GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

KERKLUKLEVEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKLUKLEVEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Hersteld Velband".

In de „Nieuwe Haagsche Clourant" lazen we het volgende berichtje:

Op verzoek van Ds G. H. Wagenaar heeft j.l. Zonclagavond Ds E. L. Smelik, pred. bij de Geref. Kerk , iii het Hersteld Verband te Rotterdam, de predik-^iêkièt 'vervuld in • de Groote Kerk der Ned.' Herv. Gemeente aldaar. Vei-volgens zal op den avond van den Eersten Kerstdag de predikbeurt in de Gerei Kerk in het Hersteld Verband te Amstelveen vervuld worden door Ds J. W. P. Ie Roy, Ned. Herv. predikant te Sloterdijk (gem. Amsterdam). f

In „Ons Lampje" schrijft Ds Ie Roy hierover o.a.; „Het zal, als God ons de gezondheid laat, een dag van zaligheid en zegen zijn! De eerste dienst in den Kerstnacht van 12—1. Heerlijk! De tweede dienst met de Hervormde Gemeente om 10.30 in de nieuwe, mooie, Jeruzalemkerk! Nog heerlijker! De derde dienst in 't Huis van Bewaring met zoevelen in angst en droefenis, zonde en vertwijfeling! Nog heerlijker! En de vierde dienst in het kerkje te Amstelveen van de Hersteld Verbanders. Nog heerlijker!"

Op deze wijze is de kwalificatie „Hersteld, Verband" inderdaad zeer juist. Zekere „verbanden", die in 1834 en 1886 werden verbroken, worden op deze wijze hersteld.

Wanneer de vaderen het eens wisten, dat zooiets gebeurt door hèn, die hun lading gaarne dekken met der vaderen vlag!

„Te oud voor een beroep". I.

In het Kerkblad voor Drenthe en Overijssel heeft dr Impeta nog eens weer gewezen op een zaak, die voor %enige weken ook reeds door Ds Knoop van Delfshaven en na hem door anderen was aangesneden. Het betreft het feit dat predikanten, indien zij eenmaal 40 a 45 jaar geworden zijn, in grootere plaatsen bij voorkeur niet meer worden beroepen. Misschien stelt Ds Knoop de kwestie zelfs nog iets scherper, als hij er op wijst, dat in grootere gemeenten bij voorljeur uitsluitend zeer jonge predikanten worden beroepen.

Dr Impeta verzoekt, in het Kerkblad voornoemd, de kerkelijke bladen over deze kwestie te gaan schrijven.

Ofschoon nu „De Reformatie" geen kerkelijk blad is, en aan het kerkelijk leven niet meer aandacht schenkt dan aan andere belangrijke onderwerpen op algemeen cultureel terrein, is toch het vraagstuk dat Dr Impeta omschrijft, wel van zoo groot gewicht, dat we meenen onze aandacht eraan te mogen wijden.

Maar we willen dan tegelijkertijd zeggen dat de vraagstelling niet zoo eenvoudig, is, ais zij er uit ziet.

Dr Impeta wijst erop dat oudere predikanten zooveel meer ervaring hebben, en dat zij met hun, meerdere ervaring toch ook zooveel beter hun kerk zouden kunnen dienen.

Nu kan ik niet zeggen dat ik het op eeoiig punt met Dr Impeta oneens ben. Wat hij schrijft is juist.

En toch is er een „maar".

Dat „maar" wijst o.i. op de noodzakelijkheid, dat de algemeenbeid waarin hier de kwestie gesteld wordt, eenige beperkingen ondergaat. De vraagstelling toch is veel gecompliceerder dan zij bier wel lijkt. Indien toch een predikant den 45-jarigen leeftijd heeft bereikt, is hij nooit een man met ervaring zonder meer. Ook ten opzichte van andere kwaliteiten moet er bij hem een zekere kwalificatie mogelijk zijn, en daarom moeten we het m.i. al dadelijk zoo stellen, dat we alleen kunnen spreken over de predikanten, die den 45-jarigen leeftijd: bereikt hebben en tevens geschikt zijn voor groote plaatsen.

