GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nationaal-soclallstlscli gescbledenlsonderwijs.

De nationaal-socialislische springvloed heeft reeds tal van staketsels, die hem den weg versperden, omver gesleurd. Maar het groote werk is nog niet voltooid. Overal waar getracht wordt een rest van zelfstandigheid te bewaren tegenover het alvermogen van den absoluten staat, liggen kernen waaromheen het verzet zich kan concentreeren. Ook deze laatste resten moeten verdwijnen. Het naüonaal-socialisme immters is niet maar een jpoliüek of economisch stelsel, doch een levensleer. Wanneer alleen in 't aanhangen van deze leer Duilschland redding kan vinden, mogen principiëele afwijkingen niet getolereerd worden. Ondanks alle tijdelijke compromissen (zie den kerkstrijd!) moet op den duur, desnoods door geweld, aller denken en do-en in één richting worden gestuwd.

Huivering bekruipt u, wanneer ge ziet met welk een stelselmatigheid men daarbij te werk gaat. Alle machtsmiddelen van den staat worden dienstbaar gemaakt aan de propaganda. En daarbij staan de bemoeiingen met het opgroeiend geslacht vooraan. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. De jeugdorganisaties verhezen hun bestaansrecht, tenzij ze instituten worden tot opleiding van nationaal-socialisten. En vooral op de scholen moet den toekomsügen staatsburgers de nieuwe ideologie worden ingeprenL

Vandaar dat in het begin van 1934 rijks-minister Dr Frlck een circulaire toegezonden heeft aan allen, die op een oï andere wijze betrokken zijn bij het onderwijs in de geschiedenis. Dit stuk geeft de richtsnoeren aan, die zij te volgen hebben. Met name bevat het „eenige gezichtspunten" (ik citeer de uitnemende vertahng die de N. R. Ct. van deze circulaire publiceerde), j, waarop tot nu toe niet voldoende of in het geheel niet werd gelet en die in de toekomst sterker op den voorgrond moeten treden."

In 't bijzonder gelden deze voorschriften de schrijvers van geschiedenisboeken ten dienste van het onderwijs. Het is duidelijk, dat zij daardoor practisch een dwingend karakter krijgen. "Welk uitgever zal het risico aandurven van een leerboek, dat bij de machthebbers niet in den smaak valt? En welke onderwijzer of leeraar zal zijn po.sitie m gevaar willen brengen door aanleiding te geven

tot klachten van nationaal-socialistische ouders? Wanneer men afziet van meer gedetailleerde voorschriften omtrent de indeeling der geschiedenis en de uitlegging van bepaalde gebeurtenissen, bevat de circulaire in hoofdzaak drie grondgedachten, waarop het geschiedenisonderwijs in het nieuwe Duitschland behoort te rusten.

In de eerste plaats „moet men van den voortijd af door duizenden jaren der ontwikkeling tot heden de beteekenis van het ras behoorlijk doen Uitkomen, omdat het de grond'is, waaruit de wortels van 'den eigen aard van het individu, zoowel als die van de volken hun voedsel trekken". Ge­ heel in de lijn dus van Hitlers wensch, reeds uitgesproken in „Mein Kjampf', dat er eindelijk eens van staatswege een geschiedenis worde geschreven, waarin het rassenvraagstuk het beheerschende gezichtspunt zal zijn.

Niet minder ^belangrijk is' het voorschrift, dat de nationale of volksche gedachte op den voorgrond moet worden gebracht, „in tegenstelling tot de internationale, welke als een sluipend vergift gedurende meer dan honderd jaar de Duitsche ziel dreigde te verslinden".

En in de derde jjlaats: j, Het geschiedenis-onderwijs moet in alle klassen doortrokken zijn van de helden-gedachte van Germaanschen stempel en worden verbonden met de leiders-gedachte van onzen tijd, welke steunt op de oudste voorbeelden van onze geschiedenis. Beiden tezamen wekken door haar ümerlijke kracht, die de harten ontvlamt, het enthousiasme, zonder hetwelk voor de meerderheid der leerlingen het onderwijs in de geschiedenis licht een opeenhooping wordt van vervelende wetenschappelijke stof".

Ras, naüe en leider, of om de Duitsche slagwoorden te gebruiken: Blut, Boden en Führer: ziedaar de hoogste maatstaven, waaraan de jeugd moet leeren de waarde der historische gebeurtenissen af te meten. En dit alles met onmiddellijke toepassing op het heden, want het geschiedenisonderwijs heeft den voorgeschreven plicht, „politiek oordeel en wilsontwikkeling" van den leerling te verstevigen.

Ik moet de verleiding weerstaan om méér te citeeren uit dit leerrijke officiëele stuk. Het medegedeelde is echter voldoende, om de vérstrekkende beteekenis van deze voorschriften in 'toog te doen springen. En de gevaarlijkheid ervan! Want in den grond der zaak (ik kom daar in een volgend artikel op terug) bedoelen zij een volkomen ontkerstening van het geschiedenis-onderwijs. Op dit oogenblik groeit in geheel Duitschland een geslacht op, dat van het werk Gods in de geschiedenis of geen, öf een volslagen wandenkbeeld krijgt.

Kan het trouwens anders? Voor ons. Christenen in Nederland, behoeft niet te worden betoogd, dat de strijd om de school geen andere is dan de strijd om de kerk. Groen van Prinsterer heeft er steeds weer op gewezen, dat het „neutrale" onderwijs niet alleen van de bijbelsche, maar ook van de vaderlandsche geschiedenis slechts een caricatuur kan geven, wijl het, „in de historie van het Vaderland, de grootste van Gods zegeningen, de prediking van het Evangelie der zaligheid, opzettelijk miskent." (Verspr. Geschr. I, 235).

Geldt dit van „neutraal" onderwijs, dat bovendien op allerlei wijze gecoirigeerd kan worden en voor niemand verplicht iSj wat moeten dan de resultaten zijn van een onderwijs, dat welbewust in de richting stuurt van paganiseering? Daarom verdienen de nationaal-socialistische bemoeiingen met de school niet minder onze aandacht dan die met de kerk.

Oók om de volgende reden. Er zijn nog altijd menschen, die meenen, dat het nationaal-sociaüsme in onze pers te zwart wordt voorgesteld. Inderdaad kan niet ontkend worden, dat het de Duitsche toestanden in vele opzichten verbeterd heeft. Maar men stare zich niet bUnd op de afzonderlijke feiten. Aan de maatregelen, die ons sympathiek zijn, ligt dezelfde geest ten grondslag als aan de voorschriften voor Tiet geschiedenisonderwijs. Deze laatsten zijn uitvloeisel van een geschiedenisbeschouwing, die onlosmakelijk aan een levens- en wereldbeschouwing vast zit.

Dat zal blijken, wanneer wij van deze nationaalsocialistische gescliiedenisbeschouwing in haar beginselen en haar resultaten ons nader trachten rekenschap be geven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1935

De Reformatie | 8 Pagina's