GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Te De Lier.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Te De Lier.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

in onderscheiding van de Christelijke Afgescheiden Gemeenten, die op de door den Koning gestelde voorwaarden de vrijheid hadden aangevraagd, wilden de Gemeenten onder het kruis liever kwalijk gehandeld worden, dan in te stemmen met een aanvrage om vrijheid, op 'Zoo vernederende voorwaarden, alsof zij een nieuwe secte waren.

Op 5 Juni 1844 vereenigden deze Kruisgemeenten zich in één kerkverband als de Algemeene Synode der Gereformeerde Kerk in Nederland, gehouden te Linschoten. Met dè Drie Formulierear van Eenig^ heid en de Dordtsche Kerkenorde nam men ook de aloude Statenvertahng wegens haar nog onverbeterde nauwkeurigheid, en haar kantfceekeningen als zuiver Gereformeerde uitlegging van den Bijbel tot accoord van kerkelijke gemeenschap aan.

Deze Kruisgemeenten wai'en niet talrijk, en bijna overal zwak.

In Zuid-Holland was er ook eene te De Lier, een dorp in de nabijheid van D'elft. Hier had DB C. van den Oever uit Rotterdam op 20 Januari 1845 de ambten ingesteld.

Het ging de kleine gemeente echter niet voorspoedig. De voorlezer, broeder Kardol, werd ook tol voorganger aangesteld; maar voldeed niet. Toen begeerde men broeder Urbanus van Delft, maar deze bedankte voor de benoeming. Vervolgens bracht men een beroep uit op Ds J. Juch van Texel; maar ook tevergeefs.

Op de Pinksterdagen echter van het jaar 1856 preekte er de proponent Gispen van Amsterdam. En hij voldeed zóó goed, dat men hem verzocht, den volgenden Zondag (18 Mei) weer op te treden. In dien tusschentijd riep de kerkeraad de manslidmaten bijeen, en nu bleek het aller begeerte te zijn om Gispen als herder en leeraar te beroepen. Do beroepsbrief werd den 23sten Mei door Ds C. van den Oever als consulent geteekend en aan Ds Kloppenburg in de Leidsohedwarsstraat te Amsterdam geadresseerd om verder aan den heer W. H. Gispen door te zenden. Toegezegd werd een tractement van f400.—, waarvan echter f200.— bestemd waren voor kost en inwoning bij ouderling Arie van der Eyk. Verder zou de kerkeraad ook zorgen voor een ambtsgewaad.

Behalve naar De Lier ontving onze proponent ook nog een roeping naar Apeldoorn. Deze Kruisgemeente was echter zóó zwak, dat ze geen vast tractement kon aanbieden, maar slechts beloofde voor het noodige te zullen zorgen.

Op zijn ernstig smeeken tot den Heere om licht, werd Gispens hart naar De Lier overgebogen. Slechts één bedenking opperde hij. Indien hij eens tot een huwelijk kwam, moest hij dan ook nog bij broeder van der Eijk blijven inwonen? De kerkeraad stelde hem genist door hem in dat geval „een woning op zichzelve" toe te zeggen.

Den Isten en 2den Augustus 1856 deed de beroepen predikant van De Lier ten overstaan van de leeraren van den Oever, Kloppenburg en Plug te Amsterdam examen volgens art. IV D. K. O. Het onderzoek betrof de wederleggende en practical godgeleerdheid, de bijbelscbe en kerkelijke geschiedenis, depredikkundeen — last not least! — den genadestaat van den examinandus. Het liep volkomen bevredigend af, zoodat de proponent Gispen met volle vrijmoedigheid werd toegelaten tot de bediening des Woords.

Zoo was hem dan nu de deur tot het predikambt geopend. Hij mocht nu den domineessteek dragen, die hem steeds begeerlijker had toegeschenen dan een maarschalkshoed.

Er ontbraken nog ©enige dagen aan zijn burgerlijke meerderjarigheid, toen hij op den IVden Augustus 1856 als predikant van D© Lier door zijn geestelijken vader. Ds Kloppenburg, b©v©stigd werd met d© vermaning van Paulus aan Timotheüs: Benaarstig u, om uzelvon God© beproefd voor te stellen; ©en arbeider, di© niet beschaamd wordt', die het woord der waarheid recht snijdt" (2 Tim. 2:15). In de namiddagure van dienzelfden dag verbond hij zich aan de gemeente met het woord van Paulus aan d© Corinthiërs: Want wij prediken niet onszelven, maar Christus Jezus, den Heere; en onszelven, dat wij uwe dienaars zijn om Jezus wil". (2 Cor. 4:5). Het kerkgebouw, waarin dit geschiedde, was een schoongemaakt© veestal, en de kansel bestond in een houten afscheiding, waarin hij zich nauwelijks bewegen kon.

Met moed toog de jonge dominee aan den arb©id. Terstond opende hij een publieke catechisatie, om elkander op t© scherpen in d© leer der waarheid, die naar de godzaligheid is. En zelf overtuigd, dat hij slechts weinig geleerd had, zat hij tot diep in den nacht gebogen over zijn boeken, zoodat zijn hiiisgenooten, als zij vóór dag ©n dauw het vee gingen melken en het licht op zijn kamer zagen branden, meenden, dat de dominee al op was. Maar dan was hij nog niet naar bed geweest!

