GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Satan en Geschiedenis.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Satan en Geschiedenis.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De duivel is tot u afgekomen, en heeft grooten toorn, wetende, dat hij een kleinen tijd heeft. Openb. 12 : 12b.

Het is voor ons geloof ©en (soms vergeten) feit, dat de satan als geschapen geest, zich niet kon losmaken van de geschiedenis.

Hoe de duivel denkt, en of er in zijn denken en besluiten een „voor" en „na", een „eerder" en een „later" is, daarover willen wij geen woord spreken, want — wij weten dat niet. Ons eigen menschelijk kennen en willen, in zijn acten, in zijn „voor" en „na", is reeds een raadsel voor ons. Hoe zouden wij dan een structuur kunnen geven van het denken en besluiten der engelen, goede of kwade? Vooral, nu wij weten, dat de geschapen geesten, engelen en duivelen, niet in hun denk-en voorstellingsacten gebonden zijn aan een stoffelijk lichaam, zooals wij menschen? En nu wij daarbij weten, dat de geschapen engel niet, gelijk wij, gebonden is in den tijd, niet „tijdelijk" denkt en besluit? Gelijk wij b.v. ons geen voorstelling kunnen vormen van een denk-proces van den mensch, nadat hij uit dit tijdelijk leven is gescheiden, ja, gelijk elk© onderstelling van zulk een „proces" zelf reeds aanvechtbaar is, zoo moeten wij nog veel meer ons ervoor wachten, een „structuur" van do besluit-en ken-en waarnemingsacten bij de engelen (en duivelen) te ondernemen.

Tóch spreekt de bijbel duidelijk uit — ook in den boven aangehaalden tekst — dat het denken en besluiten van den duivel niet losstaat van den tijd, van d© geschiedenis. Ja, dat niet alleenj ©r is, naar de Schrift hier zegt, ook ©en „rijzen en dalen" in de satanische activiteit; en deze hangt

dan weer samen met het „rijzen ea dalen" van de geschiedenis.

Men voelt dadelijk, dat de Schrift hier geen redeneering geeft-over satans geestesdiepten, doch haar machtig woord nit Openbaring XII laat opkomen uit heel andere overwegingen. Die zijn ontleend, niet aan den aard vaa de satanische „persoonlijkheid", doch aan den „aard" van Gods souvereine ; stellen van: de geschiedenis. Gods werk doorloopt een geschiedenis, GO'ds werk komt in den vorm van een pro-ces tot zijn aanvankelijke en volle ontplooiing. Satans „neen" kan daarom zich eerst dan stellen tegenover Gods „ja", als Gods werk in de geschiedenis getreden is, en zich daarin tot een zeker punt van ontwikkeling heeft laten brengen.

Hier wordt het reeds aanschouwelijk, en concreet, en doorzichtig, dat ook de hel als centrum, en gevangenis, van kwade machten, een historie doorloopt. Een historie, die parallel loopt met die van den hemel. En die tevens in het nauwste verband treedt met de ontwikkeling vaa het historisch leven hier op aarde.

Dat die historie parallel loopt met de evolutie van den hemel, vindt wederom zijn oorzaak, niet in een kracht, die de hel uit zich ontplooien kon, maar enkel en alleen in den machtigen dwang, waarmee de God, die oer-verbanden legt, de objectieve heilshistorie tot haar einde brengt, successief.

Vandaar dan ook, dat naar de Schrift dezelfde h e i 1 s f e i t e n, die in den hemel worden waargenomen (als kracht-ontlading in de geestelijke wereld) en die de ontwikkeling van dezen hemel verder stuwen, dit evenzeer, naar gelijk tempo en intensiteit doen in de hè 1. Zoo is er spanning in de hel, ten dage van den zondvloed, bij Israels tochten, bij den ingang der Woord-openbaring in de wereld (Mozes), bij de uitscheiding van de (verkiezings)„rest" van Israël, de nieuwe messiaansche gemeente (geestenstrijd voor Perzië's troon, Daniël). Er is spanning, schudding, beweging, kramp, in de helsche congregatie bij de komst van Christus in het vleesch (Openb. 12), bij zijn kruisdood, gedurende zijn publieke werken (bezetenheid), bij de hemelvaart (1 Petrus 3, en weder Openb. 12). De heilshistorie dwingt de helsche congregatie dag aan dag. De duivelen „sidderen", hebben „grooten toom, wétende(l), dat de tijd kleiner wordt". Zij hebben er weet van, dat de thermo^ meter strijgt, dat de groote „dag des Heeren" tot zijn laatste uur geregeld voortschrijdt.

Dit goed te weten, geeft een sterken troost. Want als de Antichrist straks komt, en nu reeds bezig is te komen, dan is dat*voor het geloof ©en bewijs, dat satan grooten tooiim. heeft, en dat h^ weet, dat klein zijn tijd is. En dat zoo niet alleen iiit den hemel, maar ook uit de hel die energieën tot de aarde komen, welke in haar werking ons, mits wij gelooven, steeds bewijzen, dat de geschiedenis christologisch is, dat de historie van den Christus maakt de historie, ook van Antichrist, en hel, en duivel.

Wij vierden Paschen, komen toe aan hemelvaart. Bewijzen daarvan zijn er overal, vooral in het kamp der groote oppositie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Satan en Geschiedenis.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 april 1932

De Reformatie | 8 Pagina's