GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De werkwijze onzer Synodes.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De werkwijze onzer Synodes.

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

Hot kan wellicht dienstig zijn, door een model te verduidelijken, hoe wij, met het oog op de „efficiency" onze'r Synodes, de rapporten zouden wenschen.

Wij' nemen maar weer bet rapport over de radiokerkdienstuitzending ten voorbeeld, juist omdax over dit rapport, op de Generale Synode van Groningen uitgebracht, zooveel goeds kan worden gezegd.

Wij bedoelen er dus niet mee te zeggen: zóó ongeveer had bet rapport er moeten uitzien.

Want de rapporteerende commissie heeft zich biij' d> e bestaande gewoonte aangesloten en dat mag haar allerminst kwalijk worden genomen. Zelfs heeft zij die gewoonte aangemerkt een verdienstelijke belaioptheid betracht.

Maar wij willen aantoonen, dat, als met die gewoonte gebroken werd, het nog veel korter zou kunnen.

Het inleidende deel, dat klein gedrukt ongeveer een bladzijde beslaat, laten wij hier weg.

Wij bep, alen ons tot den considerans en de konklusies. Zij luiden:

„De generale synode van de gereformeerde kerken, erkennende, dat de uitzending van, kerkdiensten per radiotelefonie voor een zeer groot aantal leden der kerk (zieken, invalieden, ouden van dagen, verstrooiden en anderen), die korter of langer tijd van den dienst des Woords verstoken zijn, van groote waarde is en tot rijken zegen kan zijn;

dat door dit middel bovendien het Woord Gods gebracht wordt onder het bereik van veten, die ervan vervreemd zijn;

'dat de beteekenis en de invloed van de radio-telefonie door de toepassing van telkens weer nieuwe uitvindin, gen en door 'de voortdurende uitbreiding gaandeweg toenemen;

van oordeel, dat het misbruik, hetwelk ook van deze uitvinding kan worden gemaakt en waartegen ernstig moet worden gewaarschuwd, niet mag weerhouden van het rechte gebruik van dit middel om bet ten dienste van Gods kerk en koninkrijk en lol verheerlijking van Zij'U Naam aan te wenden^;

dankbaar waardeerende, hetgeen het comité voor radio-uitzending van gereformeerde Kerkdiensten, daartoe aangewezen door een kring van afgevaardigdeti. van onderscheidene gereformeerde kerken te dezer zake nu reeds bijkans twee jaren heeft verricht en heeft mogen bereiken;

heeft mogen bereiken; overwegende, dat het hier geldt een door zeer vele kerken erkend belaag van de gereformeerde kerken in het algemeen, en dat het wenschelijk is, dat 'deze de regeling van de kerkdienstuitzending ter baad nemen;

besluit:

a. 'tenminste drie deputaten xe benoemen voor de uitzending per radio van kerkdiensten van gereformeerde kerken in Nederland en hun op te dragen:

1. Ier naar te staan, dat een zoo groot mogelijk aantal 'Zondagen een zend'or voor bet uitzenden van kerkdiensten Vam gereformeerde kerken worde beschikbaar gesteld, en

2. de uitzending vain onderscheidene gereformeerde kerken in ons vaderland, voorzoover zij daarvoor gevoeglijk in aanmerking komen en zij daartoe bereid zijn, te regelen; en

b. al de kerlïen uit , te noodigen tot dekking van de 'onkosten voorzoover die niet besti'eden kunnjsn worden door de uitzendende kerken zelf, deze zaak te isteunen door een collecte of jaarlijksche bijdrage, en deze zaak in den gebede te gedenken."

In de plaats hiervan nu zouden w'lj, met weglating van tieel het inleidende deel van het rapport, wUlen stellen het volgende concept:

„Uw Gommissie stelt aan Uw vergaderin^g voor: De Generale Synode besluit:

a. drie deputaten te benoemen, die tot taak hebben, de uitzending per radio van een zoo groot mogelijk getal van kerkdiensten van Gereformeerde Kerken in Nederland "te bedingen en te regelen;

b. ^oor deze deputaten een instruktie vast te stellen;

c. de kerken op te wetken deze zaak in den gebede te gedenken, in overleg met deputaten een of meer kerkdiensten "voor eigen rekening uit te zenden of daarvoor 'jaarlijks een fcoUekte te houden of bijdrage te 'geven.

