GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mcele wegen, waarianys therapeutische resultaten verkregen zjjn.

II.

Na deze kritiek op eeuige middelen der nietot'ticiëele geneeskunde, zal het wel geen verwondering wekken, dat de officiëele niet geneigd is, dergelijke middelen en methoden in haar geneesmiddelenschat op te nemen; het zou niet alleen verwondering, veeleer verontwaardiging moeten wekken, indien zij het wèl deed! Immers het onderzoek bracht niets nieuws aan het licht; veeleer moet in de meeste gevallen geconstateerd worden, dat aan de zieke menschen volmaakt waardelooze dingen in de handen gestopt worden, dikwijls tegen veel geld bij een volslagen gemis van het gevoel van ook maar de geringste verantwoordelijkheid! leder weet, hoe hij een melkboer beoordeelen moet, die aan een t.b.c.-palient welbewust sterk-verdunde melk verkoopt....

Hoewel dus vaak ontmoedigd door het nader onderzoek, zoo mogen we toch niet nalaten, acht te blijven slaan op geneesmiddelen en methoden der inofficiëele geneeskunde, temeer wanneer hiermee schijnbaar succes verworven wordt. Want we moeten ons niet voorstellen, dat onze geheele hedendaagsche geneesmiddelenschat (onder welk kostelijk koren óók wel eenig kaf schuilt!) gevormd is, alleen langs den weg van zuiver wetenschappelijk onderzoek. Integendeel! Diverse van onze hedendaagsche officiëele geneesmiddelen zijn afkomstig van kwakzalvers. Een aardig voorbeeld hiervan is een van onze belangrijkste geneesmiddelen, de digitalis, het vingerhoedskruid. De digitalis is in de geneeskunde ingevoerd door een Engelschen dokter, William Withering. Hij had deze plant ontdekt in de kruiden, die een vrouw in het graafschap Shropsliire verkocht aan menschen, die leden aan waterzucht. Bij diverse gevallen bleek deze vrouw met haar kruiden succes te hebben. Toen Withering de kruiden bemachtigd had, herkende hij, als uitstekend plantkundige, al spoedig het vingerhoedskruid als een constant bestanddeel. Hij begon toen zijn eigen hartpatiënten, die waterzuchtig waren, te behandelen met alleen het vingerhoedskruid, waarmee hij direct groot succes had; zeven jaar lang ging hij zoo door en bestudeerde aan het ziekbed nauwkeurig de werking van de folia digitalis. Op aandrang van zijn vrienden heeft hij tenslotte zijn ervaringen teboek gesteld, dat verscheen in 1786; het was, zooals Pel het zegt: „een klein boekje, nauwelijks 100 pagina's groot, waarin bijna alles staat aangeteekend, wat men ook thans nog van digitalis weet". We zien hier dus, hoe Withering niet blind voorbij wilde gaan aan de successen, die deze vrouw met haar kruiden boekte^ maar hoe hij het middel overnam en, wat nu weer typisch is voor de officiëele geneeskunde, het middel goed ging bestudeeren; niet alle kruiden uit het mengsel gebruikte, maar alleen dat bestanddeel overnam, waar het op aankwam; uitzocht bij welke vormen van waterzucht het wel hielp en bij welke vormen niet; nauwkeurig bepaalde, hoe het werkte, wat zijn ai of niet schadelijke bijwerkingen waren en bij welke doseering die niet, en bij welke die wèl optraden.

Evenmin door logische redeneering van geneeskundigen is ontdekt het Priessnitz-waterverband. Het is overgenomen uit de „natuurgeneeskunde", toentertijd nog belichaamd in een boer, genaamd Priessnitz; alleen omdat er werkelijke successen mee geboekt werden. Het werd niet geweerd, o m- d a t het maar van een boer afkomstig was.

