GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eerbied onder ’t bidden.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eerbied onder ’t bidden.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kleine kerken zijn wel eens ten voorbeeld aan groote.

Dr Impeta schrijft in het „Kerkblad van Ov. en Dr.":

Zondag 9 Maart j.l. preekte ik te Ambt-VoUenhove A.

En nu zeg ik 't niet, om de broeders daar eens wat honig om den mond te smeren. Ik ben van alle vleierij ten eenenmale wars.

Maar aan de andere zijde geldt toch nog altijd: eere wien eere toekomt!

Misschien doet men het in andere kerken in onze beide provinciën ook. Het ware te wenschen.

Maar in Ambt-Vollenhove A heeft men in elk geval het ideaal reeds bereikt. En daarom wil ik die gemeente in dit opzicht aan de andere gemeenten ten voorbeeld stellen.

De predikant zegt: laat ons bidden!

En zie, daar verrijzen alle mannen en jongelingen en oudere knapen, voorzoover ik kan zien, zonder ééne uitzondering, van hunne zitplaatsen en gaan staan voor het aangezicht van onzen God, onzep majestueuzen Heere in den hemel.

Onder het „groote" gebed. Onder het gebed vóór den, doop. Onder het dankgebed na den doop. Onder het dankgebed na de preek.

Het is om er jaloersch op te worden.

Het is om er jaloersch op te worden. Laat de één het nu eens 'nkeer 'n ander nadoen. Het is mogelijk.

Maar dat 't bij allen sleurwerk zou zijn, weiger ik te gelooven.

Ik acht dit te zijn 'n uiting, 'n betooning van diepen eerbied voor de hemelsche majesteit Gods.

En ik prijs het onzen jongeren en ouderen broeders in al onze kerken met sterken aandrang aan.

Vanzelf mag dan het gebed door den Dienaar des Woords niet te lang gerekt worden.

Noch het gebed mag vermoeien noch het staan. In de veelheid der woorden is het bij het bidden immers ook niet gelegen.

En ook verdient nog steeds overweging, wat bijv. Dr A. Kuyper Sr in zijn „Onze Eeredienst" over het knielend bidden opmerkt, overeenkomstig de Schriftuurlijke vermaning: komt laat ons knielen voor den Heere, die ons gemaakt heeft" (Ps. 95:6), wat we in onze huizen wel doen, maar in Gods huis nimmer (bl. 228, 238).

Het knielen is iets innigs en teeders.

Het knielen is iets innigs en teeders. Het staan geeft eerbied te kennen en ontzag.

Maar het vadzig gaan liggen met de armen op de bank en het hoofd op de handen, strijdt met alle gedachte van bidden: spreken tot en met den Allerhoogsten God!

Zij de vorm bij ons toch niet in verachting! Al komt het ook op den inhoud aan.

Er zijn menschen, die stellig niet Roomsch zouden willen wezen. Stel je voor: knielen in de kerk!

Ze zijn liever goddeloos.

Ze zijn oneerbiedig in de kerk.

Daar zijn moeilijkheden. Maar toch

Het is waar, dat er moeilijkheden zijn bij het vertalen van den Bijbel.

Moeilijkheden van velerlei aard. Ook moeilijkheden, die daaruit voortkomen, dat in bepaalde landen en onder bepaalde volkeren, dingen die in het Ooosten ieder kent, eenvoudig niet aanwezig zijn, en dus ook zeer dikwijls niet eens benoemd worden. Zoo is algemeen bekend het voorbeeld, dat bij de eskimo's de uitdrukking: „als een lam werd hij ter slachting geleid", eenvoudig tot de m.enschen niet spreekt, omdat zij de uitdrukking „een lam slachten" eenvoudig niet hebben, omdat er geen lammeren zijn.

Nu heeft men den voorslag gedaan om daar dien regel aldus te vertalen: „als een jong zeehondje, dat niets zegt wanneer men het martelend doodmaakt, heeft ook Hij zich laten slachten".

Het schijnt echter, dat onze moderne cultuur dergelijke problemen gaat vermenigvuldigen. Onder het opschrift „De Bijbel en de moderne mensch" lezen we in het „Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur" het volgende:

Het is langzamerhand een gemeenpaats geworden, dat de hedendaagsche kultuurmensch van den Bijbel is vervreemd geraakt. Prof. J. H. Holmes, hoogleeraar in de filosofie aan het Swarthmore College zoekt de voornaamste oorzaak hierin, dat de moderne stadsmensch den Bijbel niet meer begrijpt, omdat het bijbelsch gedachtenklimaat hem vreemd geworden is. De levensomstandigheden zijn zoo totaal veranderd en hebben zoo weinig overeenkomst meer met die van de bijbelsche oudheid, dat de taal des Bijbels ons vreemd geworden is, en wij zelfs de woorden niet meer verstaan. Als voorbeeld neemt hij den 23en Psalm: de Heer is mijn Herder. Holmes zegt: wat weet een burger van New-York of Chicago of Baltimore van een herder? Hij kan er geen enkele verstandige gedachte aan verbinden, evenmin als aan „grazige weiden". We moeten dus, zegt Holmes, zulke woorden vervangen door andere, die voor óns analoog zijn aan de „herder" en de grazige weiden" voor den nomadiseerenden oosterling. Hij doet dat op z'n Amerikaansch en stelt voor dien Psalm op deze wijze te lezen:

De Heer is mijn kleinste versnelling, waaraiee ik steile heuvels bestijg;

De Heer is mijn serum in dagen van epidemie;

De Heer is mijn dynamo om mijn ledige batterij te vullen;

De Heer is het zonlicht in mijn kamer, brengende mij de weldoende kracht der ultra violette stralen.

Op deze wijze tracht Prof. Holmes den Bijbel meer verstaanbaar te maken voor de groote-stads-menschen der 206 eeuw. Het is niet te ontkennen, dat dit merkwaardige experiment past in de zonderlinge middelen, die de Amerkaansche theologen toepassen om de menschen weer in de kerk te krijgen, maar het is de vraag of dit middel zelfs naar Amerikaanschen smaak niet te pittig zal blijken. Vrees, dat het in Nederland navolging zal vinden bestaat niet.

Indien ergens, dan voelen we hier den afstand tuschen de moderne cultuur en de stilte van'den verboren omgang met God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's

Eerbied onder ’t bidden.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1930

De Reformatie | 8 Pagina's