En wel om de volgende redenen:

a. het geldt hier een belang van onze kerken in het algemeen, 'zoowel ten behoeve van de leden der kerk die wettig verhinderd zijn den dienst des Woords bij te wonen als van den evangelisatie-arbeid;

b. de regeling der kerkdiensten kan alleen doel'treffend geschieden door deputaten der Generale Synode." ' '

Men kan zich met eigen oogen thans vergewissen; van het verschil in lengte tusscben beide inkleedingen.

Dat in ons concept van een inistruktie wordt gewag gem'i.ikt, heeft zijn oorzaak daarin, 'dat zulk eea instruktie door de Generale Synode werkelijk werd vastgesteld.

I Alles wat op den inhoud van deze instructie betrekking had, kon daarom in het „besluit" achterwege blijven. De groote veranderingen bestaan echter in de weglating Van hef inleidend deel van het rapport en, ia de vooropstelling "van het „besluit" in plaats van den „considerans".

Die considerans, men bladere de Acta maar eenss door, is in den regel een bijzonder ingewikkeld ding.

Bij 'de samenstelling "daarvan hoopt men uitdrukkingen 'op elkaar als „overwegende", „in aanmerking nemende", , ^gezien", „van oordeel", „erkenniende", „waardeerende", „overtuigd" en nog andere.

Deze geven aan zoo'a considerans iets veimoeienids en bevorderen de duidelijkheid niet.

Vervangt ni'en zulk een considerans door een opgave van redenen, die 'dan het geschiktst achteraan kam komen, dan ontkomt men aan den deelwoorden-jammer.

Het geheel wordt eenvoudiger.

En dus ook overzichtelijker en begrijpelijker.

Met een tweetal redenen kon in dit geval worden volstaan.

Immers moest bet besluit hierdoor gerechtvaardigd worden, dat men hier met een kerkelijke aangelegenheid te doen heeft en dan wel met zulk eene, die alle kerken aangaat en dat deze zaak de benoeming van „generale deputaten" eischt.

Meer redenen zijn er niet noodig.

En het m'ag nooit in de bedoeling liggen om zooveel mogelijk argumenten bij te brongen, maar zich tot de noodige te bepalen.

Overdaad verzwakt en schaadt.

Ook het element van dankbaarheid uit weg. namen wij er

Hiervoor meenen we goeden grond te hebben.

Onze synode is een buitengewoon dankbaar lichaam.

Gewoonlijk wordt driemaal voor dezelfde zaak dank betuigd, eerst in het officieele besluit (of in den considerans), dan bij monde van den praeses als een zaak afgehandeld is en in het sluitingswoord van don praeses voor den derden keer.

Nu zouden wij ons op het standpunt kunnen plaatsen, dat alle dank zelfs overbodig is, omdat de synodeleden, die eenige werkzaamheid verrichten, niet meer deden dan hun plicht.

Zoo rigoristisch zijn we echter niet.

Een woord van dank achten we niet misplaatst.

Maar dat behoeft niet driemaal te worden gesproken. Tweemaal is dunkt ons welletjes.

Daarom kon het uit bet besluit het best vervallen. Hiermee meenen wij te hebben aangetoond, hoe op een toch reeds kort rapport nog een belangrijke korting kan worden verkregen.

Men behoeft niet te vragen, hoeveel er op die manier gespaard wordt op een lang rapport!

Dat wij op het inrichten der rapporten naar dit of soortgelijk concept aandringen, geschiedt natuurlijk allereerst om tijd voor het samenstellen van een rapport uit te winnen.

Vervolgens om te bezuinigen op de voorlezing der rapporten.

Voorts om de Acta een hoognoodige vermageringskuur te doen ondergaan en bet raadplegen ervan te vergemakkelijken.

