GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Wat es erger: Een „S.D.ER” van buiten de kerk, of een individualist van binnen de kerk?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat es erger: Een „S.D.ER” van buiten de kerk, of een individualist van binnen de kerk?

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de wet is geschreven: k zal door lieden van andere talen en door andere lippen tot dit volk spreken. 1 Cor. 14 : 21a.

Paulus’ eerste brief aan de kerk van Corinthe is, met name in het veertiende hoofdstuk, een dreigement met het oordeel Gods. Met welk oordeel?

Met het oordeel der kerke! spraakijke verwarring.

Die is erger dan de Babylonische ring.

Bij de Babylonische spraakverwarring ging het zóó toe.

De menschen wilden zich een naam maken; aldus het boek Genesis. Zich. Voor zich. Toen antwoordde God met een oordeel: op zekeren dag verstond de een den ander niet meer. De taal van den één werd een gesloten boek voor den ander. De sterkste bindmiddelen immers zijn die van de spraak, de taal; ; toen dit bindmiddel niet meer functioneeren kon, was er meteen de ontbinding. De lippen van den één werden voor den ander tot „vreemde lippen"; de taal van den één*»was voor den ander geworden tot een „vreemde taal". De één werd den ander e.en „barbaar", d.w.z. zoo iets als een buitenlander. De ramp der vervreemding zette zich in, toen de menschen oecumenisch bezig waren. Ze wilden in oecumenisch verband , , ZICH een naam maken". ZICH, d.w.z. den MBNSCH. Den mensch der Ü.N.O., der vereenigde volken. En toen de één den ander niet meer bereiken kon door de taal, toen de één den ander een „vreemde", een barbaar werd, toen was die U.N.O. uit elkaar geslagen. En de bouw van haar Groote Conferentie-HaU ging niet door. Dat was de toren van Babel. Babel beteekent „poort-van-God"; en „god" was ditmaal de god der zichzelf als goddelijk praesenteer^^e oecumenische Mensch. En toen zei God: Ik maak daar Mijn „Babel" van; en daar' zinspeelt de Bijbel op de beteekenis „verwarring"; die ook in den naam Babel gelegen kan zijn. De HEERE belacht den raad der vol, ken, en breekt de gedachten der heidenen, die 2aCH een naam maken.

Dit negatieve oordeel heeft God toen laten omslaan in een positieven zegen. Hij riep toen uit Abraham en zijn zaad de kerk. Die bond Hij een tijd lang in één natie. Met één taal. En die natie was een volk van typische letterknechten; hoe secuur hébben ze die taal en haar handschriften bewaard! Ze wisten lang niet allen, dat ze waren gepraedestineerd tot het conserveeren van den bijbe1.

Zoo kwam er de kerk. — De kerk nu is het huis, waarin God Jahwe ZICH een naam maakt. Tot Mozes zegt Hij, dat de plaats van den eeredienst, in eerster instantie dus: het altaar, de stee is, waar Hij ZIJN NAAM gedachtenis sticht. ZIJN Naam.

Op den Pinksterdag nu haalt God die kerk uit de banden van die ééne natie, met haar ééne taal uit. Hij laat voortaan de kerk uit ADLE taal en uit ALLE natie en uit ALLE tong vergaderen. Maar dan ook UIT alle taal, en UIT alle natie en UIT alle tong. Hij doet dat door de kracht der prediking van het Woord.

Hier krijgt „Woord" den vollen nadruk. Maar „prediking" óók.

Er moet in die kerk GEPREEKT worden. Want ddor het GEHOOR van het gepredikte Woord werkt Hij het geloof, en versterkt Hij het ook, Wie aan de prediking tornt, en de prediking in de volkstaal geen voertuig acht van het wérkelijke Woord, die zaagt de stutten onder het oecumenische GODSgebouw weg; en dan komt er vast en zeker een oecumenische BABELS-toren voor in de plsiats. Eén van beide: er komt een U.N.O. van vereende volken, die in naam van het natuur-recht ZICH weer een naam gaan maken, en daarmee den Antichrist den weg bereiden voor' zijn verschijning, b.v. door een U.N.E.S.C.O., een opvoedings-instituut voor alle sjouwerlui en opperlieden van den Babelstoren, di^ opnieuw wordt opgetrokken, OF: er komt een Ü.C.O., een organisatie van vereende KERKEN, gebaseerd i)iet op natuur-recht, doclr op geschreven Woordrecht, getrouw aan de prediking, die harerzijds vertrouwd wordt als van God gegeven bindmiddel voor die menschen Gods, die HEM.Zijn naam gimnen, en dus ZIJN Naam, geopenbaard en gespeld in dien van Jezus Christus, den Christus-der-Schriften, gedachtenis willen gaan stichten. Niet bg steenen altaren, maar in de „altaren-der-harten", waar de dankoffers bereid worden voor de aan-gebrachte verlossing.