Moeilijkheden heeft Gispen te De Lier niet gehad. Zijn leven en arbeid ging ©r rustig voort.

Toen de jeugdige pastor dan ook eens een oude­ ren ambtsbroeder ontmoette, kon hij niet nalaten hem t© spreken van den grooten zegen, dien hij' ia zijn eerste gemeente genoot. Waarop deze ooUega, in leven en levenservaring hem ver vooruit, hem zijn blijdschap over dat alles betuigde, doch er de broederlijke vermaning aan toevoegde: „Zeg het niet zoo hard, dat Satan het hoort, want dan zal uw geluk niet van langen duur zijn". En nooit heeft Gispen dit wijze woord vergeten.

Ook zijn oude vriend, de gewezen straatzanger, bezocht hem te D© Lier en genoot in zijn geluk.

Door de goede samenwerking tusscben kerkeraad en geme& nte kon er reeds het volgend jaar een fraaie kerk en schoone pastorie gebouwd worden. Op 26 Juli werd de nieuwe kerk in gebruik genomen, nadat dominee den 16den van di© maand m©t zijn joaig© vrouw de pastorie en daarmee „©en woning op zichzelve" had betrokken. Zijn bruid was Jenneke van Delden, die hij te Apeldoorn had leeren kennen, toen hij daar eens preekte op de deel van een boerenwoning.

In datzelfde jaar 1857 ging hij ook voor het eerst naar een Algem©©ne Vergadering van de Gereforme©rd© K©rk onder het Kruis. Z© werd gehouden te ZiWoUe. Er waren 24 gemeenten vertegenwoordigd.

Het was een bijzond©r© aangelegenheid, waarvoor deze vergadering was samengeroepen. In Den Haag n.l. was Ds H. van den Oever beroepen onder leiding van zijn vader Ds C. van den Oever ai's consulent. Twee kerkeraadsleden, ouderling F. Boers en diaken P. Taal hadden tegen dit beroep geprotesteerd, omdat h.i. de consulent zijn zoon aan de Haagsch© gemeente had opgedrongen. Zij werden ©chter door de classis Rotterdam geschorst ©n afgesneden. Sinds kerkte Boers veel in het dorp De Lier bij Ds Gispen. En door d© Li©r©naars werd het geschil druk besproken.

D© Algemeene Vergadering, gehouden t© Ziwartsluis den 29sten Juli 1856 had een commissie benoemd, bestaande uit Ds D. Klinkert te Zwolle ©n Ds J. Plug t© Zwartsluis, om de zaak te onderzoeken. Deze commissie had echter bij haar onderzo©k zooveel onaangenaamheden ondervonden, dat z© op de volgende Algemeene Vergadering te Zwolle, 23 September 1857, vooTstelde, de zaak in liefde toe t© dekken. Dit voorstel werd aangenomen, en met bijna algemeene stemmen besloot men de zaak voor rekening der classis Rotterdam te laten. Aan den jongste in het midden der broederen, den zachtmoedigen Gispen, viel de eer te beurt deze Algemeene Vergadering met ©en pr©dikatie te mogen besluiten. Zijn tekst was toen Colossensen 3:15 „En de vr©d© Gods heersch© in uwe harten, tot welken gij ook geroepen zijt in één lichaam; en weest dankbaar". De notulen melden, dat Z.Eerw. in deze prediking de broeders hartelijk dank zei, hen op Gods ondervonden zegen wijzende en hun dien nog ruimschoots toewenschende, terwijl hij de gemeente tot dankzegging over deze vergadering opwekte.

Zoo scheen dan de oneenigheid weggenomen te zijn. Maar in het volgende jaar, 1858, kwam de zaak bij vernieuwing ter sprake op de Algemeene Vergad©ring van 3 Augustus te Dordrecht.

Tevoren was een lijvige brochure verschenen, waarvan we den langademigen titel hier curiositeitshalve letterlijk overschrijven:

„Afgeperst Protest, of Verslag tegen de Notulen ^ van de Algemeen© Kerkvergadering van 1856 en 1857, gehouden t© Zwartsluis ©n te Zwolle, door de Opzieners en Afgevaardigden uit onderscheidene gemeenten der Gereformeerde Kerk onder het kruis, in N©d©rland. Welk verslag bevat: d© wettelooze handelingen van den weleerwaarden Leeraar C. van den Oever, met deszelfs aanhangers, inzake van d© onwettige beroeping van een leeraar ten behoeve der Gereformeerde gemeente onder het kruis te 's Gravenhage. Welk© beroeping onwettig is begonnen en voortgezet, en op de Classicale Vergadering, gehouden te Rotterdam in 1856, tegen de Wet is staande gehouden. Alsook op de Classical© Vergadering, gehouden te Dordrecht in 1857, d©welk6 daartoe niet gerechtigd was, ook onwetl; ig is behandeld. Alsmede op de Algemeene Vergadering des zelven jaars gehouden te Zwolle; hoewel eene wettige en daartoe gerechtigde vergadering zijnde, zijn daar nogthans de zaken ten onrechte beoordeeld, en alzoo onwettig ten einde gebragt Dit bovengenoemde met al haren omslag t© zamengesteld, ©n thans bij vernieuwing als nieuw protest opgedragen aan de leeraren en hunn© kerfcenradeo van de Gereformeerde Kerk onder het Kruis, in Nederland, opdat zij nieuwelings d© zaken in overweging mogten nemen ©n t©r toetse brengen, en opdat zij dezelven naar regt en wet mogten beoordeelen en handhaven op hunne Algemeene Vergadering, welke zal gehouden worden den 3den Augustus dezes jaars 1858. Door Fs Boers Czn, ouderling van d© Gereformeerde Kruisgemeente van 's Gravenhage. Gedrukt voor rekening van den auteur. 1858."