Toch hebben wij daarmee nog een doel op het oog. Dat raakt ook rechtstreeks de werkwijze der Synode. Het komt ons n.l. zeer wenschelijk voor, dat de Synode-leden een rapport, dat door een commissie wordt uitgebracht, en in elk geval de konklusies en de redenen, welke daartoe hebben geleid, bij de behandeling schriftelijk voor zich hebben.

De tegenwoordige •werkwijze wordt gedrukt door het ongerief, dat men het rapport met de konklusies door bet hooren voorlezen in zich moet opnemen en oogenblikkelijk verwerken, want onmiddellijk daarop wordt de discussie er over geopend.

Nu blijkt het bij de discussie meermalen, dat men het rapport niet goed heeft begrepen.

Dit kan waarlijk niet verwonderen.

Vooral bij een zaak van groot belang, waarbij het op ieder woord schier aankomt, vergt bet geen geringe inspanning alles te onthouden en de gevolgen van bet vluchtig b^repene te overwegen.

Voorzichtige naturen beperken zich in eerster instantie dan ook tpt het stellen van vragen. Zij informeeren of zij wel juist gehoord hebben. Zij wenschen nader te worden ingelicht omtrent de bedoeling van dit of dat.

Die informaties worden dan door den rapporteur gaarne verstrekt.

gaarne verstrekt. Zoodoende komt men pas goed achter den zin van het rapport en kan de eigenlijke discussie aanvangen. Maar dat alles kost tijd.

Veel tijd zelfs.

Op de Synode van Utrecht in 1923 kwam het voor, dat eerst over een voorgelezen rapport werd gediscussieerd.

Toen werd de wenschelijkheid uitgesproken het gedrukt voor zich te zien, opdat men zich van deze gewichtige kwestie voldoende rekenschap kon geven.

Eenmaal gedrukt, begon natuurlijk de discussie op-, nieuw.

En bet einde was, dat het ter keimis van de kerken

zou worden gebracht, opdat die er zich over zouden kunnen uitspreken.

Al heeft de behandeling van een rapport nu niet altijd zulk een langdurig verloop, indien het een zaak vaïii belang betreft, moet men toch altijd op een goede dosis omslachtigheid rekenen.

Deze om'Slachtigheid kon worden vermeden, indien de Synode er een multiplicatiej-bureau op na hield.

Zoodra een .commissie met een rapport gereed is, zou dit bij het bureau moeten worden gedeponeerd, dat er zorg voor draagt, dat de stukken in een minimum van tijd worden vermenigvuldigd, zoodat elk synodelid met bekwamen spoed een exemplaar van het voorgestelde ontvangt.

Zoo'n bureau zou zich waarschijnlijk het best een cyclostyle kunnen aanschaffen, doch dit is een uitgave voor één maal en zulk een machine kan jaren mee. Ook zou hot bureau zelf kosten met zich brengen, maar die worden er lang en breed uitgehaald dopr den korteren duur der Synode.

En de behandeling der zaken kon degelijketr zijn. Oimoodig& vragen zouden blijven.

Onvoorbereid spreken, wat bijna altijd neer komt op te lang spreken, behoefde niet voor te komen.

Men zou eenigen tijd hebben oan het voorgestelde te bestudeeren en argumenten voor de discussie te verzamelen.

Onze kei ken, die technisch zoo geheel met haar tijid mee gaan, behoorden dit ook op haar Synodes ta doen.

Vroeger was een werkwijze, gelijk wiji die bepleiten, lotomogelijk, omdat toen de hulpmiddelen ontbraken. Maar nu zo er zijln, niogen ze niet ongebruikt worden gelaten.

Alle rapporten zouden het bureau moeten passeerend Doch men gevoelt, dat dit alleen mogelijk is, wan^-Beer men zich in deze op versobering toelegt.

-= De eerstellnDen.

De eerstelingen van de rapporten voor de komende Synode zij'n binnengebracht. , '

Gereed kwamen een tweetal rapporten. :

Het eerste is dat inzake het Leerboek voor de Gate!ohiBatiën.

Het tweede dat inzalie het Vrouwenkiesrecht.