Geen wonder dan ook, dat na Pinksterfeest de Satan doet wat hij kan, om nu die kerk te infiltreeren zóó, dat dat machtige bind-middel, hetwelk God aan Zijn menschen gaf, n.l. het GEHOOR van het gepredikte Woord, zijn krediet kwijt raakt, en niet meer vertrouwd wordt in zijn kracht. Als Satan dat GE­ HOOR belemmeren kan, dan ligt de kerk voor hem bloot als een terrein, waarop Babels spraakverwarring kan worden „gewroken" door een da capo in den vorm eener CHRISTELIJKE, en dan nog wel KER­ KELIJKE spraakverwarring. Neem, hetzij op de manier der mystiek van de middeleeuwen, hetzij naar den trant der Wederdoopers lUit de dagen van Calvijn, hetzij op de wijze van Barth, Brunner, Van der Leeuw, Van Ruler en tutti quanti, aan de kerk het geloof in de goddelijke werkzaamheid, en kracht (efficacia) van het GEHOOR van het GEPREDIKTE wérkelijk goddelijke Woord af, en Satan heeft zijn zin. Zet zulke profeten in de aula van de Theologische Hoogeschool van de dusgenaamde Gereformeerde Kerken in Nederland te Kampen, Oudestraat 6, en hij heeft zijn weg al aardig zien bereiden. Ja, word nu maar boos. Maar vraag dan ook nooit meer om „ontdekkende" of „concrete" prediking. Of anders: weerleg. -

Paulus, lang geleden, heeft er van gehoord, hoezeer de kerk van Corinthe alzóó aan Satan ten prooi gevallen was. Dte menschen, die pas door de prediking van Paulus vereenigd waren tot kerk, hadden in Corinthe de LIEFDE voor het GEHOORDE gepreekte Woord verlaten. En ze waren nu VERLIEFD geworden op het niet-meer-hoorbare individualisten-gedoe van bizarre zielen. Ze spraken daar in Corinthe in „tongen". Niet in heusche vreemde talen, die altijd nog duizenden menschen, soms millioenen, tot bindmiddel dienen; zooals het op den Pinksterdag geweest was, toen, door een SPREEK-wonder, God zijn eigen groote werken had laten verkondigen in ieders taalvan-den-dag. Neen, in Corinthe sprak men in, „tongen". Dat wil zeggen: in een soort van geest-verrukking, die men zóómaar aanzag voor Geest-verrukking. De verrukking van den eigen geest v/erd zéómaar aangezien voor een verrukking vanwege Gods Geest. Hier een broeder, die zóó ontzaglijk gespannen kon bidden, dat hij straks, vanwege de pure spanning van zijn nerveuzen geest, de heele gemeente vergat en een monoloog tegen den hemel begon; men kon hem niet meer volgen. Ginds een zuster, die zóó was meegesleept door God of zichzelf, dat ze allerlei onverstaanbare klanken uitstootte. Geen menschenkind kon er uit „wijs" worden. Dus kon ook geen mensch meer eruit „wijs-worderi-tot-zaligheid". Maar in Corinthe vonden ze dat , , niet-er-uit-wijs-kunnenworden" zóó mooi, dat ze dat heele probleem van wijsworden-tot-zaligheid maar vergaten. Ze HOORDEN heel wat klanken; maar ze hoorden het geklank niet, ze hoorden geen gepredikt Woord. De preek kreeg geen kans meer. Wat zou trouwens „zoo'n preek". Pathos, meneer, pathos! Extase, mevrouw, extase! Geen „kanalen", m'n goeie man, zooals die dorre letterknechten, die met tekst-en-UITLEG komen; want een kanaal-tje is maar zoo'n alledaagsch menschen-gedoente. Maar bruisende rivieren. Klateren moet het in Gods huis, niet „klinken". Klinkende woorden, nu, daar zegt een beschaafd mensch niet veel goeds van. Maar klaterende stróómen-van-Geest-in-lievelingsgeesten, dat is het ware. Zie hier een nota ecclesiae, een ken-merk der levende kerk. Laat Mozes (Deut. 18) maar zeggen, dat de heidenen zweren bij aristocraten-figuren met veel geheimzinnigheid, zooals guichelaars, toovenaars, waarzeggers, doodenbezweerders, en dat Jahwe nu aan Mozes' kerkvolk een Profeet (plus een profeten-stand) zal zenden naar wien men HOOREN moet, en die net zoo één is als Mcfees zelf, een man, op''wien ge desnoods vitten kunt, "die vlak naast u kan gaan zitten, uit uw broederen, uit uw volk, met uw eigen bind-middel-vantaal. Mozes, — dat is al zoo lang geleden. Neen, maar Korinthe. Geest-vervoering. Mystiek. Ont-ruiking. Oht-wording. Ont-ikking. Pathos. Wolkbreuk. Een gat-in-den-grond "(Hohlraum!). De vaste bodem, waarop iedereen. Jan Rap en zijn kerkmaat, kan gaan 'Staan, onderwoeld, opgebroken, wég.....