T'och moeten we voorop stellen, dat in het algemeen gezegd kan worden, dat in lang niet alle gevallen de meest uitnemende Dienaren des Woords ook den meest „schitterenden" levensloop hebben.

Dat geldt al dadelijk van de periode waarin zij candidaat zijn. Er zijn candidaten, die een groot aantal beroepen ontvangen, die na korten tijd in de Kerken.groeten opgang maken, en die na luttele jaren een naam krijgen als „geweldige predikers".

Er zijn anderen, dïe als candidaat beginnen met een enkel beroep, soms na een paar maanden oatvangen, die stralks in hun leven eenige malen van standplaats veranderen, en die eindelijk als ©en gewaardeerd en trouw herder emeritaat ontvangen of sterven.

Maar nu denke niemand, dat die eerste nu ook inderdaad altijd de meest uitnemende zijn. Ik hoorde eenigen tijd geleden op een Zondag een preek van een jongen dominee, die „naam" heeft en van een ouden predikant, die nog altijd stond op de plaats waar hij als candidaat kwam, en dien men slechts kende in zijn eigen kleinen kring. De preek van dien jongen predikant was niet bepaald ongereformeerd, was meer a-gereformeerd, maax doorspekt met met gloed uitgesproken termen. Ja, termen! Alleen maar niet de termen van „Vader Brakel", of de termen uit Hellenbroek, maar de termen van de moderne geestelijke mode, termen als: „diepe levensvragen", „ernstig en eerbiedig schouwen", „het probleem aandurven", en dergelijke, waren in deze preek overvloedig. Ik ben er echter van overtuigd, dat de betrokken predikant geen klaar inzicht had in de beteekenis van zijn eigen tekst; dat hij althans niet de gave bezat om, indien hij dat klare inzicht wel had, daarvan ook maar een vermoeden te geven aan zijn hoorders.

De predikant van 's avonds, de vergetene, preekte. Hij had een eenvoudigen tekst. Maar in zijn preelt leefde zijn tekst, gloeide zijn tekst van het begiQ tot bet eind. De predikant toonde onzen tijd te 'kèiiihen.'Hij paste het Woord toe, scherp en klaai

ea waar. ziynst|r«ó^insbOTwwarS^nDërïspêlijker en oorspronkelijker, dan die van den predikant van 's morgens; ondanks zijn verblijf van tientallen jaren op hetzelfde dorp, had hij zijn warmte en enthousiasme niet verloren. Een enkele maal gebruikte hij een term, ontleend aan den catechismus of aan écn der formulieren.

Toen des avonds mij een oordeel gevraagd werd over deze preeken heb ik natuurlijk gezwegen, want in zoo'n geval wordt het oordeel betrokken op personen. Maar nu, nu ik oiy)ersoonlijk spreken kan, wil ik wel zeggen, dat ik mij heb afgevraagd, ho© het mogelijk is dat na zooveel tientallen jaren goed bearbeiden van het gereformeerde volk, het oordeel luiden kan zóó, zooals het helaas maar al te vaak wordt gehoord.

Maar de predikant van 's avonds, dien ik bedoel, had van jongsaf aan geweigerd op beroep te preeken. Hij heeft altijd een groote bescheidenheid geopenbaard, heeft altijd ernstig gestudeerd. Misschien is hij niet bekend.

Is het dan noodig dat iemand zichzelyen bekend maakt ?

Was ik nu overtuigd, dat het geval van de twee predikanten dat ik "boven omschreef, op zichzelf stond, dan zou ik het natuurlijk nief hebben genoemd, maar ik ben ervan overtuigd, 4at dat niet het geval is. Zulke gevallen komen heel dikvnjls voor.

En dat is zéér jammer.

Want al is het waar, dat ook zulk een kleine afgelegen gemeente wel een uitnemend begaafd dienaar des Woords hebben mag, toch zouden zulke gaven in breeder kring misschien meer merkbaar effect sorteeren.

J. W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

KERKLUKLEVEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 januari 1931

De Reformatie | 8 Pagina's