In het eerste wordt nog maar alleeia aangebodten het leerboek voor de oudere catechisanten. Deputatenl willen eerst het oordeel der Synode daarover vern©men voor zij ook het gevraagde kleiittere leerboek samenstellen. Zij zijn in zoover op hun oorspironikeilijlk plan teruggekomen, dat zij ook dit grootere leerboek niet in thetischen, maar in vragenden vo^rm hebben (Opgesteld.

Het rapport inzake het Vrouwenkiesrecht is wedei'om een dubbel rapport geworden. Het eigenlijke rapport, onderteékend door de meerderheid der Deputaten; . n.l. Dr H. Bouwman, Dr S. Greijdanus, Mr R. van Maare B.Jzn. en Ds F. G. Meijteter, wordt gevolgd door eea Memorie van Ds C. Lindeboom'. Aan het slot komen de bijlagen, welke betrefclfing hebben op de corresporidentie met de Buitenlandsche Kerken. '

De oriënteering in en de bespreking van deze rapf-Iporten moeten wij nog even uitstellen.

Maar nu reeds willen we, hoezeer we ons oordetel '.opschorten, ze toch met vreugde bininenhalen. Gelijk het jegens eerstelingen hetaamt. '

-= ProWeemverscliuivInD.

Het is mij niet verdrietig en het kan voor anderen zeker zijn ook tegen een andere opmerking van Prol. Bouwman aan mijn adres op te bomen.^)

Men denlce niet: die twee hebben het toch wel aan den stok.

Och, dat loopt zoo'n vaart niet.

Men kan zich van tevoren al geruststellen. Wij zullen er elkander niet minder vriendelijk om begroeten. ^

Het hindert waarlijk niet, wanneer men, wat scheef is, tracht recht te zetten. '

Ook op een ander punt wijken de beweringen) van Prof. Bouwman van 'de loodlijn af.

Dat punt is het admissie-examen.

Daarover had Prof. Bouwman een geschil met Prof. Kuyper, waarin wij ons niet mengden. Ik herhaal dit, oandat Prof. Bouwman het tegendeel beweert. Prof. Kuyper had een uitdrukking gebruikt, die door Prof. Bouwman werd misverstaan. Ik merkte dit aanstonds, maar bemoeide mij er niet mee. Prof. Knyper is niet de Kiian, die een advokaat noodig heeft.

Maar behalve dat Prof. Bouwman zich daarover vrij fel uitliet, richtte hij nog een beschuldiging aan het adres der Vrije Universiteit.

En die laatste poogde ik wel te ontzenuwen. Voor de duidelijkheid herplaatsen wij de beschuldiging.

Ze is deze: „het is toch een onwedersppelk'elijtee waarheid, dat in de laatste 10 a 15 jaren te Kampen veel trouwer getracht werd om het examen op peil te houden dan in Amsterdam. Wij zouden op voor­

al Dit artikel was voor het vorige nummer gereed e»niaai1.

beelden kunnen wijzen. En het is ook niet tegen te spreiken, dat de jongelui die admissie-examen willen doen, zeggen: Ik ga liever naai' de Vr^je Universiteit, omdat het examen daar veel gemakkelijker is. Wij geven de candidaten voor dat examen geen ongeUjk."

Wij hielden daartegenover staande en brachten daarvoor argumenten bij, „dat de waarborgen voor het op peü. houden van het admissie-examen zeker niet geringer zijn te Amsterdam dan te Kainpen."

Wat doet mi Prof. Bouwman, die inmiddels tegenover Prof. Kuyper bekend had, dat hij diens artikel niet heelemaal juist had gelezen?

Hij verschuift de kwestie.

Zijn beschuldiging betrof, gelijk men zelf lezen kan, den tegenwoordigen tijd. Tegenwoordig wordt volgens hem te Kampen beter getracht het admissie-examen op peil te houden dan te Amisterdam'. Tegenwoordig zeggen de studenten: Ik ga liever naar Amsterdam, enz.

Blaar hij doet thans of h^j het over den verleden tijd had.

Met het leukste gezicht schrijft hij: „Maar het punt in quaestie was ... of er wel eens niet al te veel toegeeflijkheid is gebruikt. Prof. Kuyper erkent dat dit wel eens is geschied. Doch Prof. Hepp weet daarvan niets." •

Maar met uw welnemen, hooggewaardeerde Collega, doch dat was de kwestie niet. Zie boven.