Ha, zegt Paulus, maar dat kèn ik. D a t k è n ik, als daar iemand staat te praten tegen God, maar niet staat te SPREKEN ONDER DE MENSCHEN. Dat kèn i k, als de geest van den profeet niet meer den profeet onderworpen isi; • als de dusgenaamde profetie er met den profeet van door gaat. Dat kèn ik, als de bidder zijn zelfcontrole kwijt is; als het dusgenaamde gebed er met den bidder van door gaat, met hem op-den-loop-gaat. Dan is de geest van den bidder niet meer aan hem onderworpen. Dan spreekt de man geen STICHTING, geen op-bouw van de kerk. Hij is dan zóó erg met zichzelf bezig, dat hij vergeet zijn steentje te leggen op het plekje, waar God hem aan het werk gezet heeft, "boven op den steiger van het gebouw, dat de ANTI-BABEL-TOREN heet, het kerkgebouw, waar God-• Jahwe ZIJN naam gedachtenis wil hebben gesticht. Ge-sticht.

En dan dreunt Paulus het door "de kerk: ziet ge nu niet, dat hier bij u de één den ander een barbaar wordt? "Barbaar beteekent hier niet zoo iets als: leelijkerd, ruwaard, wreedaard, monster. Het wil hier alleen maar zeggen: buitenlander, vreemde.

O neen, we hooren Paulus niet zeggen, dat die broeder van daareven, die zóó mooi kon bidden, dat hij heelemaal weg-raakte in de gemeente-vergadering, of die zuster, die was gaan gillen, zulke slechte monsterachtige menschen waren. Hij blijft af van hun geestelijk leven, en Gods mogelijkheden daarin. Hij zegt zelfs, dat het best kan wezen, dat in sommigen hunner, of misschien zelfs bij hen allen, tot op zekere hoogte Geestes-werkingen na-werken. Maar hij protesteert : de Geest-van-z ondagmorgen, wel, dat is de Geest-der-ve r g a d e r i n g. Hij sticht gemeenschap. Hy wil u samen wat laten HOOREN, waar ge houvast aan hebt, gij met uw babies, en uw opgroeiende'jeugd. En als die Geest op zondagmorgen zegt: nu sloeg zooeven de toren van Corinthe den, slag van negen uur, en nu is het MIJN tijd voor een bind-middel-van-en-voor-ALLEN, dan moet ook de vroomste ziel oppassen, Mij niet in den weg te gaan staan, om te zeggen: maar kijkt nu eens naar mij, aristocraat-van-geest-en-Geest, hoe „mooi" ik wel ben, en houdt allemaal den adem in, en uw tong stil, vooral de voorganger. Paulus zegt: ik heb ook wel „ervaring" van zulke dingen. Maar als ik in de VER­ GADERING ben, wel, dan wil ik liever vijf woorden zeggen waar ik bij kan, en gij ook, dan tienduizend woorden in een „tong" waar niemand meer hou-vast aan heeft. Niet „kijken" naar een mensch, maar hóóren naar God|; dat is hier de vrucht des Geestes. ***

