GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De strüd em de Zuiderzee.

K. Norel: Het getij verloopt. Deel III van de „Nobel-reeks". — G. F. Callenbach, Nijkerk.

Dat een groot en grootsch werk, als de drooglegging van de Zuiderzee, stof geeft voor verschillende romans, spreekt haast vanzielf.

De communist Jef Last schreef enkele jaren geleden , , Zuiderzee", een moderne reportage-roman, waarin de levensopvatting van den sohrij ver schuil gaat achter schijnbaar zuiver zakelijke beschouwingen en verslagen. Het leven van de arbeiders aan de Zuiderzeewerken beschreef o.a. Floor de Ruiter in „Keetjongen".

Maar een roman waarin getracht werd oorzaak en gevolg, het voor- en het tegen tegelijk üe behandelen, bestond er nog niet. Het is ook geen kleinigheid, om dit zoo te doen, dat het tragische en het verhevene beide tot hun recht komen. Want naast het bewondering afdwingende werk der ingenieurs, die het buitenland verbaasd deden staan over den ondernemingsdifff van de bewoners van een klein land, staat de tragische ondergang van een nijvere, dappere visschersbevolking, die door deze grootsche onderneming zich het brood ziet ontnomen worden.

De jonge schrijver Norel heeft het aangedurfd, een boek te schrijven, waa'rin dit veelzijdige vraagstuk wordt omgewerkt tot een roman. De levende mensch wordt hier gesteld tegenover en naast een machtig stuk techniek.

De plaats van dte handeling is Enkhuizen, eens een aanzienlijke koopstad, nu vergaan tot een droomend stadje aan de stille zee. Airme visschers bewonen de vervallen huizen der vroegere groote kooplieden. Het is de plaats, waarvan de sfeer zoo uitnemend knap beschreven werd in de eerste, goede boeken van Alie Smeding, als „Menschen uit een stil stadje" en „Sterke Webben".

Alleen, bij Norel is die sfeer nooit zwoel, en veel minder drukkend. Het geloof, hoewel soms ziekelijk mystiek, is er doorgaans opgewekter. De menschen toekent hij actiever, waardoor hun strijd tegen het technisch meesterstuk, den dijk, heroïsc'h en hun ondergang tragisch wordt, tenzij: zij tijdig de bakens hebben verzet, toen het getij verliep'.

De compositie is heel goed, doordat de sctoijver het gezin van visscher Jeltes tot middelpunt maakt, waa'rin alle opinies ten opzichte van den dijk op ongedwongen wijze tot uiting komen. De vader, een stoer visscher, met Mefde voor zijn beroepi, is in zijn hart zeer tegen het plan, maar kan het ten slotte billijken, als er recht gedaan wordt aan de visschers. Eén schoonzoon is teekenaar bij de werken, verdient er niet alleen een goed stuk brood, maar geniet tevens de arbeidsvreugde bij het totstandkomen van het werk, ondanks de enorme moeilijkheden. Een andere schoonzoon, mystiek vroom man, heeft tal van bezwaren, die hij niet kan argumenteeren. De derde, getrouwd met een meisje, dat zicïi heeft vergooid, nadat de weelde haar het hoofd op hol had gebracht, spot domweg met den dijk, maar wordt ten slotte door armoede gedreven, gedwongen er aan mee te werken

Dit gezin, een der veLe van de vissichersbeivolking, kent de zee, die soms een karige verdienslte geeft, met levensgevaar verkregen; soms zulk een overvloed verleent, dat de weelde de menschen brooddronken maakt. Met die meerdere of mindere welvaart daalt of stijgt de angst voor den dijk, die de visehvangst 'bedreigt, maar landaanwinst belooft.

De schrijver verstaat het visschersvolk, kent zijn menschen, maar ook zijn vak. Prachtig beschrijft hij in kernaahüge, korte zinnen den strijd van Jeltes tegen de stormachtige zee, die zijn botter wil vernielen. Diep doorvoeld is het leven van de vrouwen, die weten, dat de visch vaak duur gekocht wordt. Geen tendenz ontneemt aan do teekening van het visschersleven de werkelijkheid, hoewel steeds de dijk op den achtergrond te zien is. De frissche zeewind waait u tegen uit die bladzijden.

De kerels morren vaak, als ze meenen dat hun onrecht geschiedt, schelden op hun ooncu'rrenten, maar de boeiende beschrijving van de redding der schipbreukelingen toont weer hoe hun ware inborst is.

Dat verklaart ook, dat ze vatbaar schijnen voor de 'redeneeringen van politieke agitators, maar dat ze trouw blijven aan hun beginsel, als het er op aankomt.

En toch is het pohtieke gedeelte het minst geslaagdl Namen van ministers en bekende kamer­

ledteii geven een schijnbaar objectief karakbe'r aan het weergeven hunner woiordten. In werkeJijklheid kiest d!e auteur te veel partij, als hij de bedoeling der socialistische sprekers slechts valiscih kan vinden, terwijl hun politieke tegenstanders meestal van nobele gevoelens vervuld zijn. Niet de personen uit het boek, maar de sclirijver zelf geeft hier zijn opvatting weer, waardoor de roman soms plaats maakt voor een politiek strijdsolirift.

Heel goed daarentegen is de innerlijke strijd van visscher Jeltes beschreven. Hij zoekt zijn recht, zooals hij dat billijk acht, en als het niet gebeurt naar zijn wensch, raakt hij verbitterd tegen God on mensöhen. Na een langen weg van voor- en tegenspoed ziet hij zijn zonde in, dat hij slechts op eigen kracht en inzicht bouwde, waardoor bij over het hoofd zag, dat zijn recht vooral op eigenbaat berustte. Als hij tenslotte ziet, dat achter alles Eén staat, die machtiger Is, dan de knapste ingenieurs, en dat een goedertieren God steeds zorgt voor zijn volk, vindt hij rust voor zijn hart en berusting in zijn lot.

Het boek is met talent besöhrevenk Schitterend weet de schrijver zijn effecten te berekenen, door forsch uitgewörkte tegenstellingen boeit hij de aandacht en verwekt hij een sterke spanning. "Het drama, waarvan de Zuiderzee de hoofdpersoon is. bereikt zijn 'hoogtepunt in de onziimiige daad van den dronken Freerk, die zijn leven verliest bij een krankzinnige poging het werk te saboteeretn, waaraan liij om den broode moet mede-arbeiden. Wanneer het laatste gat in den dijk wordt dicht gemaakt, vindt men het lijk van den visscher, die de bakens niet kon verzetten, toeni het getij verliep.

Ondanks het vele leed, dat hier beschreven wordt, waardoor de lezer een diepen indruk krijgt van de schaduwzijde van het gjrootsöhe werk, is het een blij eindend drama. De dijk wint, ondanks allen tegenstand. De dijk, die ©en ©inde dreigt te maken aan de vischvangst, blijkt nu vruchtbaar land te beschermen, dat voor den armen visscher van vroeger rijke beloften in zich. draagt.

De sympathie van den schrijver gaat uit naar den dijk — het is zijn goed recht. En todh gaf Mj een boek, dat grootendeels handelt over de zee en de vischvangst. Wij liebben niet veel boeken die dit doen. Daarom al is dit werk een aanwinst. Maar niet alleen hierom. Er wordt ©en strijd in geteekend van den levenden mensch tegen de machtige techniek, die door beiden gp volkomen bevredigende wijze wordt gewonnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 1937

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 september 1937

De Reformatie | 8 Pagina's