Het ging niet over het verleden, maar over het heideö. Als ik over het verleden moet gaan spreken, dan geloof ook ik, dat daarin soms van te veel toegeeflijkheid sprake was.

Maar toen waren de omstandigheden geheel anders, dan die ik in mijn argumenten memoreerde.

Toen bestond de Literarische Fakulteit slechts uit één hoogleeraar en moesten Theologische Hoogleeraren zelfs de Juridische bij het admissiei-examen assisteeren.

Toen Avaren er tal van vakatures in de kerken en werd van alle kanten aan de Vrije Universiteit gevraagd: Geef ons predikanten.

Er ^üs zelfs een lijd, toen de theologen twee jaar over de propaedeuse deden en met een propaedeuse van twee jaar kunnen de eischen van het admissieexa, men gevoeglijk wat lager worden gesteld.

Als we dus de dagen van olim nog eens laten herleven, zou het dwaasheid zijn te ontkennen, dat er weleens al te veel toegeeflijkheid is gebruikt.

Doch daarover ging het niet.

Het gaat hierover of in den laatsten tijd in Kampen zooveel hooger eischen gesteld worden dan in Amsterdam en of het admissiei-examen aan de Vrije Universiteit gemakkelijker is. En zonder nu ons tot doornige vergelijking te laten verlokken, toonden wij aan, dat alle waarborgen aanwezig zijn voor het op peil staan van het admissie-examen te Amsterdam.

Prof. Bouwman bezit , de vaardigheid om met jeugdig vuur een hindernis-kwestie te nemen en er sierlijk over heen te springen.

Hij gunne mij de vrijmoedigheid om in een bepaald geval hem bij de jas te grijpen en er hem aan te herinneren: maar GoUega, bedenk toch, dat we thans niet aan het edele paard-rijden doen.

Meent iemand, dat het admissie-examen zelf uit den aard der zaak medebrengt, dat het moeilijk ten volle op peil kan worden gehouden, zoo is daarop het meest afdoende antwoord: laten we het dan wederzijdsch radikaal afschaffen.

-s De Buerilla van de N. R. C.

Nu opnieuw een „stem" vraagt om te mogen protesteeren tegen de wijze, waarop de Eerknienwisrubriek in de Nieuwe Rott. Courant mij voortdurend bestrijdt, wil ik er maar eens publiek op antwoorden.

Ik waardeer de goede bedoeling van die „stemmen", maar ben van meenipg, dat ons blad daan^oor niet ails loudspeaker moet dienen.

De guerüla van de N. R. C. — de term is van een onzer inzenders — bewijst, dat de Kerknieuwsrubriek van dat blad de ridderlijkheid heeft afgelegd.

Vreest men, dat daardoor verkeerde indrukken bij Gereformeerden worden gewekt, zoo is mijn antwoord: zulke Gereformeerden verdienen bedrogen te worden. Waarom laten zij zich aan die rubriek in dat liberale blad iets gelegen liggen?

Vreest men, dat daardoor verkeerde indrukken bij niet-Gereformeerden worden gewelct, welnu, dan kan ik, als zij bij de een of andere gelegenheid met mij in aanraking komen, allicht meevallen.

Hensch, die bedekte aanvallen zijn niet eens veroqitwaardiging waard.

Men leze ze, — gelijk ik — met begrijpenden glimlach.

• HEPP.

We vinden hier dus samengebracht allerlei vertelsels van de menschen uit 't Hoogeland. En dan dragen ze ieder voor zich het hunne bij tot den. geest van het dorpsleven, die ergens aldus wordt gekarakteriseerd: „'kLoof dat op dorpen gain gehaimen bimien. Ie wonen zuver op straat. Kinnen gain vinger ien asch steken, of elkenain wait 't. Krekt of kraaien 'taan 'nkander verklappen".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1929

De Reformatie | 8 Pagina's

De werkwijze onzer Synodes.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1929

De Reformatie | 8 Pagina's