GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Esperanto.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Esperanto.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog altoos wachten op beantwoording enkele vragen, die een onzer lezers me deed, over Esperanto.

Ofschoon ik het onderwerp niet zonder kunsten vliegwerk in deze rubriek kan onderbrengen, zal ik deze vragen, die, zooals inzender ze stelde, tot , op zekere hoogte ook een geestelijken kant hebben, toch hier maar beantwoorden.

De vragen luiden:

Ie. .Of het Esperanto mogelijk ook in dienst der Zending, en daarmee voor de uitbreiding van het Koninkrijk Gods, zou kunnen gesteld worden, en

2e of het beschouwd moet worden als een poging, om door verbroedering der volken, het oordeel Gods in de Babylonische spraakverwarring op te heffen;

3e. of er ook grond is, in de H. Schrift of daarbuiten, voor het vermoeden, dat het Esperanto een welkom wapen zal worden in de hand van den anti-Christ of van zijn voorloopers.

Doel van de vragen is, licht te krijgen over de houding, die ons, gereformeerde christenen, tegenover de propaganda van het Esperanto voegt.

’k Begin met de tweede vraag. Daarop moet het antwoord, voorzoover m'n keunis reikt, beslist ontkennend luiden. Doel van h§t Esperanto is, evenmin als van het vroegere Vola-pük, dat er zoo goed als geheel door verdrongen werd, niet een wereldtaal te scheppen die alle bestaande talen vervangt — iets wat ook wel nooit gelukken zou — maar alleen het internationale zakenleven een middel van gedachten-wisseling te verschaffen, dat de correspondenten ontheft van de verplichting om allerlei vreemde talen te leeren.

Dat in het brein van een of ander vurig of kortzichtig propagandist wel eens de gedachte opkomt idat z'n „wereldtaal” op den duur alle andere talen overbodig .zal maken, is wel aan te nemen. Want het brein van propagandisten is nu eenmaal zeer toegankelijk voor dergelijke fantasiën. Maar wie van nog wat anders dan van negotie weet - wie ook weet van geestelijke waarden, en van den band die juist in die geestelijke waarden - om nu van andere niet te spreken - een volk bindt aan zijn historisch-geworden taal, weet óók, dat dergelijke pretenties voor een maak-taal kortweg belachelijk zijn.

Hiermee gaf ik eigenlijk óók reeds een antwoord op de eerste vraag.

De Zending toch heeft uitsluitend met g e e s t e - lijk e waarden te doen, en zal daarom in het Esperanto nooit een bruikbaar voertuig vinden.

En al ware het zoo, ze zou er " nooit gebruik van kunnen maken, eer heel een volk, dat ze wil bewerken, zich het Esperanto had eigen gemaakt. Doch wanneer zal dat het geval zijn?

En wat de laatste vraag betreft, of het Esperanto een werktuig zou kunnen worden waarmee de anti-christ zijn voordeel doet — wie zal daarop antwoord geven?

De Schrift geeft, voorzoover mij bekend, geen enkele aanwijzing die het zou kunnen doen verwachten.

Doch met dergelijke vragen behoeven wij, christenen, ons stellig niet te kwellen.

Wat kan de geest van den anti-christ ten slotte niet in zijn dienst trekken? Wat trekt hij niet reeds nü in zijn dienst? Ook van de dingen, waarvoor we onzen God danken, als voor kostelijke gaven van Zijn gemeene genade? Noem welk cultuurgoed ge wilt: de machine, de telegraaf, de telefoon, heel het electriciteitswezen, de moderne verkeersmiddelen, de radio, de photographic, of — om iets van ouderen datum te noemen — de boekdrukkunst, de gezegende boekdrukkunst! — op wat van dit alles wierp zich niet de geest die voorlooper en wegbereider is van den antichrist?

Hoe kostelijker een ding, hoe beter het hem

dienen kan! En hij moét — dat is zijn armoe — altoos zijn toevlucht nemen tot wat werk en gaye Gods is.

Had hij in ’t Paradijs niet reeds de slang noodig?

Als een christen daarom mijden moest het gebmik van al wat satan dienen kan, zou hij de wereld van zijn God moeten ontvluchten.

Dat de vorst der duisternis iets jebruikt, is vpor óns geen reden om het te laten liggen. Zoo het in zich zelf goed en een gave Gods is^ moet het ons integendeel prikkel zijn om er een des te ijveriger gebruik van te maken.

Hiermee meen ik m'n beantwoording van de vragen ook voldoende gericht te hebben op het doel waarmee ze gesteld werden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's

Esperanto.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1931

De Reformatie | 8 Pagina's