En nu wordt Paulus zóó streng, dat ze bij ons vandaag zouden zeggen: het is een schandaal. Hij zegt: ik kèn dat, ik kèn dat. Reeds Jesaja sprak er van. In de wet, d.w.z. in het Oude Testament (den toenmaligen bijbel) is ervan geschreven. Daar staat óók al zoo iets geteekend, als gij hier in Corinthe zoo prachtig vindt. Alleen maar: daar heet het rondweg: een vloek, een oordeel.

Hij zegt: tees maar eens Jesaja 28. Daar zegt de profeet de waarheid aan de valsche profeten en de luie, hun ambt vergetende priesters van Jeruzalem. De hoofdstad. Het kerk-centrum. D© vooraanstaande lieden van de kerk. Praeadviseurs-over-heel-de-linie. Hij pakt ze nog al hard aan, na vs. zeven. En als Jesaja hen zoo streng critiseert, dan nemen zij zelf het woord, en zeggen in koor: denkt die man soms, dat wij kleine jongens zijn? Wij zijn toch óók vakmenschen? Wij krijgen toch óók orakels, en zoo? Die man, zeggen ze, met zijn onophoudelijke kritiek, die kent geen vrijheid, geen blijde-boodschap. Hij kent geen begrippen als „vergunning"; en „mogen" en „ieder-zijn-ruimtegunnen". "Hij is een echte drijver; het is bij dien man allemaal „moeten", wat de klok slaat. Bij hem is het gebod op gebod, regel op regel, hier een beetje, daar een beetje, altijd heeft hij wat.

En als ze zoo hem smalen, dan weerspreekt Jesaja:

het is niet waar. Ik preekte Wel degelijk: ruimte, vrijheid, vergunning. Maar dan de ruimte 4©r vrije genade, en de vergunning van wie uit genade veylost is, en dan zelf teruggrijpt naar de wet des Heeren. Maar naar dat echte evangelie hebt gij niet willen luisteren. En nu komen straks de vreemde soldaten hier. Binnenkort. Dion staat hier op het tempelplein een assyrisch korporaaltje de lakens üit te deelen, kijk hem met de zweep slaan: gebod op gebod. Dan komt hier een buiténlandsoh officier' u kommandeeren: regel op regel. Dan komt hier de Rijkscommissaris van Groot-Asia, om bij u, Abrahams zaad, te dicteeren paragraaf A, B, C, en-zoo-voort van de Rijksverordeningen voor de Bezette Gebieden. Dan zal in en door die „vreemde" taal, van zoo'n „barbaar", zoo'n „buitenlander", Jahwe zelf, dien gij in ZIJN geschenk van evangelische vrijheid, en in ZIJN evangelie verworpen hebt, u toespreken, en kapittelen. Dan zal in dat vreemde taaltje van zoo'n korporaaltje, die uw jongens naar den arbeids-inzet stuurt, en in dat barbaarsche koeterwaalsch van dien S.D.-officier in de uitheemsche uniform, en in de vreemde taal vaa het Assyrische Rijkscommissariaat en van de Jeruzalemsche „Kommandantur" God zelf u tuchtigen. Hij zal dan kommandeeren, en u doen zien, dat wie' aan ZIJN vrijheid tornt, d.i. aan ZIJN evangelie, en DAT niet meer laat HOOREN aan de kerk-menschen, alle vrijheid verbeurt, en tenslotte zich krommen moet onder de taal van den vreemde, aan wien ge geen band hebt, wiens bind-middel anderen bindt, maar niet u, o taai-wacht der hebreeuwsche profetie, o taai-schut der evangelische psalmen van David en der boeken van Mozes.

Maar waarom is nu die Paulus zoo ijselijk ?

