GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Gods baast.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods baast.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

brengen. dan zal Hij het op het einde voort-Hab. 2 : 3.

In het midden van d© vragen en vraagstukken, waarmee Habakuk te worstelen heeft, ontvangt hij een antwoord van zijn God. Van den God, di© zwijgt en niet opstaat om den goddelooze te straffen en de Zijnen te redden uit d©n druk.

Habakuk ontvangt antwoord: de dag der vergelding komt! Dan zal de goddelooze vergaan en de rechtvaardige leven door zijn geloof, en de heerlij'kheid des Heeren binnengaan. Zoo zal het slot f van Gods wegen zijn.

Dat is or nog niet. Het duurt nog ©en door God bepaalden tijd. Maar het komt. „Dan zal Hij het op het eind© voortbrengen". Dat is: het gezicht, : de door God gegeven openbaring van dat komende slot, en de verwerkelij'king daarvan, dat haast zich naar het einde.

„Het hij'gt naar bet einde", i)

Naar het wereldeinde. Naar de voleinding der eeuwen, waarin onze Heere Jezus Christus komt om wraak te doen over al wat zich tegen Hem heeft gekeerd; en om tot d© Zijnen t© zeggen: beërft nu het Koninkrij'kl

Dat wereldeinde geeft antwoord op het vragen van Gods volk, dat nu verbaasd vraagt, waarom God toch zwij'gen en alles, wat gebeurt, gedoogen kan.

Het wardt het feest van de rechtvaardiging en van de verheerlijking Gods. Van het neerdalende nieuwe Jerazalem. Van het hed van het Lam, als het rauw geschreeuwde lied van den mensch eeuwig zal zijn verstomd.

Dat is het einde. Kèt ©inde. Het door de Bruid van Christus hijgend begeerde einde, waarom ze bidt: Kom Heere Jezus, ja kom haastiglijk.

En hier, ook hier, staat het antwoord op het gebed, en op het verbaasde vragen van de Kerk, waarom God zoo lang kan zwij'gen en gedoogen het ruwe schreeuwen van den mensch: het hijgt naar het einde. Dat is Gods haast.

Het is „vervuld van een innerlij'ken drang, om het tijdstip der vervulling te bereiken".

De Heere haast zich met Zijn doen en Zijn openbaring heen naar het einde om Zijn slotwoord te spreken.

• Maar waarom duurt bet dan zoo lang? En waarom zien we dan nog niet, dat Hij komt? En waarom blijven dan alle dingen van de dagen der vaderen af gelijk? Hooren we niet in onze dagen zoo luid verkondigen, dat het Koninkrijk Gods heeft afgedaan ? Wat blijft or nu van de beloften van onzen God ?

- - : Ms" om de wachtende Kerk voor dien tijd van wachten een antwoord te geven, zegt de Heere het hier: „het hijgt naar het einde".

Het duurt lang, eer die dag komt, maai-toch haast God zich. Haastend en hijgend als om er zoo spoedig mogelij'k te komen strekt Gods Woord en Gods Raad en Gods doen zich naar het einde uit.

Zóó, als de sneltrein zich haast langs de eindelooze baan. Met duizelende vaart jaagt hij voorbij aan die hier en daar aan een overweg te kijken staan.

Maar daar ginds op het eindstation staan ze te wachten. En wat duurt wachten lang! Van oogenblik tot oogenblik zien ze ongeduldig op de stationsklok, en kijken, of het sein nog niet op veilig staat. Alles blijft gelijk!

Tot eindelijk met een ruk de seinarm omhoog gaat — en nog even, dan dondert de trein binnen. Na lang wachten en haastende vaart!

Ja, alles blijft gelijk. We hooren het woord van den mensch, en van ver het lied van den Antichrist. En spotters zeggen, dat de Kerk en dat Gods zaak ten doo'de opgeschreven is.

Maar langs de baan der tijden haast zich jagend Gods Raad naar het eind. Het komt naderbij', lezer, met eiken klop van uw pols. Het is reeds nader dan in uw jeugd. Wacht dan maar en toef. PrO' beer maar te kij'ken op Gods klok. Maar het cijfer daarvan spelt er niet ©en!

Rek uw hals maar, en zie naar het wereldsein.

Er zijn menschen, die zich verbeelden, dat Gods sein reeds met geheven arm op veilig staat.

. Ik geloof het niet. Er moet langs die baan nog éérst een ander komen! Is hij reeds op weg?

Wacht maar en bid, in de lange wachtenstijden van het monotone en grauwe Advent!

Want door de vlakke velden rijdt uw God, die zich met Zijn Raad naar het einde haast!

Reeds gaat er door de vreemde tijden een wonder gerucht, van storm en van komende heerlijkheid.

Bruid en zie! des Heeron, wacht Hem dan, en bid,


^) Ridderbos, Kleine Profeten. II.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1932

De Reformatie | 8 Pagina's

Gods baast.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 december 1932

De Reformatie | 8 Pagina's