GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De waarbeid in een gevaarlijk systeem.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De waarbeid in een gevaarlijk systeem.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

II.

Wezen we ©r d©n vorigen keer op, dat er in d© gedachte van de psychanalyse ©en z©er juiste kern zit, dit beteekent allerminst dat wij daarom het Freudianism© als totaal nu ook maar moeten sUkken.

Van schier alle zijden is in de laatste jaren het werk van Freud opg©h©m©M als i©ts g©heel bijzonders.

En inderdaad, ©r is ook v©el in dat vóór Freud nooit gezegd was, althans niet zóó gezegd was.

Maar het komt mij toch voor, dat wij als Gereformeerde menschen een roeping hebben, dat ook de Gereformeerde medici een taak hebben, om zich er wel voor te wachten, dat zij zich niet laten meevoeren door het modegeroep van het „leve Freud".

Wat toch is het merkwaardige?

Het „nieuwe", wetenschappelijk-waardevolle, in Freuds systeem, blijkt eigenlijk geen vinding van Freud te zijn. D© g©dacht© van de losmaking van de verdringingen, die als methode toegepast ©en geheel systeem van behandeling van patiënten ging b©heerschen, is geen origineel© gedachte vai\ Freud. Dit wordt ook zelfs door Freudianen erkend. Zoowel de Fransche geneesheer Janet als de later zoo bekende Breuer hadden ervaringen opgedaan, die dezelfde zijn, als die welke Freud bij' zijn patiënten merkte. De Nederlandsche schrijver Van der Hoop deelt nadrukkelijk mede, dat Freud zijn ervaringen bij patiënten omtrent d© analyse van verdringingen eerst opdeed, nadat Breuer van zijn ondervinding tegen Freud had gesproken.

Daaruit volgt dat Freud, in datgene, wat men hem als zijn belangrijkste verdienste toeschrijft, niet origineel is.

Origineel daarentegen is, voorzoover na te gaan is door ons, Freuds theorie over het sexueele leven.

Freud toch vuMe datgene, dat door anderen ontdekt was, aan met het betoog, dat de ziekteverschijnselen, die zich voordoen, een gevolg zijn van een of andere ervaring op sexueel gebied.

Dat is inderdaad iets nieuws.

De practijk van het Freudianisme is daardoor gekomen in een richting, die wij in een vorig artikel reeds signaleerden als „het geven van een wetenschappelijk cachet aan perverse neigingen"..

Dat er nu op het voetspoor van Freud nog grooter vuilpoetserij werd geproduceerd dan men theoretisch mogelijk zou achten, staat vast.

Maar Freud zelf gaat hier toch ook allerminst vrij uit. De zoogenaamde „Sexualtheori©" van Freud is niet „alleen maar misverstaan" door sommige moderne schrijvers van vuile romans, Freud zelf geeft aanleiding tot ©©n structuur van levensmogelijkheden die ons doen zeggen, dat klaarblijikelijk het s©xueele leven alle levensuitingen beheerscht.

Er zijn bij Freud uitspraken te vinden, di© waarlijk liggen op het terrein van datgene, wat de Schrift „schandelijk" noemt. In de werken van Freud zelve wordt bijvoorbeeld de homo-sexualiteit in bepaalde gevallen verdedigd, wordt het bedwingen van sexueele lusten een gevaar voor de gezondheid genoemd en merkwaardig genoeg noemde Freud zichzelf eens „een advocaat van den duivel" en „een dui velverwekker''.

Het is de eere van den Amsterdamschen arts E. van Dieren, dat hij onvermoeid op het perverse gevaar, dat in het Freudianisme ligt, heeft gen wezen.

We komen op het werk van dokter Van Dieren nog wel nader terug.

Een tweede ernstig bezwaar, we kunnen weJ zeggen, een alles afdo^end bezwaar, dat we tegen Fr©ud hebben, is de wijze waarop hij' optreedt tegen den godsdienst. >

Bij de bestrijders van 'den godsdienst heeft m«a velerlei soort van menschen. Er zijn ©r di© open en fel hun haat tegen den godsdienst 'uitspiTer ken, er zijn anderen die den godsdienst ©envoair dig negeeren. Beid© soorten van menschen zijm vij'r anden van de rehgie.

Maar er is een derde groep die de religie minfachtend behandelt, die de religie een narcotisch middel noemt om de menschen suf en in slaap te maken, die de religie belachelijk maken en toonen in het diepste van hun ziel de religie te verachten. Die groep is de gevaarlijkste van d© vijanden van den dienst Gods.

En tot die groep behoort ook Dtr Sigmund Freud.

In zijn boekje „Di© Zukunft ©in©r Illusion"^ noemt hij den godsdienst „©en illusie" en „een dwangneurose", ©©n „narcoticum", „©en bitterzoet v©rgift", e©n „kl©ed dat tot lo'mpen versleten is", „een systeem van wenschillusie'S met verleuge'ning van de werkelijkheid, zooals we het geïsoleerd vinden bij een krankzinnige en bij een patiënt met gelukzalige hallucinaties".