Wel, omdat hij zeggen durft: die broeder, die zoo mooi (misschien) bidden kan, en die zuster, die in haar extase zoo heel-en-al buiten-zinnen-raakt, die krijgen van God BINNEN de kerk eenzelfde functie als die S.D.-ers van Assyrië, die geimiformde sl8, venronselEiars, die in Jesaja's dagen kwamen - af stuiven op het tempelplein van Salomo van BUITEN de kerk. Hun ftmetie is: ont-binden. Bestaande en bevolen banden doorknippen. De kerk beroi-ven van het h o o r e n •^an haar eigen communicatiemiddel: het Woord. Wie Salomo niet trouw bleef in den inhoud van zijn psalmen en van zijn evangelische wijsheid, die kan, nadat .Salomo's Meerdere verschenen is, en door Paulus gepredikt is, niet straffeloos het bind-middel der HOOR­ BARE prediking van het Woord Gods aan de vergaderde kerk onthouden. Hij mag een bekeerd man zijn — Paulus blijft daar af, maar hij is op Zondagmorgen een „vreemde" tong, en spreekt met een „barbaarsche" lip en voert een „andere" taal. Hij, is individualist. Hij ontbindt. Hij VERGADERT niet met Christus. DUS VERSTROOIT HIJ. Dat heeft Christus zelf gezegd. Die Assyriërs verstrooiden toch óók de kerk? Wat is de babylonische ballingschap anders geweest dan kerk-verstrooiing? Welnu, nog vandaag zegt Paulus, verstrooit een ieder, die aan de kerk, vergaderd zijnde, haar bind-middel ontrooft. Vreemden klimmen „van elders" in.

En dat is, konkreet gezegd, de vloek der barlhianeu, die vandaag heel een hervormde kerk verstrooien, van uit hun katheders en met hun geschriften. Ze weten veel van pathos; en ze kwamen dan ook tenslotte — met ijzeren consequentie — terecht bij „het spel". Maar met al hun mooie woorden, en hun voor geen mensch meer te volgen gedachtensprongen in de theorieën, die ze voeren, hebben ze het vertrouwen en den eerbied der geloovigen voor de goddelijke werkzaamheid en kracht van het_gepredikte Woord weggenomen. Ze hebben 't zelf eigenlijk zoo gezegd: de gestalte van het Woord staat paradox tegenover zijn gehalte: wat men als theoloog en als prediker zeggen kan, dat is „vreemd" aan God zelf.

Als Paulus de lievelingen der corintheïsehe kerk naast de S.D.-ers van Assyrië zet, dan worden wij gewaarschuwd. Dan gaan wqi(^et alleen ons keeren tegen alle barthianisme, in universiteit, of onderwijzersvereeniging, of C.N.V., of ter conferentie, Oudestraat 6, waar men de jeugd wil , , helpen" met de leer der onhistoriciteit van de effecten van Gods Woord, maar dan worden ook wijzelf doodsbenauwd voor alle individualisme, voor aJle weiden-van-ons-zelf, voor alle spreken, waarbij wij met-ons-zelf-op-den-loop-gaan, en niet meer onzen geest in de macht hebben en onder controle. Geestelijke dronkenschap is gevaarlijker dan de andere: de laatste wekt nog walging als (zooals Jesaja in zijn strafrede-van-zooeven zegt) geen plekje op tafel meer schoon is. Maar de eerste betoovert soms heel een gemeente: straks staat ze te gapen met open mond naar een „pronkjuweel-des-Geestes", dat zóómaar vertrouwd wordt, d.w.z. normatief verklaard, omdat het buiten-models is, d.w.z. zich aan elke toetsing-naar-de-geschrevep-norm onttrekt.

Maar als de Geest Gods< ïich niet schaamt, zijn werk door ons te laten verifieeren uit zijn geschreven WOORD, dat straks hoorbaar worden wil, dan moeten wij ons schamen, als wij de m o g e 1 ij k h e i d der verificatie van het werk van den Geest gaan loochenen.

Dan toch worden lievelingen-der-kerk door ons geheeten zij, van wie de Geest door Paulus-Jesaja zegt: ze zijn de vijfde colonne van den Antichrist, die de spraak der kerk verwart, om de spr.aak der U.N.E.S.C.O. met behulp der kerk oecumenischen in­ gang'te bezorgen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 januari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's

Wat es erger: Een „S.D.ER” van buiten de kerk, of een individualist van binnen de kerk?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 24 januari 1948

De Reformatie | 8 Pagina's