GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

DE VERANTWOORDELIJKEN WORDEN HET PAD OPGESTUURD.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VERANTWOORDELIJKEN WORDEN HET PAD OPGESTUURD.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Die onrecht doet, dat hij nog onrecht doe; en die vuil is, dat hij nog vuil worde; en die rechtvaardig is, dat hij nog gerechtvaardigd worde; en die heilig is, dat hij nog geheiligd worde. Openb. 22 : 11.

Bijna is de verhoogde Christus uitgesproken; en bijna is zijn knecht Johannes klaar met schrijven. Bijna is de Geest van God, die een bijbel heeft geïnspireerd, gereed gekomen met dit enorme werk-stuk van vele eeuwen en uit zeer verwijderde cultuurgebieden. Bijna zullen zij gedrieën zeggen: ite, missa est; dat is: gaat nu maar heen, de laatate perikoop der Groote Preek is afgeloopen.

Gaat nu maar heen — het oecumenisch pad op. Want ik heb — aldus de Christus van Patmos —. ik heb u in deze Openbaring van Johannes duidelijk getoond, dat de oecumene, d.w.z. de heele „cultuurwereld" een tooneel van strijd zal worden, uitvalspoort van de kerkvervolgers tegen mijn kerk, en invalspoort van mijn laatste plagen, die ook u niet onbewogen zullen laten. Gaat nu dat oecumenisch pad maar op, en tracht in den komenden oecumenisohen war-winkel het abc der oecumenische liefdes-acte te verrichten, d.w.z. het lichaam des Heeren te onderscheiden. Zoo immers alleen viert men mijn heilig avondmaal, totdat Ik kom?

Welnu — daar gaan die lezers van de Openbaring van Johannes, daar gaan de hoorders van het slot der Groote Eéne Preek. Maar vóór ze heengaan, krijgen ze nog een boodschap mee. Het zou later — ten onrechte — als een „toepassing" op de preek worden „aangevoeld". Wie onrecht doet — die ga zijn gang ook verder maar. Wie vuil is, blijve maar zoo verder loopen op het wereldpad. Wie daarentegen rechtvaardig is, dat wil dézen, keer zeggen: géén onrecht doet, maar het recht van God bestelt, die moet op dat pad nu voortaan blijven loopen. En wie heilig is, dat wil ditmaal zeggen: wie niet vuil, maar rein is, die houde zich rein.

Met deze boodschap kunnen de lezers, de hoorders gaan. Er komt niet veel meer om te hooren; zoo aanstonds klinkt het: amen.

Wordt hier — die vraag blijft over — wordt hier nu gesproken óver onbepaalde menschen? Of wordt hier soms gesproken tot bepaalde menschen? Is dit een woord van hemelsche berusting: er is toch niets meer te veranderen aan den Grooten Raad, het Eeuwig Besluit, — laat nu verder op den breeden wereldakker maar komen wat komen móet? Of — is hier een scherpe herderhjke verantwoordelijk-stelling van de zeer bepaalde hoorders van de Preek?

Het antwoord moet luiden: n i e t het eerste, maar het tweede.

Christus, toegekomen aan het einde van de Groote Verkondiging, en de homilie van Patmos besluitende, „praat" niet „óver" menschen in abstracto, doch „spreekt" zeer duidelijk „tót" zijn menschen in concreto. Hij richt het woord tot hen, die de woorden van dit boek zullen hooren lezen. Eüj richt zich tot de geadresseerden van dit laatste bijbelboek; en het •zijn immers de zeven gemeenten van Klein Azië, voor wie in de eerste plaats dit boek bestemd is? En het zijn 'in vervolg immers dekerkmenschen, die de Christus tot zich vergaderen zal door het medium (óók) van die zeven brieven aan de zeven gemeenten? Het zijn immers de lieden, die „ooren hebben om te hooren"?

Daarom is dit verschrikkelijke woord wel iets anders dan een gedicteerde schets voor een daverende speech voor een Toogdag-met-luidsprekers over het thema van „De Toespitsing van de Antithese". Het gaat niet „over" den afwezigen Nero, doch het gaat „tegen" den aanwezigen hypocriet, die in de kerkbank zit. Het is geen grootsch project voor een Referaat over de tegenstelling: „Kerk en Wereld", dooh een tweesnijdend zwaard, dat in het kerk vleesch wordt gedreven; dit hier moet er uit, dat daar mag bleven zitten. De „Kerk" krijgt hier geen Machtspreuk mee, om na te prevelen op den Gerichtsdag-van-het-Vereende-Religieuze-(3ezag teneinde anathemata te slingeren tegen de spelbrekers, die niet meedoen; maar de Bisschop der zielen zelf, Jezus Christus, komt hier zijn „kerk" invaren om gerioht te houden onder allen die w e 1 meedoen, doch die het Spel niet breken dooi' den laatsten Ernst.

Die onrecht doet — een verbondskind.

Die vuil is — een verbondskind.

Die rechtvaardig is — een verbondskind.

Die heilig is — een verbondskind.

Die onrecht doet — niet de afwezige Antichrist dezen keer, doch een broeder der gemeente.

Die vuil is — niet de afv/ezige Hoer op zeven bergen dezen keer, doch een bruid der gemeente.

Die rechtvaardig is — geen Deputaat der Vereenigde Kerken allicht naar de Oprechte Heilige Oecumenische Synode, maar een zondaar, die zioh pas bekeerd heeft en nog bedremmeld achter in de kerk blijft staan.

Die heilig is — geen Voorzitter allicht van Boodschap nummer zooveel van de Vereende Kerken tot een of anderen Oecumenischen Raad, de man, die auteur zou kunnen zijn van zijn spannende autobiografie, die het thema behandelt van het zichzelf snijden om de Basileia, om het koninkrijk der hemelen, doch de biografie nooit schrijven zal.

Daarom is dit woord terecht verschrikkeUjk genaamd. Het is een schot i n den boeg van alle kerk, die zich diets maakt, dat het verbond in het nieuwe Testament „geen wraak kent" (!).

Geen wraak kennen?

Maar dat appèl op aller individueele verantwoordehjkiheid op de laatste bijbelbladzij dan? Het is zooveel als: ik heb het u nu alles duidelijk gezegd, mijn kerk, en nu moet ieder uwer maar zelf weten wat hij met die woorden doet!

i Berg de speech over de Toegespitste Antithese tussohen de twee apocalyptische Grootheden maar op, meneer de redenaar. En lees het formulier van den Ban eerst na, gij Schorsende Synodes, die uw gestolen autoriteit zoo voelt. En gij, mijn ziel, hoor gij nu bovenal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 februari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's

DE VERANTWOORDELIJKEN WORDEN HET PAD OPGESTUURD.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 februari 1947

De Reformatie | 8 Pagina's