GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LITERATUUR EN KUNST

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Joh. Fabricius: Kasteel in Karinthië. — 's-Gravenhage, H. P. Leopold's Uitg. Mij. N.V.

Een sombere familieroman.

De mfilodde der verten heeft steeds groote bekoring gehad voor den toerist Fabricius. In zijn reeks vroeger verschenen romans werden vele, ver van elkaar gelegen gebieden met aantrekkelijke vertelkunst en goed observatievermogen beschreven. Daardoor werd hij meer verteller, dan eigenlijk romancier.

Dicht bij huis bleef hij in „Flipje", waarin de kinderziel naar modem recept werd geanalyseerd'. En juist dat kinderleven en de verhouding tusschen ouden en kinderen wist hijl uitnemend te schetsen.

De combinatie van beide gegevens: landschap en kind, zouden heel goed kunnen leiden tot het schrijven van een groots opgezette familieroman tn een landelijk milieu.

Dit schijnt Fabricius gepoogd te hebben met zijn jongste werk: Kasteel in Karinthië, dat met andere familieromans den lij'vigen omvang gemeen heeft.

De toerist heeft kennelijk genoten van het mooie landschap in een afgelegen hoek van het oude Oostenrijk. Het golvende, boschrijke gebied, met zijn sombere, groote kasteelen heeft hem bekooird en de lust gewekt, zijn fantasie daar den vrijen teugel te geven. Praclitig weet hij' de natuur te beschrijven, vooral het winterlandscihap, als bosschen en heuvels met een dikke sneeuwlaag bedekt zijn en het eeuwenoude, vervallen kasteel zijn somberheid verliest onder het nieuwe, smetteloos witte kleed. Humoristisch teekent hij' de gemoedelijke dorpssfeer, als burgemeester en fanfareoorps, moe van het wachten op het be^ sneeuwde stationspleintje, de kou gezamenlijk trachten te verdrijven in de rookerige herberg, om ten slotte nog diep in den nacht met verhitte hoofden een bruidspaar het welkomstlied toe te spelen. Het gelukt hem inderdaad zeer goed een passend milieu te scheppen voor zijn familieroman. Het beschrijvend gedeelte verraadt telkens weer het talent van den gevoeligen natuurliefhebber. Een goede sfeer weet de schrijVer ook te treffen in de uitbeelding van den nieuwen landheer en zijn ondergeschikten. Het vervallen kasteel, van zijn ouden luister beroofd, wordt geërfd door een eenzelvigen, kinderloozen weduwnaar, oud-majoor uit het Oostenrijksdhe leger, typisidi vertegenwoordiger van'den ouderwetschen militairen stand. De eenzame officier wordt een eenzame landheer, die zijn gemis aan liefde op erbarmelijke wijae zoekt te vergeten in een zondigen hartstocht. Evenals het kasteel, schijnt het adtelUjk geslachU van de bezitters roemloos te zullen ondergaan.

Maar dan komt de wending. Eien late, ware liefde voor een zwakke vrouw zet alles in nieuw licht. Met verachting; van eigen levensgevaar schenkt zij den ouderen man vier Idnderen, waardoor het voortbestaan van het gesladlit verzekerd schijnt. Groote diepte en schei-p© lijnen krijgt de teekening van het gelukkige gezin, vooral die van den trotschen vader, uitrijdend met zijn krachtig, gezin. Ongeremd laat zidi de schrijVer nu gaan, om het leven der kinderen met al hun avonturen en belevenissen weer te geven. Een langgerekte vertelling, dikwijls niet erg interessant. Even wordt deze onderbroken door den dood van een der kinderen — het begin der tragedie van het boek. Dan komt weer.even het leven der moeder naar voren, die vervanging zoekt voor het verlies van de kleine, die het meest naar haar aardde. Maar de nieuwe Stephan brengt haar slechts teleurstelling, en treurend over het verlorene, verkwijht de moeder in eenzaamheid. Haar rol is idtgespeeld, höe"wel de sclarijver haar leven nog lang rekt, als donkere schaduw van den in zij'n andere kinderen rijken vader.

Na de korte spanning verslapt het verhaal dan weer tot een eenvoudig verslag. Daar het zoo niet kan blijven doorgaan, wordt nu de basis verbi-eedl Het kasteel ligt in Karinthië en dit is een deel van Oostenrijk. Het wel en wee van het land zullen dus ook de provincie en tevens de bewoners daarvan aangaan.

Het verhaal gaat nu aandacht vragen voor het lot van het keizerlijk huis, waaraan het lot van het land zoo nauw verbonden is. Nadat terloops eenige tragische doodsgevallen, die den keizer troffen in zijn gezin, vermeld zijn, volgt wat uitvoeriger de dood van den troonopvolger, waardoor de wereldoorlog zal uitbreken. Maar hier toont de verteller zijn zwakheid als romancier. Het lukt hem niet de dreigende politieke spanning in vollen omvang en ingrijpende beteekenis te verwerken. De oorlog schijnt slechts ontstaan, om aan het ge^ lukkige gezin een einde te maken. Wel komt er weer diepte in het verhaal, door het conflict van vaderlandsliefde en ouderliefde Mj' den vader, die uitwendig trotsch zijn verafgoden zoon voor zijn land wil ten offer brengen, maar innerlijk van

angst verteerd wordt, om het gevaar waarin zijn kind va-keert.

Snel nadert het einde van de idylle op het 'kasteel. De man verliest zijn vrouw en zijn geliefdste kind, de eene dochter moet haar verlooide afstaan, de andere ontvlucht het land en haar famUie om voor zich zelf het geluk te zoeken. Ten slotte blijven over een door verdriet versufte grijsaard, een treurende dochter, die nog wat geluk tracht te vinden in het huwelijk met een omhoog^ geraakten knecht, een speculeerende, cynische, verlaten vrouw, een wegens oplichting gevluchte jongen en een te huur aangeboden kasteel.

Een somber relaas van ondergang van een machtig rijk en een gelukliig gezin, door een waanzinnigen oorlog. Een lang verhaal met hoogten en vele vlakke plaatsen, ©en geschiedenis die boeit door afzonderlijke episodes, maar die als geheel onbevredigd laat. Het gelukt den schrijver niet in dezen familieroman het onverbrekelijik contact aan te brengen tusschen gezin en geschiedenis van den lijd, de belangrijkste jaren van de dubbele monarchie. De meeste der vele bijfiguren worden niet uitgewerkt, omdat de auteur niet uitgepraat raakt over het doen en laten der kinderen, wier zorgelooze jeugd straks door een redeloos noodlot zal vernietigd worden.

Het is dit noodlotsgeloof, dat dezen roman zoo zwaar pessimistisch maakt, en voor ons niet aanvaardbaar. Geloof in een hoogere leiding van mensch en wereldgebeuren, bezitten slechts de pastoor en een ziekelijke vrouw. Liefde voor Gods zaak wordt zelfs als dwaasheid beschouwd, omdat zij den mensch het rijke, genotvolle leven op aarde ontneemt. Liefde is slechts hartstocht voor het leven van den sterken mensch, die zijn geluk grijpt, waar hij het kan vinden, en die slechts wijkt voor het noodlot, maar dan ook reddeloos ondergaat. De levensbeschouwing van dit boek is vervreemd van het christendom en het talent van den verteller kan de bezwaren tegen den roman niet opheffen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

LITERATUUR EN KUNST

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juni 1939

De Reformatie | 8 Pagina's