GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Heere onder de lantaarndragers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Heere onder de lantaarndragers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En van (aan) dezen heeft ook Henoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijne vele duiziende heiligen. Judas vs. 14.

Het „praktisch epicurisme" en' het „praktisch deïsme", waarvan wij verleden week gesproken hebben, zijn in de wereld al heel oud. Reeds in de dagen van hel eerste wereldtijdperk moest de profetie er mee vechten. Het is met name de brief van Judas, gelijk ook de tweede brief van Ptetrus, die ons daarop wijst. Want in de eerste dagen die aan den zondvloed zijn voorafgegaan, was het ook reeds zoo. Er was een zingenot, dat alle perken te buiten ging. En er was een verachting van alle gezag, dat zijn wortelen vond in de praktische loochening van de effectiviteit, en concreetheid, van Gods handhaving der wet in ons menschenleven. Judas in zijn brief keert zich tegen zijn tijdgenooten, die, de één op deze, de ander op een andere manier, zich afteckenen als epicuristen en deïsten in de praktijk.

En nu treft hel ons, dat hij tegenover deze dubbele vervalsching van de levenshouding niet zelf optreedt als prediker van een nieuwe ethiek, een nieuwe levensleer, maar dat hij in zijn binding van het leven teruggrijpt naar de donkere aanvangen van de wereld van vóór den zondvloed. Tóén reeds, zegt hij, heeft de Heere tot dezelfde menschen, die nu in Judas' dagen zich overgeven aan zedeloosheid, en die het gezag verwerpen, een profetie gedaan. Hij deed dat door Henoch, den profeet.

Deze Henoch wordt geteekend als de „zevende van Adam": zoo vroeg waren reeds de conflicten tusschen profetie en levensbederf afgeteekend. En deze Henoch krijgt temeer beteekenis, omdat hij de „zevende van Adam" is in de heilige lijn van het menschelijk geslacht. Er is óók een andere zevende van Adam, en die staat op de onheilige lijn van het menschelijk geslacht, het z.g. slangenzaad: Lamech. Bij hem vindt in die eerste periode de zatte tevredenheid, het praktisch epicurisme zijn brutaalste uiting. Zijn leven maakt zichzelf tot wet, hij brengt de bigamie in de wereld en maakt van zijn gezin een cultuurgemeenschap, welke niet vraagt naar wet en norm van God, doch die zichzelf lot wet is.

Zóó komt de ééne „zevende van Adam" tegenover den anderen te staan. Waar Lamech brutaal zich gelden laat in zijn brooddronkenheid, en tegenover het oordeel Gods, dat Kaïn bond en termineerde, (Je-uitspraak stelde, dat hij van God. als. wethandhaver niets wou weten, maar zijn eigen v/et wel sclirijft, en dan ook handhaven zou daar komt Henoch tegenover Lamech met de Lamechielen, en heel hel slangenzaad van dezen eersten tijd in verzet.

Gij meent, zoo vraagt hij, dat de autonomie, hel vrij heidsbeginsel van den mensch, die zichzelf tot wet stelt, u van de boeien van het leven zal ontslaan? Gij vergist u. Want er Icomt oordeel, wraak, gericht. De boeien worden dan aangelegd voor eeuwig. Gij meent, dat Jahwe geen goed en kwaad meer doel? Dat hij niet als handhaver van zijn eigen Godsgezag Kaïn en u zelf bepalen zal? Dat loon en straf uitblijven zullen? Gij meent, dat God hoogstens in de defensieve houding blijft en dat gij uw offensief kunt openen, ongehinderd, tegen Hem en tegen de dragers van de wet? Maar dan vergist ge u. Want de Heere komt. Hij komt in actie. Al zwijgt Hij lang, tot in de zevende generatie toe. Hij heeft het offensief toch in den zin, gelijk Hij het in de wel reeds heeft gedreigd. En het offensief voert Hij ook uit. Hij komt met een lantaarn de stad van Kaïn doorzoeken, om alle verstolen boosdoeners aan het licht te brengen, en zijn gezag over hen te bewijzen. En Hij komt te midden van Zijn myriaden heiligen, zijn heilige tienduizendtallen van engelen. Die zijn de dragers van Zijn wraaklautaarns. Die zullen handhaven zijn gericht, en fel het licht der wet doen breken door de rookgordijnen, die Lamech over de wereld legt.

Dat is een boodschap uil den tijd, die aan het oordeel over de eerste wereld, aan den zondvloed is voorafgegaan. Zij keert terug in het midden van den lijd, als Judas en de brief van Petrus weer van Henochs profetie de echo hooren laat. En wederom zal zij de slem van Henoch klinken laten lol in het eind der dagen, wanneer de antichrist op weg zich maakt.

Het ontroerende daarbij is dit, dat Judas niet zegt dal Henoch heeft geprofeteerd met betrekking tol „dezen", d.w.z. met belrekking tot Judas' tijdgenooten. En dat hij ook niet zegt, dat Henoch profeteerde tot menschen, die leken op Judas' tijagenoolen. Doch dal volgens Judas Henoch aan hpn heeft geprofeteerd. Hij sprak om zoo te zeggen hen zelf rechtstreeks reeds aan. Dit is een koene uitdi-ukking, die alleen zin hebben kan in het groot geheel van die bijbelsche gedachte, volgens welke hel vrouwenzaad een eenheid is. maar ook hel slangenzaad.

Zoo mogen ook wij dan Henoch niet zien als een figuur die een z e'k e r e n t ij d heeft toebehoord Wanl meer dan de profeet is de profetie. Gelijk het evangelie zijn geschiedenis heeft, zoo ook de oordeels-profetie. Er is een geschiedenis van blijde boodschap. Er is ook een geschiedenis van de kwade boodschap. En deze alle zijn een hooge eenheid, al de dagen, omdat God één is. Dat God de offensieve is, dat is de waarheid, die lederen dag voor het geloofsoog in de wolken staat te lezen. Wij bewijzen haar waarheid niet, gelijk wij niets kunnen bewijzen van hel geloof Maar wij gelooven ze, omdat hel oordeel de keerzijde is van het evangelie. En slechts wie deze slem van Henocti_Jieefl verstaan, heeft het geheim begrepen van zijn leven, , dat ^^met God gewandeld" heeft. Met God wandelen, dal opent het oog voor het in offensief zijn van de gedachten èn van de daden Gods.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1934

De Reformatie | 8 Pagina's

De Heere onder de lantaarndragers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1934

De Reformatie | 8 Pagina's