Zelfs zijn ook wel middelen overgenomen, uit hetgeen heelemaal geen geneeskunde was; ik denk hier b.v. aan het tegenwoordig, vooral door den arbeid van den, een paar jaar geleden overleden Leidschen chirurg, Prof. Zaayer, meer en meer bekend geworden narcoticum, het lachgas. Dit gas was reeds ontdekt in 1800 door Priestly, in een tijd toen men allerlei nieuwe gassen zocht te bereiden, die door inademing ziekten, als b.v. bronchitis zouden moeten genezen. Het lachgas had echter weinig opgeleverd en was dan ook spoedig van het medische tooneel verdwenen. Bij die korte inademingen had men echter wel bemerkt, dat de proefpersoon dikwijls zeer prettige gevoelens krijgt; (sommigen zeggen, dat het deed denken aan het gevoel, dat men krijgt na het drinken van een glas champagne!!); en ook dat ze wat wartaal gaan uiten of gaan schreeuwen en met armen en beenen slaan. Wij weten nu, dat deze symptomen meestal voorafgaan aan den eigenlijken slaap, die het lachgas teweegbrengt (vooral wanneer, zooals toen, tevoren geen morphine werd toegediend). Dit z, g.n. excitatiestadium was echter oorzaak, dat hel lachgas toentertijd goed bruikbaar was voor kermissen. We leven n.l. in het begin van de 19de eeuw; de tijd, waarin het publiek b.v. nog smakelijk kon genieten van de vertooningen van krankzinnigen, die in ijzeren kooien ten tooneele gebracht werden. Iemand uit het publiek, die zich daarvoor beschikbaar wilde stellen, kreeg dan wat van het lachgas in te ademen, de boven beschreven werking openbaarde zich al spoedig en het publiek genoot kostelijk van hel „vroolijkmakend gas", van deze „frolics", zooals men het in Engeland noemde. Anderen gebruikten hel ook thuis als een soort verdooving der dagelijksche beslommeringen; de één gebruikte hiervoor lachgas; de ander koos b.v. den toen ook reeds in gebruik zijnden aether en genoot in „aether-frolics". Soms ging het er, vooral op die kermis frolics wel eens wat ruw van langs en het gebeurde wel, dal die „proefkonijnen" in hun excitatie zich soms vrij ernstig bezeerden. Dit laatste vormt den overgang naar de nieuwe laak van het lachgas, naar dien van het narcoticum. Het viel n.l. aan een scherpzinnig medisch toeschouwer op, hoe weinig de slachtoffers pijn bemerkten van de opgeloopen verwondingen; en het duurde dan ook niet lang of Hor ace Wells probeerde het lachgas eens om aan patiënten de pijn van het landenlrekken te benemen, inderdaad met volledig succes! Het is een methode geworden, die nu in Engeland bij tandextraclies nog veelvuldig in gebruik is.

Zelfs ervaringen van wilde volken zijn aan de geneeskunde ten goede gekomen. Een ander gevoelloos makend middel, de cocaïne, danken we aan de Indianen van de Andes. Deze waren n.l. gewoon, verschijnselen van vermoeidheid te bestrijden door te kauwen op cocabladeren. Koller, een Weensch arts, vond nu, dat een bepaalde stof, die hij uit die bladeren kon isoleeren, de cocaïne, het gevoel opheft, wanneer die stof eenigen tijd op de slijmvliezen kan inwerken.

Ook een zeer toevalUg, onverwacht ziekte-verloop kan soms tot nieuwe wegen in de therapie eiden; op de kliniek van Sauerbruch te Berlijn had Hermannsdorfer onder behandeling een oude vrouw, die reeds meer dan 20 jaar lijdende was aan een „open been", dat ojp geen enkele wijze genezen wilde; vermoedelijk hadden er dus reeds heel wat „zeergeleerde" hersenen over gepeinsd. u ontwikkelde zich tenslotte bij deze vrouw een kanker van den slokdarm; een aandoening dus, zonder eenig oogenschijnlijk verband met die beenweer. Het gevolg van zoo'n slokdarmkanker is, dat de slokdarm meer en meer vernauwd wordt, tot er tenslotte nagenoeg geen voedsel meer passeeren kan en indien er op chirurgische wijze geen ulp verschaft wordt, moet zoo'n patiënt den ongerdood sterven. Deze vrouw was nu hel stadium genaderd, waarin slechts heel weinig voedsel meer passeerde; ze was vrij sterk uitgehongerd; en ziel, wat met ^een enkele therapie gelukt was, gebeurde: de beenzweer begon dicht te groeien! Hermannsdorfer, aan wien dit natuurlijk niet onopgemerkt voorbijging, zocht naar de oorzaak en dacht aan den invloed van het hongeren; hel was .l. reeds lang bekend, dat hongeren een sterke nvloed heeft op de samenstelling van het bloed, n het bizonder dat de reactie naar den „zuren" kant verschoven wordt; in vakterm uitgedi-ukl: er treedt een acidose op. In deze hongeracidose nu, vermoedde Hermannsdorfer de oorzaak van de enezing. Nu is een acidose ook te krijgen door het voorschrijven van een bepaald, sterk eenzijdig diëel. In samenwerking met zijn chef Sauerbruch n een zekeren Dr Gerson, die reeds eerder^ uit andere overwegingen, studies maakte op diëtetisch ebied, werd een acidose-verwekkend diëel opesteld, dat bekend geworden is onder den naam van het diëel van Gerson-Sauerbruch-Hermannsorter, om eens toe te passen bij ziekten, waarbij hronische zwerende wonden aanwezig zijn. En e aanvankelijke resultaten waren zeer hoopgevend, in het bizonder bij lupus; al moet er ook direct bijgevoegd worden, dat het streng houden van het diëel wel zeer veel doorzetüngsverraogen van den patiënt eischt.

