GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voorwaarts!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voorwaarts!

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Raak mij niet aan. Joh. 20:17.

Daar is Maria Magdaleaa, de bekend©, en zij wil Jezus vasthouden. Want dat vasthoud e n, daar komt het op aan, als wij ia d© Statenvertaling het woord „aanraken" zien gebezigd. Het is geen vluchtig© beroering, evenmin een onderzoekend beroeren, doch het gretige vasthouden, dat hier door Jezus verboden wordt.

Maria had gedacht, dat het d© hovenier was. En wij kennen allen „De Genestets" vers: 't Was tóch de hovenier, daar in Jozefs gaarde.

En wij denken daarbij aan den hovenier, die zijn eindeloos geduld bewijst, door over één plant zich neer te buigen, ©n haar geknakteo stengel op te Hchten. Wij willen zoo graag het beeld van den hovenier zien, die de ééne plant verzorgt, en heel den hof om die ééne schijnt te vergeten. Zoo naar den trant vail Jan Lüyken:

Heht Gij de gansche creatuur Gelijk vergeten dezer uur, Om U a 116 e n tot mij te keeren ?

H©t is mij nu, o mijn Beminde, als was ©r nergens iets t© vinden, als was er niets, als Gij en ik — —

Maar wie op Pasch& n zulk ©en hovenier zoekt, God zij geloofd, die zoekt vergeefs. Deze hovenier isoleert zich niet met één plantje in den hof van de andere plantingen in Gods hof. Houd mij niet vast, trek mij niet in uw intimiteit, alsof ik er alleen voor u was, alsof gij nog als eertijds aan één plaats mij in één uur kondt isoleeren van de gemeenschap ia een privatissimum. Ik ben bezig op te varen; ik breid mij uit tot de kerk daarboven, om vandaar de kerk beneden te regeeren, en allen tot mij te trekken. Houd mij niet vast, om daarin het verleden te doen herleven, en u daar weer in t© leven; ik jaag immers naar de toekomst? Houd mij niet vast, maar ga haastig heen, en zeg Tiet woord aan mijn broeders. Haal dadelijk het h©ele gezin erbij. Want ik ben voor heel het gezin, voor heel den hof. 't Was juist de hovenier de hovenier van heel den hof.

In dat verlossende paaschbevel tot de genietende Maria Magdalena helpt ons de Christus. Hij helpt ons allen. Hij trekt niemand voor; Hij gelooft ia de gemeenschap der heiligen, en bepaalt haar termen en haar vergaderingstempo, en - wijze. Hij repristineert niet, doch haast zich naar Zijn

werk-plaats, die daar boven ligt. En al heeft Hij uren, en dagen, en weken „te over", naar wij zeggen zouden (immers, hoe veel dagen heeft Hij eenzaam moeten doorbrengen, in die veertig dagen vóór de hemelvaart, die veertig dagen met die slechts weinige ontmoetingen? ), hij laat toeh geen oogenblik daarvan speciaal voor Maria „reserveeren", omdat Hij getrouw is in het onderwijzen. Hij vraagt niet hoeveel tijd Hij „beschikbaar" is, doch hoeveel elk „van noode heeft", van nood©, om op zijn plaats te komen, en Christus' plaats te verstaan.

Hij heeft de gansche creatuur Gelijk bedacht te dezer uur, Om zich tot allen saam te keeren. Het is mij nu, o mijn Beminde, Als of Gij steeds maar meer wilt vinden. Er is veel meer, daa Gij ea ik.

Op Paschen zien wij Christus „den verste" zoeken.

En dat is Zijn „naastenliefde".

Naastenliefde — de liefde tot den allerverste; maar dan volstrekt anders dan Nietzsche het wilde. De „verste", dien hij zoekt, is de Ueber-mensch, en die is de verloochening van den naaste, de krisis over hem, de hoog© spot over den naaste-vanvandaag. '

Maar Christus, die den verste zoekt, dadelijk bij de eerste ontmoeting op Paschen, Hij ziet dien „verste" niet als Ueber-mensch, doch als gegevene des Vaders, dien Hij tot de war© menschelijkheid moet herscheppen door Zijnen Geest en door Zijn Woord. En die liefde tot den „verste" is geen verlangen om den naaste-van-nabij te „overwinnen", gelijk men een „overwonnen standpunt", dat men te boven is g©kom©n, acht©r zich laat, en onder zich laat.

O neen. Want als Hij Maria beveelt, om haast te maken

in het opzoeken van Zijn broeders, dan verzorgt Hij dat ééne plantje naar zijn ©igen behoefte, geeft aan dat één© t©©r© plantje juist dat water, dat het behoeft en juist zooveel als het behoeft, en bouwt ook zóó den heelen hof in elk bizonier bloempje.

Ik geloof de gemeenschap der heiligen. En ik zie den Paaschkoning als den Hovenier van al de planten.

„En een iegelijk." Elk in zijn orde.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

Voorwaarts!

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1934

De Reformatie | 8 Pagina's