GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verheerlijking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verheerlijking.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En zie — een Moorman, een kamerling en een machtig heer van Candacé, de Koningin der Mooren, die over al haren schat was; welke was gekomen, om aan te bidden te Jeruzalem. Hand. 8 : 27.

Op den weg, - dien Filippus gezonden is door den Geest des Heeren, heeft hij zich zeer verwonderd, als hij eindelijk gewaar wordt, wien zijn reis'"geldt.

Gemengde verwondering. Eenerzijds over het feit, dat hij nu al wat hij deed moest prijs geven voor een verachten heiden.

Maar er is ook nog ©en andere zijde aan, verwondering, die groeit, naarmate hij meer hoort van zijn onverwachten reisgezel.

Want het is een en al glorie en grootheid, die hier straalt om hem heen. Hoe fijn heeft Lucas dat weergegeven: een machtig heer. Een hoveling. Gesteld over al den schat van de koningin van zijn land. Hooger in rang kan men in zijn vaderland niet klimmen.

Di© man is benijd en bewonderd door vele duizenden in zijn land. De eenvoudigen zien met ontzag naar hem op. Het volk ziet dezen Minister van Financiën in een stralenglans van heerlijkheid. Men staart hem na met jaloerschheid, dien zoon des geluks, di© alles, alles heeft, wat het hart begeert en wat het leven maakt tot een heerhjkheid, tot een bloeiende gaard© van geluk.

Zóó heeft Filippus het gezien. Zóó heeft Lucas het in dit vers geteekend.

het in dit vers geteekend. En dan het tweede: welke was gekomen, om aan te bidden te Jeruzalem! Om aan te bidden. Om zich daar, te Jeruzalem, te werpen op de knieën, di© nog nooit voor een ander hadden gebogen dan voor de koningin van zijn land en voor zijn heideusche goden. En om van den God van Israël vrede te vragen.

Hier zingen Gods Engelen hun jubel:

Eed'len deelen in ons lot, Eeren Abrams God.

De Handelingen vormen het boek van den triumf van den opgestanen Heere. In de Handelingen der Apostelen schrijft Lu.cas het overwinnings-Evangelie. Overal dezelfde klank: dat het Woord des Heeren wies, en steeds nieuwe triumfen heeft gemaakt

Hier wordt beschreven de eersteling der heidenen, die komt om vrede te vragen.

En, die eersteling is geen anne. Geen slaaf. Geen verachte. Neen, hij is een der eersten in dien vergelegen Staat. Zooiets als een Minister aan het koninklijke hof. Glorie omstraalt hem.

Maar nu komt hij om aan te bidden te .T©ruzal©m. En als hij heengaat misschien zonder den vrede te hebben gevonden, ook te Jeruzalem niet, waarnaar zijn hart door souvereine genade had leeren dorsten, dan vindt hij op dien eenzamen weg Jezus. Die groote in Ethiopië wordt erfgenaam van het Koninkrijk. De heerlijkheid des Heeren straalt om hem heen.

Zóó is de triumf van Gods genade nu.

Er komen tot den Heere ©n Zijn licht armen en verachten; vergetenen en verstootenen. Eenvoudigen en geringen.

Maar ook anderen. Hooggeplaatst in hun kring. Omstroomd met de glorie van aardsche heerhjkheid. Waartegen de menschen hóóg opzien. Die onnadenkende zielen gelukkig wanen, rééds vanwege hun hooge positie. En die worden benijd als kinderen van geluk, door duizondtallen.

Die Ethiopische staatsdienaar toonde reeds, dat ook de hoogstgeplaatste zonder den vrede door Jezus den Heere diep oifgelukkig is en hong©rend soms naar vrede vraagt.

En mèt hem komen er van hen „om aan te bidden te Jeruzalem"; om den vrede te zoeken bij Israel's God.

En de hoogste heerlijkheid, die hun hoofd omstraalt, is, dat z© kinderen Gods worden genaamd; dat ze met het arme mee zich buigen voor den Heere der gemeente. De he©rlijkheid des Heeren weeft ook om zulke hoofden stralen van genade en heerlijkheid.

Zeker, niet vele edelen en niet vel© rijken. Maar, toch zijn ze er. Lucas toekent ze in dit deel van Gods Woord met voorliefde. De kamerling, Cornelius. Van de voornaamste vrouwen in Thessalonica niet weinige. Dionysius de Areopagiet. Triumfen van het kruis.

En heden, en door alle eeuw, zijn ze ©r nóg.

Edelen naar den geest. Grooten in de wereld — maar boetende zondaars.

Omstraald door de heerlijkheid des Heeren.

Eed'len deelen in ons lot, Eeren Abrams God.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Verheerlijking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 juni 1932

De Reformatie | 8 Pagina's