Deze Algemeene Vergadering te Dordrecht nu had ©en droevig verloop. Het kwam daar tot eea botsing met Ds C. van den Oever, di© ©cliter als de vader van menige kruisgemeent© veel macht «n invloed had. Aan d© and©r© zijd© stonden Ds Klinkert en Ds Plug.

Naar men zegt werd Ds KÏinkert zóó driftig, dat •hij een ambtsbroeder een flinken stomp gaf. En Ds C, van dear Oever, ziende dat hij rechtens niets vermocht, verklaarde met een vervaarlijke stem, ouderling Jansen, Ds Holster en Ds Plug voor „onbekeerde kerels", en kondigde Ds KÏinkert Gods oordeelen aan. De genoemde broeders hebben toen, onder protest, de vergadering verlaten.

Zeer geschokt, bedroefd en ontmoedigd door dit krakeel tusschen mannen, die hij als vaders eerde, koerde Gispen uit Dordt terug. Hier had hij nu voor de eerste maal ondervonden, wat hij later in zijn toelichting op art. 7 der Nederlandschpi Geloofsbelijdenis zou neerschrijven, n.l. dat het zelfs in Kerkvergaderingen kan gebeuren, dat de schreeuwers, drijvers en ja-zeggers het winnen, cii het gezond verstand beschaamd naar huis gaat

Op 19 October 1858 werd nog een Algemeene Vergadering te Amsterdam gehouden, die Ds van den Oever in zijn bediening als leeraar schorste. Deze schorsing werd ook te De Lier van den kansel afgekondigd.

Van den Oever onderwierp zich aan deze uitspraak niet. Ook zijn kerkeraad achtte die onwettig, en nu volgde een zeer onverkwikkeUjke strijd, een zwarte bladzijde uit de geschiedenis der kruisgemeenten. Men stichtte hier en daar tegen-kerken.

Almeer echter rijpte nu in de ziel van Gispen de overtuiging, dat de dingen, over welke men twistte, niet wezenlijk waren. Van toen aan werd het dan ook zijn streven om aan te sturen op vereeniging van alle Gereformeerden.

Op 10 November 1859 vertrok hij van zijn eerste standplaats naar Vlissingen. Maar het was stellig nog aan zijn invloed te danken, dat de afgevaardigden van den kerkeraad te De Lier op 22 Januari 1861 naar de classicale vergadermg te Rotterdam togen, om zich met de Christelijke Afgescheidene Gemeenten te vereenigen. Geen wonder althans, dat hij zich over dezen stap van zijn eerste gemeente verheugde, getuige deze brief, dien hij op 22 Januari 1861 uit Vlissingen aan den kerkeraad te De Lier schreef: „Zeer verblijdend is mij het bericht van de vereeniging uwer gemeente met de Afgescheiden Kerk. Ik geloof, broeders! dat die vereeniging eene gereformeerde daad is, gegrond op Gods onfeilbaar Woord en Art. 28 onzer dierbare Geloofsbelijdenis. Ik heb een stil vertrouwen, dat de Heere er, te eeniger tijd, Zijn goedkeuring op zal geven, en gij den vrede des gemoeds zult genieten, die op bijbelsche gronden steunt en op bijbelsch handelen volgt. Ik wensch u den dierbaarsten zegen des Allerhooigsten met de getroffen vereeniging in ruime mate toe. Moge het nog verstrekken tot uitbreiding van Gods Koninkrijk in veler harten, en tot ^ verheerlijking van 's Heeren groeten Naam. Ik wensch met geheel mijn hart, dat u daartoe eerlang een leeraar worde gezonden, die een man is naar Gods hart; die de Kudde zal weiden met wetenschap en verstand, en u in de diepe en zalige verborgenheden van het Evangelie onzes Gods zal inleiden; tot opbouwing en uitbreiding der gemeente, en verheerlijking van Hem, Wien toekomt alle lof en prijs, beide nu en in der eeuwigheid. Amen".

Nog in hetzelfde jaar 1861 vond de gemeente van De Lier in den proponent J. de Koning een alleszins waardig opvolger van Gispen.

RULLMANN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1932

De Reformatie | 4 Pagina's

Te De Lier.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 augustus 1932

De Reformatie | 4 Pagina's