GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de stiaten van Askalou.

Hooggeachte Redactie,

Nu U aan het ingezonden stuk van de Asser predikanten D's B. A. Bos en Ds D. Scheele een plaats hebt willen inruimen, vergunne U mij een enkele opmerking in het midden te brengen:

We zullen het er over eens zijn dat het zijn nut heeft als over onze kerken in de niet-christelijke pers juists berichten en mededeelingen verschijnen. Maar de vraag mag gesteld, welk belang er mede gediend is als alle verschillen en controversen die in eiken levenskring, dus ook in de onze gevonden worden, breed worden uitgemeten in allerlei organen buiten onzen kring. I k w i 1 dat met nadruk wraken, wijl nóch de objectiviteit, die men voor het publiceeren er van aanvoert noch de zaak zelve er door gediend wordt.

De directie van „De Banier", het dagblad van D's Kersten, heeft dezer dagen aan een onder ons in de Geref. kerkelijke wereld niet geheel onbekend journalist een brief gericht van verwijt, dat hij de in dat orgaan verschenen artikelen over het „heidendom" in de Geref. Kerken niet tot een bericht heeft verwerkt en in de pers gedii tribueerd. Die journalist heeft geantwoord, dat zijn consciëntie hem zulks verbood en hij niet bereid was als mede-christenen voor „heidenen" werden uitgescholden dat verder te brengen. Het antwoord luidde, dat er dan toch wel een objectiever instelling was die dat wèl deed, n.l. het z.g. Ned. Chr. Persbureau. De betrokken journalist antwoordde, dat de directeur van dat bureau dat met eigen consciëntie moest uitmaken, maar dat deze journalist bleef weigeren. Als men in onze kringen zich ergert en terecht, aan het boodschappen van onze onderPnge verschillen op de straten van Askalon, dan wil ik daarop antwoorden: Gij hebt gelijk, maar een van uw eigen menschen doet dat eiken dag. D'e bulletins van het z.g. Ned. Chr. Persbureau, een particuliere instelling van een niet meer ia actieven dienst zijnden predikant onzer kerken, bevatten schier eiken dag allerlei mededeelingen van onverkwikkelijke schermutselingen onder Geref. theologen en er zijn dagbladen in ons land die er kolommen van opnemen. Ik heb de bewijzen in ruime mate voor het overleggen.

D'aartegen wil ik een protest laten hooren en ik zou gaarne zien, dat allen die zich over deze schandaaljournalistiek terecht verontwaardigd betoonen en die op welke plaats dan ook, eenigen invloed oefenen, mede daartegen hun stem verhieven. Tevergeefs zal men in eenig orgaan waaraan Geref. menschen medewerken of waarvan zij de leiding hebben, zooveel critiek en tendentieuse berichtgeving van en over andere Kerken Tinden als tegenwoordig — dank zij het afkeurenswaardig intermediair van bovengenoemd bureau — verschijnt in niet-Geref. organen. Dat is onze eere. En niemand onzer moet onder welke schoonschijnende redeneering ook Tan voorlichting etc. zich laten verleiden tot het publiceeren van zaken die voor Jan Publiek kostelijke aanleiding zijn om eens heerlijk te gnuiven over die kibbelende theologen in de Geref. Kerken. Zulks kan niet behooren tot de voorlichtende taak van welke instelling of publieist ook.

U dankzeggend voor de verleende plaatsruimte.

Uw abonné,

W. G. F. SGHEPS,

's-Gravenhage, 27 Febr. 1937.

Journalist.

Naschrift. „De Banier" is nóg brutaler, dan it vermoedde. Intusschen raken we met al zulke „interkerkelijkheid" al verder van huis. Ook met het „interkerkelijke" persbureau, als dit doorgaat met het aan den verkeerden kant plaatsen van zijn sympathieën, niet zonder duidelijke openbaarmaking van die sympathieën. Het gebruik van het woord „christelijk" wordt tegen woordig zonder eenig „zelfonderzoek" verkregen. Men verstaat eronder: in overeenstemming met de massa dergenen, die christenen heeten. D's Kersten noemt zich christen; ergo, als hij klinkklaren onzin laat drukken, geven we het verder, indien het zoo uitkomt. En zoo worden de christenen ook in hun ouden mensch geprolongeerd, en Christus wijkt al verder uit het gezicht,

Bovenstaande was reeds geschreven, toen dr y. d. Vaart Smit mij een Eifschrift van een brief zond, door hem geschreven aan den heer Algra. Waar deze brief voor publicatie bestemd werd, ben ik niet onbescheiden als ik dit ontstellende deel er uit citeer:

In de derde plaats, aangaande „v e r k n i p p i n - g e n" in 't stuk (op welke prof. dr K. Schilder doelde) deel ik U beleefd mede, dat deze in dit geval geschied zijn op verzoek van de inzendende groep zelve.

Het blijkt dus, dat „De Banier" eerst zelf onzin schrijft; en dat dan later het persbureau waarvan dr v. d. V. S. directeur is, op verzoek verder doorgeeft wat dit orgaan als „editio castigata" gepubliceerd wil zien. Eet mag daardoor nog feller in zijn onzin zijn (wat dr T. d, V. S. bizonder goed wist), toch wordt het doorgegeTen. En met een onderscbriftje voorzien, dat aan de onwaarheden nog te meer relief geeft. Als we daarvoor een

persbureau moeten hebben, dan mis ik het liever.

K. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

STEMMEN UIT ONZE KERKEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1937

De Reformatie | 8 Pagina's