren.

Israels bedrukte scharen waren eerst gerustgesteld, want ze hoorden van Mozes: de Heere zou voor hen strijden en zij zouden stille zijn.

Maar nu opeens blijkt, dat , , stilzitten" een geloofspioef van de allereerste orde te zijn. Nu klinkt het bevel: optrekken, voorttrekken!

Dat is dus: de zee in!

Zoo wordt het geloof beproefd. Als Mozes bevolen had: rechtsomkeert op den vijand los, dat zou vreeselijk geweest zijn. Maar dit is nog veel «•gcr: de gewisse dood in de baren. En toch oniving het volk genade en kracht om zijn voeten te zetten in de Roode Zee, zij 't dan met vreeze en beving.

De Heere begon niet met een pad droog te leggen. Israël moest beginnen met optrekken. Maar zoodra het optrok spleet God de wateren uiteen. Dat is redding. En die verlossende God, die Almachtige en GetrouAve is er nog. Wanneer het gaal door de wateren, geen nood; voorttrekken! God zorgt voor het pad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

Vreest niet, staat vast.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1929

De Reformatie | 8 Pagina's