Daarom verwacht Freud van de godsdienstig© opvoeding dan ook niets dan kwaads. Op de school! moet aan de kinderen reeds jong geleerd worden: ten eerste, dat er in den idiepsten grond ge©n verschil is tusschen mensch 'en dier, omdat er tusschen beide een wezensgelijikheid bestaat; enten tweede, dat ©n ho© g©slacht©lijke functies het leven beheers chen.

Hiermede heeft de godsdienst en de godsdienstige opvoeding afgedaan en treedt als een nieuwe machtig© facto'r de sexueel© voorlichting het loven binnen.

Freud zegt dan ook', dat hiji in het algemeen niet den indruk gekregen heeft, dat sexueele onthouding ©nergische, zelfstandige „mannen van de daad" of origineele denkers en refonnatoren heeft gevormd. Veel vaker zag hij dat 'er „brave zwakkelingen" doo'r opgroeien.

Deze laatdunkende houding van Freud, maakt hem tot een zeer ©mstigen vij'and van de religie. Waar nu deze opvatting met het eigenlijke Freudiaansche systeem in onmiddellijk logisch verband staat en er een wezenlijk onderdeel van vormt, is daarmede tegeUjfcertijd gezegd, dat het systeem als systeem door ons onvoorwaardelij'k moet worden afgewezen.

Een derde zeer ernstig bezwaar tegen het Freudiaansche systeem is dit, 'dat het een zeker zedehjk fatahsme predikt. Immers, uitdrukkelijk zegt Freud, dat alle menschrai, - die edeler zijn willen dan hun constitutie het hen toestaat, zenuwpatiënt worden. Zijl zouden zich beter bevonden hebben als hel hen mogelijk gebleven ware, slechter te zijn.

Het is eigenlijk tragisch te zien hoe in O'Uzen tijd zich duizenden laten „help©n" door e©n systeem, dat in wezen niet anders dan de moiede^ loosheid prediken kan. Immers de groote kwaal van het menschelij'k geslacht is de' sterk© geslachtsdrift, is d© p©rv©rs© neiging. En wanneer iemand met zulke perverse neigingen zijn best doet om 'dis nejgmgen te ondordi-ukken, dan is dat voor hem zelf nadeelig ©n dan maakt hij' zich, door dez© poging tot onderdrukking van zijn verkeerde neigingen, voor de maatschappij onbruikbaar.

Ik geloof dan ook dat dokter Van Dieren gelij'fc had met datgene, wat hij' schreef in dit verband. Wijl citeeren van hem het volgende:

„De verschijnselen, die hier ten gevolge van de onderdrukking optreden, vormen tezamen de ziektebeelden, die wij als neurO'Sen, meer in het bijzonder als psycho-neurosen beschrijven. De lijders(essen) aan neurose zijn di© menschen, die het met hun wederstrevende organisatie, onder den invloed van de eischen der beschaving tot ©en slechts schij'nbar© ©n st©©ds m©er tot mislukking gedoemde onderdrukking hunner driften brengen, en die zich daarom als medehelpers aan de werken der beischaving, slechts met de grootste insp'anning ondel innerlij'ke verarming(!) kunnen staand© houden of zich van tijd tot tijd daaraan moeten onttrekken omdat zij ziek zijn gewo'rden. (Sammlung blz. 184.)

„Ook de homosexueelen, voorzoover zij behept zij'U met een zwakkere perverse geslachtsdrift

en die zidh dus gemakkelijk genoeg zouden kunnen bedwingen, zelfs hun wordt dit tóch nog door Freud ontraden! Want — zoo redeneert hij — als die onderdrukking hun gelukt, dan blijft dit — ideëel beschouwd — toch maar de eenige prestatie, die hun gelukt, aangezien voor deze onderdrukking van hun sexueele driften, krachten verbruikt worden, die zij anders aan den beschavingsarbeid zouden loinnen wijden. Zij zijn als 't ware in zich zelf geremd en naar buiten verlamd. (Sammluiig blz. 184).

„Om de perverselingen nog verder in „de verkeerde richting" te drijven en nog agressiever en brutaler te maken, dan zij in de laatste decenniën reeds geworden zijn, voegde Freud er ten overvloede de volgende angstaanjagende beweringen aan toe: „Wij' hebben gevonden, dat tal van personen, die zich inspannen niet pervers te zijn, terwijl zij het naar hun constitutie zijn moesten, in de nervositeit worden gedrongen(!) Allen, die edek'r willen zijn dan hun gestel het hmi veroorlooft(!) worden zenuwziek; zij zouden zich beter bevonden hebben als het hun mogelijk gebleven ware, slechter te zijn". („Samrölmig" blz. 185.)

Bij een dergelijken stand van zaken, behoeft het wel geen betoog, dat het leven van den mensch een ontzaglijk tragisch proces is.

Indien er althans ook nog zooiets als een zedelijke ideaalstelling bestaat.

Immers het najagen van die ideaalstelling beteekent, indien het ideaal ook maar iets boven het niveau van onze vleeschelij'ke wenschen uitgaat, een ten prooi vallen aan een zenuwstoornis en aan maatschappelijke ongeschiktheid.

Of men heeft géén zedelijk ideaal.

Maar dat is even erg, of misschien nog erger.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

De waarbeid in een gevaarlijk systeem.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 oktober 1932

De Reformatie | 8 Pagina's