Maar ook het zuiver wetenschappelijk onderzoek, waarbij men van een bepaald uitgangspunt naar een bepaald doel werkt, kan plotseling, door toevallige vondsten, een heel andere richting uitestuurd worden. In 1925 was Tïinhornj die verbonden was aan een der groote Duitsche chemische fabrieken, bezig met het zoeken naar een eneesmiddel tegen kinkhoest; daar de kinderen bij kinkhoest nog al eens braken en dus soms ok de geneesmiddelen weer uitbraken, zocht hij aar een middel^ dat hij langs reclalen weg, 'door en endeldarm dus, zou kunnen toedienen. Om epaalde redenen zocht hij die slof onder de lcoholen, waarvan hij telkens een waterstofatoom erving door een atoom broonij zoo had hij, na eel mislukkingen, eindelijk samengesteld de triroom-aethyl-alcohol, nu bekend als avertine; maar toen hij dit bij zijn proefdieren in het rectum inbracht, bleek het een sterk narcotische werking uit te oefenen. Het resultaat was, dat Einhorn de therapie der kinkhoest voorloopig liet voor wat die was, en dat hij er zich toe ging zetten een nieuwe rectale narcose uit te werken; die nu, nadat vele ervaringen geleerd hadden diverse fouten in de bereiding van de narcotische oplossing en in de doseering op te sporen, met veel succes over haast de geheele beschaafde wereld wordt toegepast, hoofdzakelijk in samenwerking met andere narcose-methoden.

Langs zuiver welenschappelijken weg zijn eigenlijk maar weinig belangrijke therapeutische resultaten bereikt; en ook hierbij berust nog een zeer belangrijk deel op empirie. Een onderzoek, wat hier wel het dichtst bijkomt, is de sjnthese van hel salvarsan door den beroemden Paul Ehrlich. De oorspronkelijke gedachtengang van Ehrlich was: zoek een stof, die een bizondere affiniteit heeft tol, zich dus bizonder graag bindt aan een ziekelijke cel, als een kankercel, of een microorganisme; bind aan deze stof een andere, die zeer giftig is voor die cel of dat micro-organisme; de eerste stof, die dus tevens zoo weinig mogelijk affiniteit mag hebben voor de normale lichaamscellen, zal dan dienen als geleider, om het gif, het medicament dus, , alleen te brengen naar de zieke plek en daar zijn heilzame werking uit te oefenen. Het bleek natuurlijk al spoedig, dat de verhoudingen zóó eenvoudig niet zijn. Meestal werd zoowel de ziekelijke aandoening of hel ziekteverwekkende micro-organisme, als ook de normale lichaamscel getroffen. Toch waren er wel stoffen, die hoopgevend waren, zoo b.v. het atoxyl, een arsenicumverbinding, die reeds belangrijk minder giftig voor hel lichaam was dan het arsenik alleen en toch een vrij sterk doodende werldng uitoefende op de spirochaet van de syphilis. Toch was het atoxyl nog te giftig en Ehrlich heeft nu, door een gigantisch, streng-wetenscTiappelijk onderzoek, uitgezocht, hoe hij door verschuiving van atomen of atoorngroepen, de giftigheid voor het lichaam van den patient verminderen en die voor de verwekker van de syphilis verhoogen kon; zóó is Ehrlich gekomen tot den opbouw van het chloorhydraat van hel dioxydiamidoarsenobenzol, het bekende salversan.

Ik wil het nu voor dit artikel hierbij lalenj ik hoop eenigszins aangetoond te hebben, dat de officiëele medische wetenschap niet zóó doctrinair, uil de hoogte redeneert, als men soms wel denkt, maar dat het er haar voor alles om te doen is, practische resultaten te bereiken voor den zieken mensch; en dat zij zich daarbij niet schuwt, eventueel min officiëele methoden over te nemen, verder uil te bouwen en bekend te maken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

VAKWETENSCHAP EN PRAKTIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's