Wachten...
Mijne ziel wacht op den Heare, meer dan de wachters op den morgen, de wachters op den morgen.... Psalm 130 : 6
Wachten. Hebben wij daarvoor nog tijd? AVe hebben het zoo druk Vandaag.... en morgen.... te druk om te wachten Wachten op den Heere
Hebben wij daarvoor nog geloof? Er gebeurt niets vandaag niet.... ea morgen niet....
Stil staal de wachter op zijn vestingtoren, turend in de wijde verte; hij rust gedurende zijn lange nachtwake in zijn trouwe wachten; hij mag wachten, want de morgen zal zeker komen.
O, even schokt het wel: het duurt uren lang...
Maar ze wachten, de wachters op den morgen, ...
d© wachters op den morgen....
Daar is het i.ich uitstrekken in de zekerheid, dat de morgen, daagt.... Het duurt wel lang, maar het komt: ...
Straks gaat het licht gloren, dan rijst statig de stralende zon brekend door den vluchtenden nacht — ais een vuurzee vlamt het... de dag is daar het juicht en het zingt.
Wij kunnen niet wachten
Maar tóch....
Waar het kinderlijk geloof is, daai is het wondere weten, dat er tóch licht is; dat er tóch schijnt de zon van Gods genade.
Alleen maar rondom óns is 't zoo vaak donkei'.
Heere wij zien niets.
En tóch: wij wachten. Onze ziel wacht op U, want.wij weten, dat Gij de Getrouwe zijt.
A¥ant wij gelooven.
En daarom willen wij niet haasten.
Als het dan donker is voor de zaak van Gods koninkrijk, als het Idan donker is in ons leven, Heere, leer ons dan wachten.
Als de wachters op den morgen, de wachters op den morgen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1929
De Reformatie | 8 Pagina's