GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

zoodat wij vrijmoedig durven zeggen: De Heere is mij een Helper; ik zal niet vreezen wat mij een mensch zal doen. Hebr. 13:6.

Belijden op grond der belofte.

De vastheid van het vertrouwen van Gods kinderen rust op het spreken Gods.

De Kerk belijdt, omdat de Heere belooft.

Zij kan pas spreken, nadat Hij gesproken heeft.

Het staat maken op het woord des Heeren is de hoogste arbeid des geloofs.

Daarin wordt Hij het meest verheerlijkt.

Eerst: De Heere heeft gezegd: Ik zal u niet begeven en Ik zal u niet verlaten.

Daarna de uitwerking: zoodat wij vrijmoedig durven zeggen: De Heere is mij een Helper; ik zal niet vreezen wat mij een mensch zal doen.

De Gemeente, die de belofte gelooft en aanvaardt, laat haar God niet alleen spreken. Zij komt zelf ook aan het woord. En haar spreken is een echo op het spreken Gods, een weerklank. Juist omdat haar God sprak, durft zij te spreken. Durft zij vr ij moedig te spreken.

Eerst voelde zij zich zoo ongetroost, zoo hopeloos gestemd. Nu staat zij vast en is onoverwinnelijk. Welgelukzalig is hij die den God Jacobs tot zijn hulp heeft, wiens verwachting is van den Heere zijn God. Hij heeft een almachtig en gelrouw Helper en Beschermer. Alle schepselen zijn in Gods hand. Voor Hem moet Satan wijken, en alle macht der zonde en der wereld. Geen tegenstand of legenspoea kan het werk des Geestes bij de sprekende, belijdende Kerk vernietigen. De Heere zal volkomen uitkomst geven.

Dat heeft Mozes ervaren, toen hij ontsUep aan het vaderhart Gods, Jozua, toen hij het volk invoeren mocht in het land der belofte, Salomo, toen hij het huis des Heeren voltooid zag. Dat hebben ook de Hebreen ondervonden. Daarom durven ze met \Tijmoedigheid zeggen: wij zullen met zulk een Helper niet vreezen, wat een mensch ons ook moge doen.

IVIenschen kunnen menschen veel leed doen, hen fel bekampen.

Denk eens aan Paulus. IVIenschen hebben hem het leven zoo moeilijk gemaakt, vanwege zijn belijden van Chrislus. Ze hebben hem gesmaad, tegengestaan, overgeleverd, gevangen gezet, geslagen, naar Rome gezonden, en ten slotte gedood. Schijnbaar waren ze machtig, zoodat ze hem overwonnen. IVIaar de werkelijkheid was anders. Wat zal een nietig mensch mij doen? Heeft Christus niet gezegd: niemand zal mijn schapen uit mijn hand rukken. Zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid. Daarom kunnen de zijnen zeggen: De Heere is mij een Helper. Ieder persoonlijk zich toeëigenend door geloof wat de Belofte universeel toezegt. Gaat dat zoo gemakkelijk? Neen, het is een heele durf. Maar toch niet de moed van de wanhoop. Geen roekeloosheid! Vrijmoedigheid! Het kan bijna niet. En toch mag het. De eenigc grond is het ZOODAT, het rusten in de belofte van den sprekenden God. Zoodat wij vrijmoedig durven zeggen.

Denk aan Psalm 56: In den Heere zal ik het woord prijzen, ik vertrouw op God, ik zal niet vreezen, wat zal mij een mensch doen?

Dat alleen kan vastheid aan ons geestelijk leven geven en moed tot eiken eerlijken geestelijken strijd.

Laten we dan nimmer zekerheid zoeken buiten het Woord des Heeren. Het vrijmoedig durven zeggen gaat niet vooraf; het volgt op het spreken Gods.

Gij hebt üe dure roeping, discipelen en discipelinnen van den Heiland, om het aan de wereld te toonen, waar uw vast vertrouwen op gegrond is. Uw God heeft' gesproken; gij moet belijden. Ook in dezen tijd, waarin de vijanden Sion zoozeer gram zijn.

Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten.

Op dat trouw getuigenis wilt gij u immers verlaten.

Al gevoelt ge niet altijd even sterk de hand die u leidt, al is het soms duister rondom u, al klaagt ge mismoedig: wij zien onze teekenen niet, al zijn de vijanden vele en machtige, al schijnt alles u toe te roepen: uw strijd is tevei'geefsch; verwacht gij het maar van uw God!

Als ge alles verliest, dan zult ge te vaster bouwen op Zijn gewisse beloften en vrijmoedig kunnen zeggen: de Heere is mij een Helper; ik zal niet vreezen wat mij een mensch zal doen.

Wat kan een mensch tegenover zulk een Helper?

Onder Zijn hoede zijn we veilig.

Voor eeuwig.

Dus ook in dezen benauwenden tijd.

Want elke tijd luidt de eeuwigheid Gods in.

Dringt naar Christus' toekomst heen.

En dient Hem.

Vreest niet, gelooft alleen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 mei 1935

De Reformatie | 8 Pagina's